•
Raak tijdens de <AF>- scherpstelling de focusring aan de voorkant van
de lens niet aan.
•
Als u wilt in- of uitzoomen, doet u dit voordat u scherpstelt. Wanneer u
na het scherpstellen aan de zoomring draait, kan de focus verloren
gaan.
•
Wanneer de CF-kaart vol raakt, verschijnt de waarschuwing CF-kaart
vol "
" op het LCD-paneel en kunt u geen opnamen meer
maken. Vervang de CF-kaart.
•
Wanneer de ingebouwde flitser wordt geblokkeerd en daardoor niet
automatisch omhoog kan komen, knippert de foutcode <
het LCD-paneel. U verhelpt dit door de aan-/uitschakelaar uit en
vervolgens weer aan te zetten.
•
Wanneer een EOS-camera wordt gebruikt met een EF-lens van een
ander merk dan Canon is het mogelijk dat de camera of de lens niet
goed functioneert.
•
Wanneer de scherpstelling is bereikt, worden de autofocus- en de
belichtingsinstelling vergrendeld.
•
Wanneer het focusbevestigingslampje <n> knippert, kan er geen
opname worden gemaakt (p.64).
•
Uit de zeven AF-punten selecteert de camera automatisch het AF-punt
dat zicht het dichtst bij het onderwerp bevindt en stelt hierop scherp.
•
Het is mogelijk dat in meer AF-punten een rood puntje knippert. In dat
geval is op al deze AF-punten scherpgesteld.
•
In de Basisgebruik-modi (behalve <I>, <P> en <S> ) komt de
ingebouwde flitser automatisch naar boven en flitst bij slechte
lichtomstandigheden of tegenlicht. Duw de flitser weer naar beneden,
als u deze niet wilt gebruiken.
•
Het focusbevestigingspiepje kan worden uitgezet via de instelling
[Pieptoon] in het menu (˙).
5
Maak de opname.
•
Stel de opname samen en druk de
ontspanknop helemaal in.
De opname wordt ongeveer
s
2 seconden op het LCD-scherm
weergegeven (
Y Volautomatische opnamen
).
MENU
> op
39