Vóór het gebruik
Voordat u de machine afstelt of onderhoud hieraan gaat
uitvoeren moet u de motor stoppen en de sleutel uit het
contact verwijderen.
HET CONTROLEREN VAN DE
MOTOROLIE (Afb. 2 & 3)
De capaciteit van het carter is 5 liter inclusief het filter.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. Maak
de vergrendeling van de motorkap los en open de
motorkap.
2.
Verwijder de peilstok uit de vuldop, veeg de peilstok
schoon en steek hem terug in de vulpijp. Trek hem er
weer uit en controleer het oliepeil op de peilstok. Het
oliepeil moet altijd in de ruimte tussen de inkepingen op
de peilstok staan.
3.
Als de oliestand te laag is, moet u de dop op de buis
verwijderen en bijvullen met olie (SAE 15W-40 CD, CE,
CF, CF-4 of C6-4) totdat het oliepeil de bovenste rand
van de inkeping op de peilstok heeft bereikt. NIET TE
VOL VULLEN.
4.
Installeer de olie vuldop weer.
5.
Doe de motorkap weer dicht en maak de vergrendeling
weer vast.
HET CONTROLEREN VAN HET
KOELSYSTEEM (Afb. 4)
De capaciteit van het systeem is 13 liter.
Controleer het koelsysteem indien het waarschuwingslampje
van het waterpeil oplicht.
Indien de motor gelopen heeft, kan er onder hoge druk
hete koelvloeistof ontsnappen die brandwonden kan
veroorzaken indien de ontgasdop verwijderd wordt. Laat
de motor ten minste 15 minuten afkoelen totdat de
ontgasdop genoeg is afgekoeld zodat u deze aan kunt
raken zonder uw handen te verbranden.
10
LET OP
LET OP
Afbeelding 2
1.
Motorkapvergrendeling
Afbeelding 3
1.
Peilstok/vuldop
Afbeelding 4
1.
Ontgassingstank