Figuur 22
1. Choke
2. Contactschakelaar
3. Brandstofklep
4. Gashendel
Figuur 23
1. Gereedschap om sneeuw te verwijderen (aan de handgreep
bevestigd)
5. Handstarter
6. Olieaftapplug
7. Hulpstartknop
Gebruiksaanwijzing
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de
linker- en rechterzijde van de machine.
Brandstoftank vullen
GEVAAR
Benzine is uitermate ontvlambaar en explosief.
Brand of explosie van benzine kan brandwonden
veroorzaken.
• Om te voorkomen dat een statische lading de
benzine tot ontbranding kan brengen, moet
u het benzinevat en/of de machine voordat u
de tank vult op de grond plaatsen, niet op een
voertuig of een ander object.
• Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer
de motor koud is. Neem gemorste benzine op.
• Rook niet als u omgaat met benzine, en houd
benzine uit de buurt van open vuur of vonken.
• Bewaar benzine in een goedgekeurd benzinevat
en buiten bereik van kinderen.
•
Gebruik voor de beste resultaten uitsluitend schone,
verse, loodvrije benzine met een octaangetal van 87 of
hoger (indelingsmethode (R+M)/2).
•
Met zuurstof verrijkte benzine met ten hoogste 10 %
ethanol of 15 % MTBE is geschikt.
•
Geen ethanolmengsels van benzine gebruiken (zoals E15
of E85) met meer dan 10 % ethanol per volume. Dit kan
leiden tot verminderde prestaties en/of motorschade die
mogelijk niet gedekt wordt door de garantie.
•
Geen benzine gebruiken die methanol bevat.
•
Tijdens de winter geen brandstof bewaren
in de brandstoftank of in vaten, tenzij u een
brandstofstabilisator gebruikt.
•
Meng nooit olie door benzine.
Belangrijk: Om startproblemen bij het volgende
seizoen te verminderen, moet u het hele seizoen een
stabilizer toevoegen aan de benzine. Gebruik nooit
benzine die ouder is dan 30 dagen. Meng nooit olie door
de benzine.
14