Instructies voor gebruik en onderhoud – v4.2.2
Vorstbeveiliging
Vorstbeveiliging van de platenwarmtewisselaars (PX)
Als de extractie lucht zich kan laden met vocht, is het mogelijk de
ontdooiingsfunctie te activeren om de wisselaar te beschermen tegen
bevriezing. Twee strategieën: beperking van het pulsiedebiet, modulatie
van het vermogen van een voorverwarmingsbatterij. Als een van deze
maatregelen niet doeltreffend is, kan de WTW worden stopgezet waarbij
de minimumtemperatuur van de pulsie lucht wordt beperkt. Wanneer de
anti-bevriezingscyclus actief is, wordt dit gesignaleerd door de interface.
•
beperking van het pulsiedebiet:
De instelbare temperaturen zijn de externe temperaturen.
Anti-bevriezingsalarm
Instelling
Lage Tº
Hoge Tº
Stopzetting pulsie lucht
•
modulatie van het vermogen van een voorverwarmingsbatterij.
Instelling FABRIEK
Voorverwarming
Instelling
Anti-bevriezingstemperatuur
33
Anti-bevriezingscyclus actief
Regelbereik
Fabrieksin-
stelling
1...3°C
+1,0°C
1...5°C
+5,0°C
Nee
Ja
Ja
Regelbereik
Fabrieksin-
stelling
Nee
Nee (op ja
Ja
zetten als Kwin
geïnstalleerd)
Regelbereik
Fabrieksin-
stelling
-29...99°C
+1,0°C
Dit document is een overzicht van de technische specificaties. Raadpleeg onze selectiesoftware voor gedetailleerde en actuele informatie.
Vorstbescherming van de hydraulische warmte- en koelbatterijen
De hydraulische batterijen zijn beschermd tegen bevriezing door een
temperatuursensor tegen bevriezing. Deze sensor wordt geïnstalleerd op
het oppervlak van de hydraulische batterij.
Wanneer de anti-bevriezingssensor van de batterij een temperatuur lager
dan 4°C detecteert (standaardregeling), wordt het contact van de pomp
gesloten en
gaat de 3-wegklep 100 % open gedurende 15 minuten. Als de unit in
bedrijf is, wordt onmiddellijk het alarm geactiveerd. In geval van een
hydraulische voorverwarmingsbatterij is het alarm 2 minuten vertraagd.
Als de bevriezingsomstandigheden aanwezig zijn terwijl de WTW OFF is,
wordt het alarm 5 minuten uitgesteld.
Instelling
Interne verwarmingsbatterij
Externe verwarmingsbatterijen
Externe koelbatterij
Interne voorverwarmingsbat-
terij
Freecooling
De hoofdinstellingen voor het activeren van de Freecooling-functie zijn
de externe temperatuur (sensor T1) en de temperatuur van de extractie
lucht (T2). Wanneer er een mogelijkheid van freecooling bestaat, gaat de
by-pass maximaal open en wordt eventueel het instelbare freecooling-
debiet geactiveerd.
Instelling
Regelbereik
Buitentemperatuur
0...27°C
Tº extractie/ruimten
6...28°C
Activering debiet by-
Nee
pass
Ja
Pulsie lucht
(l/s, m³/u).
Extractie lucht
(l/s, m³/u).
Regelbereik
Fabrieksin-
stelling
-10...+10°C
+4,0°C
-10...+10°C
+4,0°C
-10...+10°C
+4,0°C
-10...+10°C
+4,0°C
Fabrieksinstel-
ling
0,0°C
21,0°C
Nee
0
0