Volg de onderstaande instructies om de printer in te pakken.
1. Schakel de printer uit.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
3. Verwijder de fotogeleidingseenheid. Zie
"Fotogeleidingseenheid" op pagina 243 voor meer informatie
over het verwijderen van de fotogeleidingseenheid. Plaats
deze in de bijbehorende verpakkingen, gebruikmakend van
de originele verpakkingsmaterialen.
4. Verwijder de geïnstalleerde optionele onderdelen. Zie het
gedeelte onder Optionele onderdelen installeren voor meer
informatie over het verwijderen van optionele onderdelen.
5. Plaats het beschermmateriaal om de printer en verpak de
printer in de oorspronkelijke doos.
Nadat u de printer op de nieuwe locatie hebt uitgepakt en
neergezet, dient u de kleuruitlijning te controleren en mogelijk
opnieuw uit te voeren. Zie "De kleuruitlijning controleren" op
pagina 264 voor meer informatie.
Kleine afstanden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht als u de printer
over een kleine afstand vervoert.
De printer dient altijd door twee personen te worden opgetild
en verplaatst.
Als u de printer tegelijk met de optionele papierlade wilt
verplaatsen, kunt u dit doen met behulp van de twee
zwenkwieltjes van de eenheid. Zie "De printer en de
geïnstalleerde optionele papierlade tegelijk verplaatsen" op
pagina 260 voor meer informatie.
258
Verbruiksgoederen vervangen