Scherpstelvergrendeling
Scherpstelvergrendeling zet de scherpstelling vast. Dat kan van pas komen bij onderwerpen buiten
het beeldmidden of bij moeilijke scherpstelsituaties (blz. 25).
Plaats het onderwerp binnen het scherpstelkader. Druk de ont-
spanknop half in en houd hem in die positie.
• Het scherpstelsignaal geeft aan dat de scherpstelling is ver-
grendeld. Sluitertijd en diafragma veranderen van wit in zwart
om aan te geven dat de belichting is vergrendeld.
• Is de scherpstelling ingesteld, dan verschijnt een AF-veld in het
live-beeld dat aangeeft waarop werd scherpgesteld.
Houd de ontspanknop half ingedrukt, ga terug naar de oor-
spronkelijke beeldcompositie. Druk de ontspanknop geheel in
om de foto te maken.
Scherpstelbereik
Alle afstanden zijn gemeten vanaf de CCD. Op blz. 35
vindt u het scherpstelbereik in de macrostand.
Groothoekstand
0,57 m tot oneindig
Telestand
1,57 m tot oneindig
Globale positie vanf CCD
24
B
ASISTECHNIEK OPNAME
Scherpstelsignalen
Het scherpstelsignaal in de rechter benedenhoek van de lcd-monitor geeft de scherpstelstatus aan.
De sluiter kan worden ontspannen, ook als de camera niet op het onderwerp kan scherpstellen.
Scherpstelling vergrendeld
Scherpstelling bevestigd (P, A, S en M continu AF stand en Sport/Actie Digitaal Onderwerps-
programma). Autofocus blijft continu bijstellen.
Kan niet scherpstellen. Onderwerp te dichtbij of speciale scherpstelsituatie verhindert goede
instelling.
Bij gebruik van het Sport/Actie Digitale Onderwerpsprogramma stelt de camera continu scherp zolang
de ontspanknop half ingedrukt wordt gehouden; de scherpstelkaders worden rood. Houd het onder-
werp binnen de rode scherpstelkaders. Scherpstelvergrendeling is niet mogelijk.
Kan het AF-systeem niet op een bepaald onderwerp scherpstellen, dan kan de scherpstelvergrende-
ling worden gebruikt voor meting op een object op gelijke afstand. Ook is het mogelijk handmatig
scherp te stellen in de Digitale Onderwerpsprogramma's of in de stand P (blz. 54).
Speciale scherpstelsituaties
De camera kan onder bepaalde omstandigheden mogelijk niet goed scherpstellen. Kan het AF-
systeem niet op een onderwerp scherpstellen, dan wordt het scherpstelsymbool rood. In deze situa-
tie kan scherpstelvergrendeling op een onderwerp op de gelijke afstand als het hoofdonderwerp wor-
den uitgevoerd; kies vervolgens de gewenste compositie om de foto te maken.
Het onderwerp in het
Twee onderwerpen op
scherpstelkader heeft
verschillende afstan-
een te laag contrast.
den overlappen elkaar
in het scherpstelkader.
Het onderwerp bevindt
Onderwerp is te
zich dichtbij een zeer
donker.
helder onderwerp of
gebied.
25