Hoofdstuk 4
Status aangesloten printer
1 Status huidig netwerk
In het rechter deelvenster wordt de
netwerkstatus weergegeven.
Klik op de knop [Refresh] om de weergave te
vernieuwen.
Netwerkinstellingen
1 WLAN bij inschakelen
Keuze van de instellingen voor verbindingen
via Wi-Fi als de printer wordt ingeschakeld.
Selecteer [Standaard aan], [Standaard uit],
[Huidige status behouden].
2 Gebruik draadloos
Draadloos gebruik in- en uitschakelen.
44
TCP/IP (draadloos)
4
1
1 Bootmethode
Selecteer [STATIC], [AUTO], [BOOTP],
[DHCP] of [RARP].
2 IP-adres/Subnetmasker/Gateway
Geef de verschillende instellingen op.
U kunt alleen instellingen opgeven als het
IP-adres is ingesteld op [STATIC].
3 DNS-servermethode
4
Selecteer [STATIC] of [AUTO].
4 IP-adres primaire DNS-server/IP-adres
secundaire DNS-server
U kunt alleen instellingen opgeven als de
DNS-server is ingesteld op [STATIC].
1
Draadloze instellingen
2
1 Communicatiemodus
Selecteer [Ad-hoc] of [Infrastructuur].
4
1
2
3
4
4
1
2
3
4
5
6
7
8