2
Activeer het tabblad [Pagina-indeling] en selecteer vervolgens
in [Paginaformaat] het formaat van het document dat u in uw
softwaretoepassing hebt gemaakt.
OPMERKING
Als u [Envelop C5], [Envelop COM10], [Envelop DL], [Envelop Monarch] selecteert
als [Paginaformaat], wordt het toepasselijke papiertype automatisch geselecteerd
als [Hetzelfde als paginaformaat] is gekozen in [Uitvoerformaat]. U hoeft
[Papiersoort] niet in te stellen.
3
Selecteer desgewenst in het vak [Uitvoerformaat] het formaat
van het geladen papier.
Selecteer [Hetzelfde als paginaformaat] als het formaat van een document
hetzelfde is als het papier in de cassette of in de handmatige invoersleuf.
BELANGRIJK
Als de instellingen in [Paginaformaat] en [Uitvoerformaat] niet overeenkomen,
vergroot of verkleint de printer de afdruk automatisch.
Afdrukken op enveloppen
2
2-37