Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rijregelsystemen Tractieregeling/Elektronische; Tractieregeling/Elektronische Stabiliteitsrege- Ling (Esc); Werking Van Het Systeem - Cadillac CT6 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

224
RIJDEN EN BEDIENEN
omgedaan, het bestuurdersportier
gesloten is en de motor draait. Het
AVH-lampje gaat branden.
Deze functie wordt actief wanneer de
auto wordt afgeremd, opdat deze niet
wegrolt. Na het loslaten van het
rempedaal en vóór het intrappen van
het gaspedaal gebruikt AVH remkracht
om de auto op zijn plaats te houden.
Daarbij kan de ABS-pompmotor gaan
werken om remdruk op te bouwen om
de auto zo nodig op zijn plaats te
houden.
Als AVH de auto vasthoudt, wordt het
AVH-lampje groen. Zodra AVH actief
is, houdt het de auto gedurende een
bepaalde periode vast en schakelt dan
de handrem in. Terwijl AVH de auto
vasthoudt, gaat de handrem werken
als het bestuurdersportier wordt
geopend of als de veiligheidsgordel
van de bestuurder wordt losgemaakt.
Rijregelsystemen
Tractieregeling/Elektroni-
sche stabiliteitsrege-
ling (ESC)

Werking van het systeem

De auto is uitgerust met een tractiere-
gelsysteem (TCS) en met StabiliTrak
een elektronisch systeem voor stabili-
teitsregeling. Deze systemen helpen de
wielspin beperken en ondersteunen de
bestuurder om de controle over de
auto te handhaven, vooral als het
wegdek glad is.
TCS treedt in werking na constatering
dat een van de aangedreven wielen
begint te slippen of tractie verliest.
Wanneer dit gebeurt, remt TCS de
spinnende wielen en vermindert
motorvermogen om wielslip te
beperken.
StabiliTrak wordt geactiveerd wanneer
de auto een verschil detecteert tussen
de weg die u van plan was te nemen
en de richting die de auto in werkelijk-
heid uitrijdt. StabiliTrak past selectief
remdruk toe op elk van de remmen
van de auto om de bestuurder te
helpen de auto op het gewenste pad te
houden.
Als cruise control in werking is en
tractieregeling of StabiliTrak detec-
teren beginnende wielslip, schakelt
cruise control uit. Cruise control kan
dan weer worden aangezet zodra de
rijomstandigheden dit toelaten.
®
,
Beide systemen gaan automatisch aan
als de auto wordt gestart en wegrijdt.
Deze systemen zijn mogelijk voel- of
hoorbaar zodra deze ingrijpen of
terwijl diagnosefuncties worden uitge-
voerd. Dit is normaal en duidt niet op
een probleem met de auto.
Het is raadzaam om beide systemen
onder normale rijomstandigheden
ingeschakeld te laten. Als de auto vast
raakt in zand, modder, ijs of sneeuw
moet TCS soms worden uitgeschakeld.
Zie Als de auto vast is komen te zitten
0 204 en Systemen aan- en uitzetten ,
verderop in dit hoofdstuk.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave