6 Inbedrijfstelling en afstelling
Voorbereidingen
1.
Controleer of de schakelaar voor het binnendeel in
stand " " staat.
2.
Schakel de stroom naar de F135 uit.
3.
Controleer of de vulventielen volledig dicht zijn.
Vullen en ontluchten
LET OP!
Als er onvoldoende wordt ontlucht, kan dat
schadelijk zijn voor interne onderdelen in de
F135.
HET KLIMAATSYSTEEM VULLEN
Controleer of de extern gemonteerde afsluiters voor
1.
het verwarmingssysteem open zijn.
2.
Open de ontluchtingsafsluiter (QM25).
3.
Open de extern gemonteerde vulkleppen. De F135
en de rest van het klimaatsysteem worden met
water gevuld.
Wanneer het water dat de ontluchtingsafsluiter
4.
(QM25) verlaat niet met lucht is vermengd, sluit u
de klep. Na een tijdje begint de druk op de externe
drukmeter te stijgen. Als de druk 2.5 bar (0.25 MPa)
bereikt, begint de veiligheidsklep water door te laten.
Sluit de externe vulklep.
5.
Verlaag de keteldruk naar het normale werkbereik
(ca. 1 bar) door de ontluchtingsklep (QM25) of de
externe veiligheidsklep te openen.
HET KLIMAATSYSTEEM ONTLUCHTEN
Voorzichtig!
Ontluchten kan noodzakelijk zijn tijdens instal-
latie en na een bepaalde gebruikstijd.
1.
Schakel de stroom naar de ventilatiewarmtepomp
uit.
NIBE F135
2.
Ontlucht de ventilatiewarmtepomp via de ontluch-
tingsklep (QM25) en de rest van het klimaatsysteem
via de relevante ontluchtingskleppen.
Blijf vullen en ontluchten totdat alle lucht is verwij-
3.
derd en de druk klopt.
Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling
QM25
23