Als u de printerdriver wilt openen vanuit Windows, klikt u
op Start en kiest u Settings (Instellingen) en Printers.
Vervolgens klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram
EPSON AL-C4100 Advanced en kiest u Properties
(Eigenschappen) (in Windows Me, 98 of 95), Printing
Preferences (Voorkeursinstellingen voor afdrukken)
(in Windows XP of 2000) of Document Defaults
(Standaardwaarden document) (in Windows NT 4.0).
Printerinstellingen wijzigen
Instelling voor afdrukkwaliteit opgeven
De kwaliteit van afdrukken kunt u aanpassen met instellingen in
de printerdriver. Met de printerdriver kunt u afdrukinstellingen
opgeven door een keuze te maken uit een lijst met
voorgedefinieerde instellingen of door instellingen aan te passen.
Afdrukkwaliteit opgeven met de instelling Automatic
(Automatisch)
U kunt de afdrukkwaliteit aanpassen waardoor u sneller of
gedetailleerder kunt afdrukken. U kunt op twee resoluties
afdrukken: 300 dpi en 600 dpi. Met 600 dpi krijgt u zeer
nauwkeurige afdrukken met hoge kwaliteit. Er is echter meer
geheugen nodig en de afdruksnelheid wordt verminderd.
Als u het keuzerondje Automatic (Automatisch) op het tabblad
Basic Settings (Basisinstellingen) hebt geselecteerd, wordt de
printer ingesteld op basis van de kleurinstellingen die u selecteert.
U hoeft alleen de kleur en resolutie in te stellen. U kunt andere
instellingen, zoals het papierformaat of de afdrukstand, wijzigen
in de meeste toepassingen.
60
Voor Windows