3.3
Normaal bedrijf / Standby / Start-up – Geen ingrijpen door gebruiker
noodzakelijk
Als de unit is geïnitialiseerd verwijst LED 1 naar cilinder 1 en LED 2 naar cilinder 2.
Zie de onderstaande tabel voor combinaties waarbij LED 1 en LED 2 uit zijn, ROOD
branden of ROOD knipperen.
Na het (weer) inschakelen van de woedingsspanning zal led 1 groen (lang) / geel (kort) knipperen. Deze zgn.
"koude start" duurt een periode (tot meerdere uren), waarbij de "zelflerende" functie van de regeling gegevens
verzameld. Na afloop van deze periode zal led 1 automatisch rood worden. De unit functioneert gedurende deze
periode normaal.
LED 1
1
UIT
2
UIT
Groen Geel
knipperend, variabel
interval
ROOD knipperend
Variabel interval of
AAN
3
4
Ongeacht welke
Het voorgaande geeft alleen indicaties over de huidige status van de unit en er is
geen ingrijpen van de operator voor nodig. Wanneer de status wijzigt veranderen ook
automatisch de indicaties.
24
LED 2
Beschrijving
Cilinder 1 en cilinder 2 (indien aanwezig) uitgeschakeld.
UIT
Of:
Cilinder 1 in stand-by en cilinder 2 uitgeschakeld.
ROOD knipperend
Cilinder 1 en cilinder 2 (indien aanwezig) in stand-by.
Interval 1
seconden
UIT
Cilinder 1 start-up. Cilinder 2 (indien aanwezig) in stand-by.
UIT
Cilinder 1 on-line. Cilinder 2 (indien aanwezig) in standby
Het variabele interval wordt bepaald door het vraagsignaal voor
cilinder 1, als volgt:
Cilinder 1 vraag
<12.5%
<25%
<37.5%
<50%
<62.5%
<75%
<87.5%
>=87.5%
Groen Geel
Cilinder 2 start-up
ROOD
Cilinder 2 on-line
LED AAN ROOD LED UIT
0,5 seconden
3,5 seconden
1,0 seconden
3,0 seconden
1,5 seconden
2,5 seconden
2,0 seconden
2,0 seconden
2,5 seconden
1,5 seconden
3,0 seconden
1,0 seconden
3,5 seconden
0,5 seconden
AAN ROOD continu