Instructies voor gebruik en onderhoud – v4.2.2
6.0 Functies
6.1 BEDRIJFSMODI
Er zijn vijf belangrijkste bedrijfsmodi.
De bedrijfsmodus bepaalt de manier waarop het debiet en het koppel van de
ventilator worden gemoduleerd.
De bedrijfsmodus is de constante debietregeling (CA). Uitzonderingen zijn
de units die zijn voorzien van plug vents zonder kit constant debiet (CA)
of wanneer de modus Constant Torque (TQ), oftewel constant koppel, is
geselecteerd in het instellingenmenu van het product. In beide gevallen wordt
het koppel van de ventilator gecontroleerd en gemoduleerd.
In alle bedrijfsmodi werkt/werken de ventilatoren met pulsie lucht volgens de
•
1 – Constante debietregeling (Constant Airflow regulation – CA):
Regeling van het debiet betekent dat de module het ingestelde debiet op een constant niveau houdt. Het toerental van de ventilatoren wordt
automatisch geregeld, zodat het debiet correct blijft, zelfs als de filters vies beginnen te worden, de roosters geblokkeerd raken, etc. Een constant
debiet is gunstig omdat zo het debiet altijd hetzelfde blijft als die vanaf het begin is ingesteld. Let op: alles wat de drukval in het ventilatiesysteem doet
toenemen, bijvoorbeeld de afsluiting van een rooster en de verstopping van de filters, leidt automatisch tot een versnelling van de ventilatoren. Dit op zijn
beurt leidt weer tot een hoger energieverbruik en eventueel tot een verminderd comfort zoals geluidshinder. Er zijn drie instelpunten van het debiet die
door de gebruiker worden ingesteld ((m³u K1, m³u K2, m³u K3).
•
2 - Regeling constant koppel (TQ):
3 instelpunten van het constante koppel die door de gebruiker worden ingesteld (%TQ K1, %TQ K2, %TQ K3). Het instelpunt wordt ingesteld als %
van het maximumkoppel. Door de regeling van het constante koppel (TQ) kan automatisch de ventilatiesnelheid worden veranderd, zodat een variabel
debiet wordt gegarandeerd voor de systemen die vraaggestuurd worden geregeld (DCV). Dit maakt een vraaggestuurde ventilatie mogelijk of een
optimalisatie van de ventilator door een GTB/GTC-systeem, dat vooral wordt gebruikt in systemen met meerdere zones. Deze bedrijfsmodus kan de
constante drukregeling (CP) deels vervangen wanneer een druksensor is geïnstalleerd.
•
3 – Vraaggestuurde regeling 0-10 V(LS):
Het debiet wordt geregeld door een ingangssignaal 0-10 V. Het stuursignaal wordt aangesloten op de klemmen K2&GND. Het debiet van de pulsie
lucht correspondeert met een percentage van een lineair signaal 0-10 V. De gebruiker definieert het verband aan de hand van 4 instellingen: Vmin,
Vmax, m³u Vmin en m³u Vmax, die worden toegepast via het volgende berekeningsschema.
De modus van de vraaggestuurde regeling (LS) is ook beschikbaar om het ventilatiekoppel te moduleren in plaats van het debiet (die betreft units met
plug-vents zonder CA-kit). Het principe is gelijk aan de werking van de modus LS, met het verschil dat Vmin en Vmax zijn gekoppeld aan een %TQ in
plaats van m³/u.
•
4 - Constante drukregeling (CP):
Het debiet varieert automatisch, zodat een constante druk in de kanalen wordt gegarandeerd. Daarom wordt dit type regeling ook VAV (Variable Air Volume) genoemd.
CP's pulsiezijde: het debiet van de ventilator(en) van de pulsie wordt gemoduleerd om een bepaalde constante druk te handhaven. De druk wordt gemeten door een
sensor die zich bevindt in het pulsie kanaal.
CP's extractiezijde: dhet debiet van de ventilator(en) van afvoerlucht wordt gemoduleerd om een bepaalde constante druk te handhaven. De druk wordt gemeten door een
sensor in het extractiekanaal.
14
modus en de instellingen die vooraf zijn bepaald. De extractieventilator(en)
werkt/werken volgens het vooraf ingestelde percentage van de pulsieventilator
(verhouding %EXT/PUL). Dit zijn de vier belangrijkste bedrijfsmodi:
Dit document is een overzicht van de technische specificaties. Raadpleeg onze selectiesoftware voor gedetailleerde en actuele informatie.