Hoofdstuk 4
Hoofdvenster
1 Deze instellingen uitschakelen
Als u dit selectievakje inschakelt, wordt
weergegeven op het tabblad en kunnen geen
instellingen meer worden opgegeven of gewijzigd.
De instellingen op een tabblad waarop
weergegeven, worden niet toegepast op de printer,
zelfs niet als u op [Toepassen] klikt. Bovendien
worden de instellingen op het tabblad niet opgeslagen
of geëxporteerd als u de opdracht [Opslaan in
opdrachtbestand] of [Exporteren] geeft.
Schakel het selectievakje uit als u de
instellingen wilt toepassen op de computer,
wilt opslaan of wilt exporteren.
2 Items
Als u [Huidige status] selecteert, worden
de huidige instellingen weergegeven in het gedeelte
voor weergave en wijzigen van instellingen.
Selecteer het item waarvan u de instellingen
wilt wijzigen.
3 Menubalk
Selecteer een opdracht in een van de menu's.
4 Printer
Selecteer de printer waarvoor instellingen
moeten worden gewijzigd.
Als er slechts één printer aangesloten is, hoeft
u geen printer te selecteren omdat alleen die
printer wordt weergegeven.
5 Naam knooppunt
De knooppuntnaam wordt weergegeven.
De naam van het knooppunt kan ook worden
gewijzigd. (Zie Naam knooppunt/Bluetooth
apparaatnaam wijzigen uu pagina 43.)
6 Tabbladen voor instellingen
Klik op de tab met de instellingen die u wilt
opgeven of wijzigen.
Als
wordt weergegeven op een tabblad,
worden de instellingen op dat tabblad niet
toegepast op de printer.
40
1
2
wordt
3
4
5
6
7
8
9
10
7 Gedeelte voor weergave en wijzigen van
instellingen
Weergave van de huidige instellingen voor het
geselecteerde item. Wijzig instellingen met
behulp van vervolgkeuzelijsten, directe invoer
of andere methoden.
8 Vernieuwen
Klik op deze knop om de weergegeven instellingen
bij te werken met de meest recente informatie.
9 Afsluiten
Het venster [Communicatie-instellingen]
wordt gesloten; u keert terug naar het
hoofdvenster van "Printer Instelling Tool".
Instellingen worden niet toegepast op
printers als u op de knop [Afsluiten] klikt
zonder eerst op de knop [Toepassen] te
hebben geklikt als u wijzigingen hebt
aangebracht in de instellingen.
10 Toepassen
Klik op [Toepassen] om de instellingen toe te
passen op de printer.
Selecteer [Opslaan in opdrachtbestand] in de
vervolgkeuzelijst om de opgegeven instellingen
op te slaan in een opdrachtbestand. U kunt het
opgeslagen opdrachtbestand gebruiken in
combinatie met de functie voor massaopslag
om instellingen toe te passen op een printer.
(Zie Massaopslag uu pagina 47.)
Als u op [Toepassen] klikt, worden alle
instellingen op alle tabbladen toegepast
op de printer.
De instellingen op een tabblad waarop
het selectievakje [Deze instellingen
uitschakelen] is ingeschakeld, worden
niet toegepast.
4