Inhoudsopgave
Advertenties
Instructies voor gebruik en onderhoud – v4.2.2
6.5 Vortsbeveiliging
Verwarmingsbatterij
De beschermingsfunctie is altijd actief zolang de verwarmingsbatterij correct
is geconfigureerd in de instellingen van het product. De monitoringfunctie
werkt met temperatuursensor T7 van de externe batterij (BA). De functie
wordt geactiveerd zolang de oppervlaktetemperatuur van de batterij onder
de 5°C daalt. Onder die omstandigheden wordt de uitgang van de pomp
geactiveerd en werkt de uitgang van de 3-wegklep voor 100%. Als de
Er zijn twee strategieën om te voorkomen dat de platenwarmtewisselaar bevriest:
•
1 – Beperking pulsie debiet:
De warmtewisselaar wordt geleverd met een sensor met vorstebeveiliging gemonteerd op de afvoerlucht (T3). Als de temperatuur van de afvoerlucht
(T3) >1°C en <+5°C is:
• In de modi CA en LS varieerthet pulsie debiet tussen 100% en 33% (AFlow) van het instelpunt (AFn)
• In de modi CPs, varieert de stroom vhet pulsie debiet tussen 100% en 50% (AFlow) van het instelpunt (AFn)
Als de temperatuur van de afvoerlucht (T3) <1°C is, stoppen de pulsie ventilatoren totdat de temperatuur van de afvoerlucht (T3) >2°C is gedurende 5
minuten.
•
2 – Elektrische voorverwarmingsbatterij (accessoire):
Wanneer een elektrische voorverwarmingsbatterij (KWin) is geïnstalleerd en geconfigureerd, moduleert de voorverwarmingsbatterij (KWin), zodat een
tenmperatuur van de afvoerlucht van +1°C wordt bereikt.
Deze waarden kunnen worden geconfigureerd onder GEAVANCEERDE SET-UP.
17
oppervlaktetemperatuur na 15 minuten niet is gestegen, schakelt de unit uit
en wordt er een bevriezingsalarm geactiveerd.
Dit document is een overzicht van de technische specificaties. Raadpleeg onze selectiesoftware voor gedetailleerde en actuele informatie.
Advertenties
Inhoudsopgave
