E. Gazoncompensatieveer
afstellen
De gazoncompensatieveer (Fig. 15), waarmee het
draagframe en het maaidek verbonden zijn, regelt de
beschikbare mate van rotatie naar voren en achteren.
Bovendien zorgt de compensatieveer ervoor dat het
gewicht van de voorrol naar de achterrol wordt verplaatst.
Dit voorkomt de kans dat er een golfpatroon in de grasmat
ontstaat, ook wel bekend als "bobbing" (op-en-neer
bewegen).
Belangrijk
Stel de veer af als het maaidek is
gemonteerd aan de tractie-eenheid en is neergelaten op de
vloer van de werkplaats. Raadpleeg de Gebruikers-
handleiding van de tractie-eenheid voor de
montage-instructies.
1. Draai de borgmoer op de achterkant van de veerstang
vast totdat de afstand C tussen de achterkant van de
veerbeugel en de voorkant van de ring 32 mm is
(Fig. 15).
"A"
"C"
Figuur 15
2. Draai de zeskantige moeren op het voorste uiteinde
van de veerstang vast totdat de lengte (A) van de
samengedrukte veer 159 mm bedraagt (Fig. 15).
Opmerking: Naarmate de lengte van de
samengedrukte veer (A) vermindert, wordt de
verplaatsing van het gewicht van de voorste roller naar
de achterste roller vergroot en wordt de draaihoek (B)
tussen het draagframe en het maaidek kleiner.
Opmerking: Naarmate de afstand (C) tussen de
veerbeugel en de ring groter wordt, vermindert de
afstand tussen het maaidek en de grond en wordt de
draaihoek (B) tussen het draagframe en het maaidek
groter.
"B"
12