Fig. 26: Symbool-overzicht van de aansluitin-
gen
6.5.16
Aansluiting enkelbedrijfsmelding
(EBM)
x
Fig. 27: Symbool-overzicht van de aansluitin-
gen
6.5.17
Aansluiting enkelstoringsmelding
(ESM)
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Control EC/ECe-Booster • Ed.02/2023-08
Via een afzonderlijke uitgang wordt een storingsmelding voor alle pompen (SSM) afgegeven:
•
Contacttype: potentiaalvrij wisselcontact
•
Contactbelasting:
–
Minimaal: 12 V=, 10 mA
–
Maximaal: 250 V~ 1 A
•
Ter plaatse gelegde aansluitkabels door de kabelschroefverbindingen voeren en bevesti-
gen.
•
Sluit de aders overeenkomstig het aansluitschema op de klemmenstrook aan.
•
Neem het klemnummer over van het overzicht van de aansluitingen in het deksel van het
schakeltoestel.
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische stroom!
De spanning van de externe spanningsvoorziening ligt ook bij een uitge-
schakelde hoofdschakelaar aan de klemmen aan!
• Klem voor alle werkzaamheden de externe spanningsvoorziening los.
• Werkzaamheden aan de elektrische installatie door een elektromon-
teur laten uitvoeren.
• Neem de lokale voorschriften in acht.
Via een afzonderlijke uitgang wordt een bedrijfsmelding per pomp (EBM) afgegeven:
•
Contacttype: potentiaalvrij maakcontact
•
Contactbelasting:
–
Minimaal: 12 V=, 10 mA
–
Maximaal: 250 V~, 1 A
Ter plaatse gelegde aansluitkabels door de kabelschroefverbindingen voeren en bevestigen.
Sluit de aders overeenkomstig het aansluitschema op de klemmenstrook aan. Neem het
klemnummer over van het overzicht van de aansluitingen in de afdekking. De "x" in het
symbool geeft de betreffende pomp aan:
•
1 = Pomp 1
•
2 = Pomp 2
•
3 = Pomp 3
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische stroom!
De spanning van de externe spanningsvoorziening ligt ook bij een uitge-
schakelde hoofdschakelaar aan de klemmen aan!
• Klem voor alle werkzaamheden de externe spanningsvoorziening los.
• Werkzaamheden aan de elektrische installatie door een elektromon-
teur laten uitvoeren.
• Neem de lokale voorschriften in acht.
nl
23