Inhoudsopgave Veiligheidsvoorschriften Verklaring veiligheidsaanwijzingen Algemeen Gebruik overeenkomstig de bedoeling Netaansluiting Omgevingsvoorwaarden Verplichtingen van de gebruiker Verplichtingen van het personeel Lekstroom-beveiligingsschakelaar Bescherming van uzelf en derden Informatie over de geluidsemissie Gevaar door schadelijke gassen en dampen Gevaar door vonken Gevaren door net- en lasstroom Zwerfstromen EMV-apparaatclassificaties EMV-maatregelen...
Pagina 4
Volgende pagina - vorige pagina Geanimeerde grafieken Uitgegrijsde parameter Aansluitingen, schakelaars en mechanische componenten Stroombron TPS 320i / 400i / 500i / 600i, TPS 400i LSC ADV Installatie en ingebruikneming Minimale uitrusting voor het lassen Algemeen MIG/MAG - lassen gasgekoeld...
Pagina 5
Stroombron door middel van NFC-key vergrendelen en ontgrendelen Laswerkzaamheid MIG/MAG-bedrijfscycli Algemeen Symbolen en toelichting 2-stapsproces 4-stapsproces Speciaal 4-stapsproces Speciaal 2-stapsproces Puntlassen MIG/MAG- en CMT-lassen Veiligheid MIG/MAG- en CMT-lassen - Overzicht Stroombron inschakelen Lasprocedure en bedrijfsmodus instellen via de statusregel Lasprocedure en bedrijfsmodus instellen via de menubalk Extra materiaal en beschermgas selecteren Lasparameter instellen De hoeveelheid beschermgas instellen...
Pagina 6
Gutsen Procesparameter Overzicht Overzicht Procesparameter algemeen Procesparameter algemeen Procesparameters voor lasstart / laseinde Procesparameters voor Gas-Setup Procesparameters voor procesregeling Inbrandstabilisator Lichtbooglengtestabilisator Combinatie van inbrandstabilisator en lichtbooglengtestabilisator Procesparameters voor Synchropuls Procesparameters voor procesmix Procesparameters voor TWIN-procesregeling Procesparameters voor CMT Cycle Step Procesparameter voor ConstantWire Procesparameters voor puntlassen Procesparameter voor interval...
Pagina 7
SmartManager - De website van de stroombron Algemeen SmartManager van de stroombron oproepen en aanmelden Help-functies, indien aanmelden niet lukt Wachtwoord wijzigen / afmelden Instellingen Taal selecteren Statusweergave Fronius Actuele systeemgegevens Actuele systeemgegevens Documentatie logboek Logboek Basisinstellingen Jobgegevens Jobgegevens Joboverzicht...
Pagina 8
Exporteren en importeren SCADA-server Overzicht Overzicht Alle groepen vergroten / Alle groepen verkleinen Componentenoverzicht exporteren als .. Update Update Updatebestand zoeken (Update uitvoeren) Informatie over de Open Source-licentie Fronius WeldConnect Functiepakketten Functiepakketten Functiepakket toevoegen Karakteristiekenoverzicht Karakteristiekenoverzicht Filter weergeven Screenshot Screenshot Interface...
Pagina 9
Verklaring van het begrip 'inschakelduur' Speciale spanning Overzicht van kritieke grondstoffen, productiejaar van apparaat TPS 320i TPS 320i /nc TPS 320i / 600 V / nc TPS 320i / MV / nc TPS 400i TPS 400i /nc TPS 400i /600V/nc...
Veiligheidsvoorschriften Verklaring veilig- WAARSCHUWING! heidsaanwijzin- Duidt op een onmiddellijk dreigend gevaar. ▶ Wanneer dit gevaar niet wordt vermeden, heeft dit de dood of zwaar licha- melijk letsel tot gevolg. GEVAAR! Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie. ▶ Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar licha- melijk letsel tot gevolg hebben.
Het gaat om uw eigen veiligheid! Gebruik over- Het apparaat is uitsluitend bestemd voor werkzaamheden overeenkomstig het eenkomstig de bedoelde gebruik. bedoeling Het apparaat is uitsluitend voor de op het kenplaatje vermelde laswerkzaamhe- den bestemd. Ieder ander of afwijkend gebruik geldt als gebruik niet overeenkomstig de bedoe- ling.
Omgevingslucht: vrij van stof, zuren, corrosieve gassen of substanties, enz. Hoogte boven de zeespiegel: tot 2.000 m (6561 ft. 8.16 in.) Verplichtingen De gebruiker is verplicht uitsluitend personen met het apparaat te laten werken van de gebruiker die: op de hoogte zijn van de fundamentele voorschriften over arbeidsveiligheid en ongevallenpreventie, en vertrouwd zijn met de bediening van het apparaat deze bedieningshandleiding, met name het hoofdstuk "Veiligheidsvoorschrif- ten", hebben gelezen en begrepen, en dit door het zetten van hun handteke-...
Onder het dragen van beschermende kleding wordt onder meer verstaan: Het afschermen van ogen en gezicht met een laskap die is uitgerust met de juiste filters ter bescherming tegen UV-straling, hitte en vonken. Het dragen (achter de laskap) van een geschikte lasbril met zijbescherming. Het dragen van stevige schoenen die ook onder vochtige omstandigheden isoleren.
Voor de mate waarin de lasrook schadelijk is, zijn onder meer de volgende com- ponenten verantwoordelijk: de metalen die voor het werkstuk worden gebruikt de gebruikte elektroden de toegepaste coatings de gebruikte reinigingsmiddelen, ontvettingsmiddelen e.d. gebruikte lasproces De aanwijzingen in de veiligheidsinformatiebladen voor genoemde componenten in acht nemen en de instructies van de fabrikant opvolgen.
Alle kabels en leidingen moeten goed zijn bevestigd, onbeschadigd en geïsoleerd zijn, en een voldoende dikke kern hebben. Losse verbindingen, verschroeide of beschadigde kabels, of leidingen met een te kleine kern direct vervangen. Voor elk gebruik de stroomverbindingen handmatig op stevigheid controleren. Bij stroomkabels met bajonetplug de stroomkabel minimaal 180°...
Het apparaat zodanig plaatsen dat het voldoende is geïsoleerd voor een elek- trisch geleidende omgeving, zoals voor een geleidende bodem of geleidende on- derstellen. Bij het gebruik van stroomverdelers, units met een dubbele kop enz. rekening houden met het volgende: Ook de elektrode van de niet-gebruikte lastoorts/elek- trodenhouder is spanningvoerend.
EMF-maatrege- Elektromagnetische velden kunnen nog onbekende schade aan de gezondheid veroorzaken: Gevolgen voor de gezondheid van personen die zich in de nabijheid bevinden, bijvoorbeeld dragers van pacemakers en hoortoestellen. Dragers van pacemakers moeten zich door hun arts laten adviseren voordat zij zich in de onmiddellijke nabijheid van het apparaat en het lasproces bege- ven.
Gebruik voor het kraantransport van apparaten uitsluitend geschikte lastopna- memiddelen van de fabrikant. Bevestig kettingen of kabels aan alle hiervoor bestemde ophangpunten op het geschikte lastopnamemiddel. De kettingen of kabels moeten een zo klein mogelijke afwijking van hun lood- rechte stand hebben. Verwijder gasflessen en draadtoevoer (MIG/MAG- en TIG-apparaten).
slangen, fittingen, enz.). Gebruik beschermgasflessen en accessoires alleen als deze in goede staat zijn. Draai bij het openen van het ventiel van de fles met beschermgas het gezicht weg van de uitlaat. Wordt er niet gelast, sluit dan het ventiel van de beschermgasfles. Laat bij niet-aangesloten beschermgasflessen de kap op het ventiel zitten.
Veiligheidsmaat- U mag uitsluitend met het apparaat werken als alle veiligheidsvoorzieningen vol- regelen bij nor- ledig operationeel zijn. Zijn de veiligheidsvoorzieningen niet volledig operationeel, maal gebruik dan levert dit gevaar op voor: het leven van de gebruiker of dat van derden; het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker;...
(zoals de relevante productnormen van de normenreeks EN 60 974). Fronius International GmbH verklaart dat het apparaat voldoet aan richtlijn 2014/53/EU. De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is online be- schikbaar op: http://www.fronius.com Apparaten die zijn voorzien van het CSA-testsymbool voldoen aan de eisen van de relevante Canadese en Amerikaanse normen.
Auteursrecht Het auteursrecht op deze handleiding berust bij de fabrikant. Tekst en afbeeldingen komen overeen met de stand van de techniek bij het ter perse gaan. Wijzigingen voorbehouden. Aan de inhoud van deze handleiding kan de gebruiker geen rechten ontlenen. Hebt u een voorstel tot verbetering? Ziet u een fout in deze handleiding? Wij zijn u dankbaar voor uw opmerkingen.
Algemeen Apparaatcon- De MIG/MAG-stroombronnen TPS cept 320i, TPS 400i, TPS 500i en TPS 600i zijn volledig gedigitaliseerde, door een microprocessor aangestuurde omvor- merstroombronnen. Het modulaire ontwerp en de eenvou- dige mogelijkheid tot systeemuitbrei- ding zorgen voor optimale flexibiliteit. De apparaten zijn op alle specifieke omstandigheden aan te passen.
Conformiteit Dit apparaat voldoet aan de grenswaarden voor een digitaal apparaat uit EMV- emissieklasse A, conform deel 15 van de FCC-regels. Deze grenswaarden moeten een passende bescherming bieden tegen schadelijke storingen wanneer het ap- paraat binnen een bedrijfssetting wordt gebruikt. Dit apparaat genereert en ge- bruikt hoogfrequente energie en kan schadelijke interferentie in de radiocommu- nicatie veroorzaken als het niet in overeenstemming met de gebruiksaanwijzing geïnstalleerd en gebruikt wordt.
keuring de frequentie niet wijzigen, het vermogen niet verhogen en de kenmerken en functies van het oorspronkelijke ontwerp niet veranderen. Artikel 14 Het gebruik van radiostralingsmotoren met laag vermogen mag de vliegveiligheid en de wettelijke communicatie niet in gevaar brengen. Een geconstateerde interferentie moet onmiddellijk worden gedeactiveerd en ge- corrigeerd tot er geen interferentie meer is.
Pagina 28
WARNING AVERTISSEMENT Do Not Remove, Destroy, or Cover This Label Ne pas retirer, détruire ni couvrir cette étiquette PROTECT yourself and others. SE PROTÉGER et protéger les autres. ARC PROCESSES can be hazardous. Les PROCÉDÉS À L’ARC ÉLECTRIQUE peuvent être dangereux. •...
Systeemonderdelen Algemeen De stroombronnen kunnen met verschillende systeemcomponenten en opties worden aangedreven. Afhankelijk van het inzetgebied van de stroombronnen kunnen daardoor verwerkingen worden geoptimaliseerd, en de werking en bedie- ning worden vereenvoudigd. Overzicht (2a) koelapparaten Stroombronnen (2a) TPS 400i LSC ADV-stroombron Robotaccessoires Verbindingsslangpakketten (max.
Pagina 30
2 stuks per stroombron OPT/i TPS 2. NT241 CU 1400i Bij gebruik van een CU 1400-koelapparaat moet in de TPS 320i - 600i-stroom- bronnen de optie OPT/i TPS 2. NT241 CU1400i worden gemonteerd. De optie OPT/i TPS 2. NT241 CU1400 is standaard in TPS 600i-stroombronnen gemonteerd.
Pagina 31
van taken in SmartManager. Meer informatie vanaf pagina 219. OPT/i Documentation Optie voor de documentatiefunctie OPT/i Interface Designer Optie voor individuele interface-configuratie OPT/i WebJobEdit De Web Job Editor kan worden gebruikt in combinatie met de OPT/i Jobs om de taken in een Robot Teach Panel te bewerken. De browser van de robot of een computer heeft rechtstreeks toegang tot de webpagina van de Web Job Editor.
Optie OPT/i Sa- BELANGRIJK! De veiligheidsfunctie OPT/i Safety Stop PL d werd volgens EN fety Stop PL d ISO 13849-1:2008 + AC:2009 als categorie 3 ontwikkeld. Hiervoor is een tweekanaalstoevoer van het ingangssignaal nodig. Een overbrugging van de twee kanalen (bijv. door middel van een kortsluitbeugel) is niet toegestaan en leidt tot verlies van de PL d.
Welding Packages Algemeen Om de meest uiteenlopende materialen effectief te kunnen bewerken, beschik- ken de TPSi-stroombronnen over verschillende Welding Packages, laskarakteris- tieken, lasprocedures en -processen. Welding Packa- Voor de TPSi-stroombronnen zijn de volgende Welding Packages beschikbaar: Welding Package Standard 4,066,012 (maakt MIG/MAG Standard-Synergic-lassen mogelijk) Welding Package Pulse 4,066,013...
Laskarakteristieken Laskarakteristie- Afhankelijk van het lasproces en de beschermgascombinatie staan bij de keuze van het extra materiaal diverse procesgeoptimaliseerde laskarakteristieken ter beschikking. Voorbeelden van laskarakteristieken: MIG/MAG 3700 PMC Steel 1,0mm M21 - arc blow * MIG/MAG 3450 PMC Steel 1,0mm M21 - dynamic * MIG/MAG 3044 Puls AlMg5 1,2 mm I1 - universal * MIG/MAG 2684 Standard Steel 0,9 mm M22 - root * De aanvullende markering (*) voor het lasproces geeft informatie over speciale ei-...
Pagina 37
Extra vereist: Elektronische schakelaar voor stroomonderbreking Maximale stroomvermindering door het openen van de stroomkring in elke ge- wenste procesfase alleen in combinatie met TPS 400i LSC ADV ADV braze Karakteristiek voor soldeerprocessen (betrouwbare bevochtiging en goede vloei van het soldeermateriaal) In het korte-lichtboogbereik komen nauwelijks lasspatten voor.
Pagina 38
CC/CV CC/CV Karakteristiek met constante stroom of constante spanning voor de stroomvoor- ziening van de stroombron - draadtoevoer is niet nodig. cladding CMT, LSC, PMC Karakteristieken voor opbouwlassen met weinig inbranding, weinig verdunning en een brede naadstroom voor een betere bevochtiging constant current Karakteristiek met constante stroom voor toepassingen waarbij geen lichtbooglengteregeling vereist is (stickout-wijzi-...
Pagina 39
Karakteristiek met zeer lage warmtetoevoer voor de beste overbrugging van sple- hotspot Karakteristiek met warmstartsequentie, vooral voor gatnaden en MIG/MAG- puntlasverbindingen 2) / 3) Extra vereist: Welding Packages Pulse en PMC Karakteristiek voor het maken van een schuine lasnaad. De warmtetoevoer in het onderdeel wordt specifiek geregeld door de cyclische proceswisseling tussen puls en korte lichtboog.
Pagina 40
Extra vereist: PushPull-aandrijfeenheid WF 25i Robacta Drive of WF 60i Robacta Drive CMT Welding Packages Pulse en PMC Karakteristiek voor het maken van een schuine lasnaad door een cyclische pro- cesonderbreking van de impulslichtboog en een extra draadbeweging multi arc Karakteristiek voor onderdelen waarop meerdere elkaar beïnvloedende lichtbo- gen lassen.
Pagina 41
pipe PMC, Puls, Standard Karakteristieken voor buistoepassingen en positielasbewerkingen in smalle sple- pipe cladding PMC, CMT Karakteristieken voor oppervlaktelasbewerkingen van de buitenzijden van buizen met weinig inbranding, lage opbouw en brede naaduitvloeiing retro CMT, Puls, PMC, Standard De karakteristiek heeft dezelfde laseigenschappen als de voorganger van de ap- paraatserie TransPuls Synergic (TPS).
Pagina 42
De MIG/MAG-tandemkarakteristiek verandert direct van een impulslichtboog naar een geconcentreerde sproeilichtboog boven een bepaald vermogen. De twee lichtbogen zijn niet gesynchroniseerd. TWIN universal PMC, Puls, CMT De MIG/MAG-tandemkarakteristiek voor alle gangbare lastaken, geoptimaliseerd voor de onderlinge magnetische interactie van de lichtbogen. De twee lichtbogen zijn niet gesynchroniseerd.
Lasprocedures en processen MIG/MAG-puls- MIG/MAG-puls-synergisch-lassen is een impulslichtboogproces met gestuurde synergisch-las- materiaalovergang. Hierbij wordt in de basisstroomfase de energietoevoer zo ver verlaagd dat de lichtboog nog net stabiel brandt en het oppervlak van het werkstuk alvast wordt opgewarmd. In de pulsstroomfase zorgt een exact gedoseerde stroomimpuls voor de gerichte afgifte van een druppel lasmateriaal.
Synchropuls- Synchropuls is standaard beschikbaar voor standaard-, puls-, LSC- en PMC-las- lassen sen. Bij Synchropuls wordt het lasvermogen cyclisch tussen twee werkpunten gewis- seld waardoor een geschubde lasnaad ontstaat als gevolg van een niet-continue toevoer van warmte. CMT-proces CMT = Cold Metal Transfer Voor het CMT-proces is een speciale CMT-aandrijfeenheid vereist.
SlagHammer Voor alle staalkarakteristieken is de SlagHammer-functie geïmplementeerd. In combinatie met een CMT-aandrijfeenheid WF 60i CMT wordt de slak door een omkerende draadbeweging zonder lichtboog voor het lassen van de lasnaad en het draadelektrode-uiteinde gestoten. Door het afkloppen van de slak wordt een veilige en nauwkeurige ontsteking van de lichtboog gegarandeerd.
Pagina 46
De bedrijfsparameters voor het gutsen worden in een speciale karakteristiek ge- definieerd. Toepassingen: Gietgallen, poriën of slakinsluitingen uit werkstukken verwijderen Overblijfselen van het gietproces verwijderen of hele werkstukoppervlakken afwerken in gieterijen Voorbereiding van randen van dikke platen Voorbereiding en verbetering van lasnaden Laswortels of lasfouten uitgutsen Lasvoegen maken...
Bedieningspaneel Algemeen De voor het lassen vereiste parameters kunnen eenvoudig met behulp van een stelwiel worden geselecteerd en gewijzigd. De parameters worden tijdens het lassen op het display weergegeven. Door de functie Synergic worden bij het wijzigen van een enkele parameter ook andere parameters ingesteld.
Bedieningspa- neel 43,0001,3547 Functie USB-aansluiting Voor de aansluiting van USB-sticks (bijv. service-dongle, licence-key, etc.). BELANGRIJK! De aansluiting USB wordt niet galvanisch van de laskring gescheiden. Apparaten die een elektrische verbinding met een ander ap- paraat maken, mogen daardoor niet meer op de aansluiting USB worden aangesloten! Stelwiel met draai-/drukfunctie voor het selecteren van elementen, het instellen van waarden en het scrol-...
Leeszone voor NFC-keys voor het vergrendelen/ontgrendelen van de stroombron met behulp van NFC-toetsen voor het aanmelden van verschillende gebruikers (met actief gebrui- kersbeheer en toegewezen NFC-keys) NFC-key = NFC-kaart of NFC-sleutelhanger Toets draadinvoer Voor gas- en stroomloze invoer van de draadelektrode in het lastoorts- slangpakketten Toets Gascontrole Voor het instellen van de vereiste gashoeveelheid op de drukregelaar.
Display en statusregel Display (3a) Functie Statusregel Bevat informatie over: actuele lasgegevens Bluetooth- of WLAN-status aangemelde gebruikers / status stroombronvergrendeling aanwezige fouten Tijd en datum en andere Informatie, zie vanaf pagina Linker menubalk De linker menubalk bevat de volgende menu's: Lassen Lasprocedure Procesparameter...
Rechter menubalk De rechter menubalk kan als volgt worden gebruikt, afhankelijk van het in de linker menubalk geselecteerde menu: Als functiebalk, bestaande uit toepassings- en functie-buttons Voor navigatie in het 2e Basis menu De rechter menubalk wordt bediend door het display aan te raken. Weergave van laswaarden Lasstroom, lasspanning, draadsnelheid, lasvermogen (in kW) Afhankelijk van de situatie worden hier verschillende waarden weergege-...
Pagina 54
Symbool is grijs: Procesfunctie is beschikbaar, maar wordt niet voor het lassen gebruikt Bluetooth/WLAN-statusweergave (alleen op gecertificeerde apparaten) Symbool brandt blauw: actieve verbinding met een Bluetooth-deelnemer Symbool brandt grijs: Bluetooth-deelnemer gedetecteerd, geen actieve verbinding Weergave overgangslichtboog alleen in TWIN-bedrijf: stroombronnummer, LEAD / TRAIL / SINGLE alleen in bedrijf met een draadtoevoer WF 25i Dual met dubbele kop: momenteel geselecteerde lasproceslijn Bij het Teachen, bij de Touchsensing en bij de WireSense:...
Pagina 55
het sleutelsymbool bij geblokkeerde stroombron (bijv. wanneer profiel / rol "locked" geactiveerd is) Tijd en datum OPMERKING! De volgende functies kunnen direct op de statusbalk worden geselecteerd en in- gesteld: (1) Lasproces (2) Bedrijfsmodus (3) Eigenschap van laskarakteristiek (bijv. dynamic, root, universal enz.) (4) Synchropuls, Spatter Free Ignition, CMT Cycle Step, Interval ▶...
Statusregel - Als tijdens het MIG/MAG-lassen de karakteristiekafhankelijke stroomgrens stroomgrens be- wordt bereikt, verschijnt op de statusregel een bij behorende melding. reikt Current limit exceeded! Voor meer informatie de statusregel selecteren De informatie wordt weergegeven. Voor afsluiten "Informatie verbergen" selecteren Draadsnelheid, lasstroom, lasspanning of materiaaldikte verminderen afstand tussen contactbuis en werkstuk vergroten Meer informatie over de stroomlimiet vindt u in de paragraaf Storingsdiagnose en...
Pagina 57
Volledig-schermmodus beëindigen: OPMERKING! Door de EasyJobs te verbergen wordt een optimale volledig-schermweergave bereikt: ▶ Voorinstellingen / Aanzicht / EasyJobs / EasyJobs uit Met enkele voorinstellingen en de instelmogelijkheden via de statusregel kan de stroombron volledig worden bediend bij handmatige toepassingen in volledig scherm.
Volgende pagina OPMERKING! - vorige pagina Het aantal en de volgorde van de weergegeven parameters kan variëren afhan- kelijk van het type apparaat, de uitrusting en de beschikbare Welding Packages. Als een menu meer dan zes parameters bevat, worden de parameters over meer- dere pagina's verdeeld.
Geanimeerde Voor bepaalde parameters worden geanimeerde grafieken op het display weerge- grafieken geven. Deze geanimeerde grafieken veranderen wanneer de waarde van de parameter wordt gewijzigd. Voorbeeld: Lasparameter pulscorrectie -10 / 0 / +10 Voorbeeld: Procesparameter / Procesregeling / Inbrandstabilisator 0 / 0,1 / 10,0...
Uitgegrijsde pa- OPMERKING! rameter In de menu's worden bepaalde parameters grijs weergegeven omdat ze geen functie hebben voor de huidige geselecteerde instellingen. ▶ Uitgegrijsde parameters kunnen worden geselecteerd en gewijzigd, maar hebben geen invloed op het huidige lasproces of het lasresultaat. Uitgegrijsde parameter (bijv.
Aansluitingen, schakelaars en mechanische com- ponenten Stroombron TPS 320i / 400i / 500i / 600i, TPS (10) 400i LSC ADV (11) (12) (13) Voorzijde Achterzijde Functie Netschakelaar voor het in- en uitschakelen van de stroombron Afdekplaatje van bedieningspaneel voor het beschermen van het bedieningspaneel Bedieningspaneel met display voor het bedienen van de stroombron (-) Stroombus met bajonetsluiting...
Pagina 62
slangenpakket bij MIG/MAG-lassen voor poolomkering (bijv. bij voldraad- lassen). (13) Afdekplaatje Bedoeld voor optie tweede SpeedNet-aansluiting of robotinterface RI FB Inside/i Op de TPS 600i is nog een afdekplaatje gemonteerd, die de systeembus- aansluiting van de optie OPT/i TPS 4x Switch SpeedNet bevat.
Minimale uitrusting voor het lassen Algemeen Afhankelijk van de lasprocedure is een bepaalde minimum uitrusting nodig om met de stroombron te werken. Hierna worden de lasprocedures en de benodigde minimum uitrusting voor de lasprocedure beschreven. MIG/MAG - las- Stroombron sen gasgekoeld Aardkabel MIG/MAG-lasbrander, gasgekoeld Beschermgasvoorziening...
Voor installatie en ingebruikneming Veiligheid GEVAAR! Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden. Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken. ▶ Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven, mogen uitsluitend door technisch geschoold personeel worden uitgevoerd. ▶...
Netaansluiting De apparaten zijn voor de op het kenplaatje aangegeven netspanning ge- schikt. Apparaten met een nominale spanning van 3 x 575 V mogen alleen worden gebruikt op driefasige netwerken met een geaard sterpunt. Is de netkabel of de netstekker bij uw apparaat niet aangebracht, dan moe- ten deze volgens de nationale normen door vakpersoneel worden gemon- teerd.
Informatie over De hierna beschreven werkstappen en taken bevatten verwijzingen naar verschil- systeemonder- lende systeemonderdelen, zoals: delen rijwagen koelapparaten draadtoevoer-opnames draadtoevoer verbindingsleidingpakketten lasbrander enz. Nauwkeurige informatie over de montage en aansluiting van de systeemonderde- len vindt u in de betreffende bedieningshandleidingen van de systeemonderde- len.
Veiligheid GEVAAR! Gevaar door verkeerd uitgevoerde werkzaamheden. Dit kan ernstig letsel of schade aan eigendommen veroorzaken. ▶ De hieronder beschreven werkzaamheden mogen uitsluitend door geschoold personeel worden uitgevoerd. ▶ De nationale normen en richtlijnen moeten worden opgevolgd. VOORZICHTIG! Gevaar door ondeskundig voorbereide netkabel. Dit kan kortsluitingen of schade aan eigendommen veroorzaken.
IP 23 te bereiken. Algemeen De inbedrijfstelling van de stroombronnen TPS 320i / 400i / 500i / 600i en TPS 400i LSC ADV wordt beschreven aan de hand van een handmatige, watergekoel- de MIG/MAG-toepassing.
Trekontlasting van het verbin- dingsslangpak- ket monteren Trekontlasting aan rijwagen vastzetten Trekontlasting aan draadtoevoer vastzetten Verbindingsslan- OPMERKING! genpakket aan- sluiten Bij gasgekoelde systemen is geen koelapparaat voorhanden. Het aansluiten van de koelmiddelaansluitingen vervalt bij gasgekoelde systemen. Verbindingsleidingpakket op stroombron en Verbindingsslangpakket op draadtoevoer aan- koelapparaat aansluiten sluiten...
R/L-synchronisatie uit (zie pagina 151)! Magnetisch gecompenseerde verbindingsslangpakketten maken het mogelijk het plaatsingstraject te veranderen zonder de inductie van het lascircuit te hoeven te veranderen. Magnetisch gecompenseerde verbindingsslangpakketten zijn bij Fronius ver- krijgbaar in lengtes van 10 m en meer.
Gasfles aanslui- GEVAAR! Gevaar door omvallende gasflessen. Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken. ▶ Gasflessen stabiel op een vlakke en vaste ondergrond plaatsen. Gasflessen tegen omvallen beveiligen. ▶ De veiligheidsvoorschriften van de gasflesfabrikant opvolgen. Gasfles op wagenbodem plaatsen Gasflessen door middel van fles- gordel aan het bovenste deel van de gasfles (maar niet aan de fles-...
Aardeverbinding OPMERKING! maken Wanneer een aardingsverbinding wordt gemaakt, moet op het volgende worden gelet: ▶ Voor elke stroombron een eigen aardekabel gebruiken ▶ Plus- en aardekabel zo lang en dicht mogelijk bij elkaar houden ▶ Laskringkabels van afzonderlijke stroombronnen zo ver mogelijk uit elkaar houden ▶...
Aardekabel in de (-)-stroombus steken en vergrendelen Met het andere uiteinde van de aardkabel verbinding maken met het werkstuk BELANGRIJK! Voor optimale laseigen- schappen moet de aardekabel zo dicht mogelijk bij het verbindingsslangen- pakket worden geplaatst. VOORZICHTIG! Ongunstige lasresultaten door gemeenschappelijke aardverbinding van meer- dere stroombronnen! Als meerdere stroombronnen aan één onderdeel lassen, kan een gemeenschap- pelijke aardverbinding de lasresultaten enorm beïnvloeden.
Pagina 81
Goed uitgeruste lastoorts met de markering boven vooraan in de aansluiting lastoorts van de draad- toevoer schuiven Spanhendel op draadaandrijving sluiten Bij watergekoelde lastoortsen: Slang voor koelmiddelvoorloop op koelmiddelvoorloopaansluiting (blauw) aansluiten Slang voor koelmiddelterugloop op koelmiddelterugloopaansluiting (rood) aansluiten Afdekking draadtoevoer sluiten Controleren of alle aansluitingen stevig zijn aangesloten...
Verdere activi- De volgende werkstappen doorvoeren volgens de bedieningshandleiding van de teiten draadtoevoer: Aandrijfrollen in draadtoevoer inzetten Draadspoelen of korfspoelen met korfspoel-adapter in draadtoevoer inzetten Draadelektrode laten inlopen De invoer van de draadelektrode kan door het indrukken van de toets Draadinvoer in het lassysteem of door het indrukken van de lasbrandertoets worden uitgevoerd.
Stroombron door middel van NFC-key vergrende- len en ontgrendelen Algemeen NFC-key = NFC-kaart of NFC-sleutelhanger De stroombron kan door middel van een NFC-key worden vergrendeld, bijv. om ongewenste toegang of het wijzigen van lasparameters te voorkomen. Voor het vergrendelen en ontgrendelen van de stroombron hoeft het bedienings- paneel niet te worden aangeraakt.
Pagina 84
De stroombron is nu uitgeschakeld. Alleen de lasparameters kunnen worden bekeken en aangepast met behulp van het stelwiel. Als een geblokkeerde functie wordt opgeroepen, wordt een dienovereenkomstige melding weergegeven. Stroombron deblokkeren NFC-key in de leeszone voor de NFC-keys ingedrukt houden Op het display wordt het doorgestreepte sleutelsymbool kort weergegeven.
MIG/MAG-bedrijfscycli Algemeen GEVAAR! Onjuiste bediening kan ernstig letsel en zware materiële schade veroorzaken. De beschreven functies pas gebruiken nadat de handleiding volledig is gelezen en begrepen. ▶ De beschreven functies pas gebruiken nadat de handleiding volledig is gele- zen en begrepen. ▶...
Einde lichtbooglengtecorrectie Slope 2: continue verlaging van de lasstroom naar de eindstroom Gasnastroming Puntlastijd Gedetailleerde uitleg van de parameters in het hoofdstuk Procesparameters. 2-stapsproces De bedrijfsmodus '2-stapsproces' is geschikt voor Deelwerk Korte lasnaden Automatische en robotwerking 4-stapsproces De bedrijfsmodus '4-stapsproces' is voor langere lasnaden geschikt.
Speciaal 4- stapsproces De bedrijfsmodus "Speciaal 4-stapsproces" is met name geschikt voor het lassen van aluminium materialen. Het speciale verloop van de lasstroom houdt rekening met de hoge warmtegeleiding van aluminium. Speciaal 2- stapsproces De bedrijfscyclus "speciaal 2-stapsproces" is in het bijzonder geschikt voor het lassen met hogere capaciteit.
MIG/MAG- en CMT-lassen Veiligheid GEVAAR! Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden. Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken. ▶ Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven, mogen uitsluitend door technisch geschoold personeel worden uitgevoerd. ▶...
Lasprocedure en Pulse 4-step bedrijfsmodus instellen via de statusregel Op de statusregel het symbool voor de lasprocedure selecteren Het overzicht met lasprocedures wordt weergegeven. Gewenste lasprocedure selecteren Pulse 4-step Op de statusregel het symbool voor de bedrijfsmodus selecteren...
Het overzicht van de bedrijfsmodi wordt weergegeven. De gewenste bedrijfsmodus selecteren Lasprocedure en De lasprocedure en bedrijfsmodus kunnen ook via de menubalk worden inge- bedrijfsmodus steld. instellen via de menubalk OPMERKING! Het aantal en de volgorde van de weergegeven lasprocedures kan variëren af- hankelijk van het type apparaat, de uitrusting en de beschikbare Welding Packa- ges.
Het overzicht met lasprocedures wordt weergegeven. Afhankelijk van het type stroombron of het geïnstalleerde functiepakket zijn ver- schillende lasprocedures beschikbaar. Gewenste lasprocedure selecteren Pulse 'Bedrijfsmodus' selecteren Het overzicht van de bedrijfsmodi wordt weergegeven. 2-stapsproces 4-stapsproces Speciaal 2-stapsproces Speciaal 4-stapsproces Puntlassen De gewenste bedrijfsmodus selecteren Extra materiaal en beschermgas...
'Lasprocedure' selecteren 'Extra materiaal' selecteren 'Materiaalinstellingen wijzigen' selecteren Stelwiel draaien en gewenst extra materiaal selecteren 'Doorgaan' selecteren en stelwiel indrukken Stelwiel draaien en de gewenste draaddiameter selecteren 'Doorgaan' selecteren en stelwiel indrukken Stelwiel draaien en het gewenste beschermgas selecteren 'Doorgaan' selecteren en stelwiel indrukken OPMERKING! De beschikbare karakteristieken per proces worden niet weergegeven als slechts een karakteristiek beschikbaar is voor het geselecteerde extra materi-...
Pagina 96
'Lassen' selecteren Door stelwiel te draaien de gewenste lasparameter selecteren Voor het wijzigen van de parameter het stelwiel indrukken De waarde van de parameter wordt als een horizontale schaal weergegeven. De parameter wordt geïllustreerd met een geanimeerde grafiek: bijv. parameter Lasstroom De geselecteerde parameter kan nu worden gewijzigd.
De hoeveelheid Gasflesventiel openen beschermgas in- Toets Gascontrole indrukken stellen Gas stroomt naar buiten. Het dialoogvenster "Gasreiniging" verschijnt op het display met een indicatie van de resterende duur van de gasreiniging. Als er een gasregelaar of gassen- sor in het lassysteem aanwezig is, wordt ook de werkelijke gaswaarde weerge- geven.
Pagina 98
OPMERKING! Parameters die op een systeemonderdeel worden ingesteld, zoals draadtoevoer of afstandsbediening, kunnen onder voorwaarden niet op het bedieningspaneel van de stroombron worden gewijzigd.
Puntlassen en interval-lassen Puntlassen Puntlassen wordt toegepast op unilateraal toegankelijke lasverbindingen op over- lappende platen. Gewenste lasprocedure selecteren: via de statusregel / bedrijfsmodus - zie vanaf pagina 92, werkstap 3 via de menubalk - zie vanaf pagina Puntlassen activeren: Op de statusregel het symbool voor de bedrijfsmodus selecteren Puntlassen selecteren Lasprocedure / Bedrijfsmodus / Puntlassen selecteren Pulse...
OPMERKING! Voor puntlassen is standaard de bedrijfsmodus 4-stapsproces ingesteld. Lastoorts indrukken - Puntlasprocedure loopt tot einde van puntlastijd - Op- nieuw indrukken stopt de puntlastijd voortijdig ▶ Onder Voorinstellingen / Systeem / Bedrijfsmodus Setup kan de parameter Puntlassen worden gewijzigd in 2-stapsproces (meer informatie over 2-stapsproces en 4-stapsproces bij puntlassen vindt u vanaf pagina 186) Extra materiaal, draaddiameter en beschermgas selecteren...
Pagina 101
Afhankelijk van de geselecteerde lasprocedure de gewenste lasparameters instellen Intervallassen activeren: Op de statusregel de weergave Procesfuncties selecteren Interval selecteren Onder Procesparameter / Algemeen / Interval de parameter Interval op "Aan" instellen Intervallassen is geactiveerd, op de statusregel brandt de weergave In- terval.
Pagina 102
Bij aluminiumlegeringen wordt bij Puls en PMC altijd met SFI ontstoken. De SFI- ontsteking kan niet worden gedeactiveerd. Als de SlagHammer-functie in de geselecteerde karakteristiek is opgeslagen, vindt een snellere en stabielere SFI-ontsteking plaats in combinatie met een CMT-aandrijfeenheid en een draadbuffer.
MIG/MAG- en CMT-lasparameter Lasparameters Voor MIG/MAG Puls-Synergic-lassen en voor PMC-lassen kunnen de volgende voor MIG/MAG lasparameters worden ingesteld en weergegeven onder "Lassen": Puls-Synergic- lassen en voor PMC-lassen Draadtoevoer 2) 3) 2) 3) 0,5 - max. m/min / 19,69 - max ipm.
2) 3) 2) 3) 0,5 - max. m/min / 19,69 - max ipm. Materiaalsterkte 0,1 - 30,0 mm / 0,004 - 1,18 inch Stroom Instelbereik: afhankelijk van de geselecteerde lasprocedure en het geselecteerde lasprogramma Voor aanvang van het lassen wordt automatisch een richtwaarde getoond op ba- sis van de geprogrammeerde parameters.
0,5 - max. m/min / 19,69 - max ipm. Dynamiek voor het beïnvloeden van de kortsluitdynamiek op het moment van een druppel- overgang 0 - 10 Fabrieksinstelling: 1,5 0 ... hardere en stabielere lichtboog 10 ... zachtere en spatarme lichtboog Verklaring van Synergische parameter de voetnoten...
EasyJob-modus Algemeen Als de EasyJob-modus is geactiveerd, worden 5 extra buttons op het display weergegeven, waarmee snel max. 5 werkpunten kunnen worden opgeslagen. De huidige lasrelevante instellingen worden hierbij opgeslagen. EasyJob-modus activeren Pulse 2-step Voorkeuren / Weergave / EasyJobs selecteren Het overzicht voor het activeren/deactiveren van de EasyJob-modus wordt weer- gegeven.
EasyJob-werk- OPMERKING! punten opslaan De EasyJobs worden opgeslagen onder de jobnummers 1 - 5 en kunnen ook via het job-bedrijf worden opgeroepen. Het opslaan van een EasyJob overschrijft een job die onder hetzelfde jobnummer is opgeslagen! Om de huidige lasinstellingen op te slaan, raakt u een van de EasyJob-but- tons gedurende ca.
Als er na het aanraken van een EasyJob-button geen vinkje verschijnt, is er geen werkpunt onder deze button opgeslagen. EasyJob-werk- Om een EasyJob-werkpunt te wissen, raakt u de betreffende EasyJob-button punten wissen gedurende ca. 5 seconden aan De button verandert eerst van grootte en kleur; wordt na ongeveer 3 seconden met een kader weergegeven;...
Pagina 109
'Job laden' selecteren De lijst met opgeslagen jobs wordt weergegeven. Met het stelwiel de gewenste job selecteren "Laden" selecteren of stelwiel indrukken De job wordt in het lasmenu geladen, de stroombron bevindt zich niet in het job- bedrijf.
Job-modus Algemeen Tot 1.000 jobs kunnen in de stroombron worden opgeslagen en gereproduceerd. Handmatige documentatie van de lasparameters is niet langer nodig. Het job-bedrijf verhoogt zo de kwaliteit van geautomatiseerde en handmatige toepassingen. Jobs kunnen alleen worden opgeslagen vanuit het lasbedrijf. Bij het opslaan van jobs worden naast de huidige lasinstellingen ook de procesparameters en bepaal- de machinevoorkeuren in aanmerking genomen.
Het toetsenbord wordt weergegeven. Job-naam invoeren 'OK' selecteren en de job-naam bevestigen / stelwiel indrukken De naam worde overgenomen, de bevestiging via het opslaan van de job wordt weergegeven. Voor het verlaten 'Beëindigen' selecteren / stelwiel indrukken Job lassen - Jobs OPMERKING! oproepen Voor het opvragen van een Job controleren of de lasinstallatie overeenkomstig...
Met lassen beginnen BELANGRIJK! In het job-bedrijfs kan alleen de lasparameter "Job" worden ge- wijzigd, de overige lasparameters kunnen alleen worden bekeken. Jobnaam veran- deren "Als job opslaan" selecteren (werkt ook in het job-bedrijf) De lijst van jobs wordt weergegeven. Pulse 4-step Stelwiel draaien en de job waarvan de naam moet worden veranderd, selecte-...
'OK' selecteren en de veranderde jobnaam bevestigen / stelwiel indrukken De jobnaam is veranderd, de lijst met jobs wordt weergegeven. Voor verlaten 'Annuleren' selecteren OPMERKING! Als alternatief voor de hierboven beschreven procedure kan de job ook worden hernoemd in de procesparameters: ▶...
Stelwiel draaien en de te wissen job selecteren 'Job wissen' selecteren De veiligheidsvraag voor het wissen van de job wordt weergegeven. 'Ja' selecteren om de geselecteerde job te wissen De job is gewist, de lijst met jobs wordt weergegeven. Voor verlaten 'Annuleren' selecteren OPMERKING! Als alternatief voor de hierboven beschreven procedure kan de job ook worden verwijderd in de procesparameters:...
De gegevens van de geladen job kunnen nu gelast (geen job-bedrijf), gewijzigd of als nieuwe job of EasyJob opgeslagen worden. Job optimalise- Pulse 4-step 'Procesparameter' selecteren 'JOB' selecteren Het overzicht van de job-functies wordt weergegeven. Pulse 4-step 'Job optimaliseren' selecteren Het overzicht van de laatste geoptimaliseerde job wordt weergegeven.
Stelwiel draaien en of de job of de te wijzigen parameters van de job selecte- De selectie tussen de job en de parameters van de job kan ook worden ge- maakt door de button "Job-nummer / Job-parameters" aan te raken. Job selecteren: Stelwiel indrukken Het jobnummer wordt blauw weergegeven en kan nu worden gewijzigd.
Pagina 117
'JOB' selecteren Het overzicht van de job-functies wordt weergegeven. Pulse 4-step 'Correctiegrenzen' selecteren Het overzicht met de jobcorrectiegrenzen van de laatste opgeroepen jobs wordt weergegeven.
Stelwiel draaien en of de job of de te wijzigen grenzen van de job selecteren De selectie tussen de job en de grenzen van de job kan ook worden gemaakt door de button "Job-nummer / Job-parameters" aan te raken. Job selecteren: Stelwiel indrukken Het jobnummer wordt blauw weergegeven en kan nu worden gewijzigd.
'Procesparameter' selecteren 'JOB' selecteren Het overzicht van de job-functies wordt weergegeven. Pulse 4-step Voorkeur voor 'Opslaan als' selecteren De weergegeven informatie bevestigen De voorkeuren voor het opslaan van nieuwe jobs worden weergegeven. Draai aan het stelwiel en kies de gewenste parameter Het stelwiel indrukken Stelwiel draaien en de waarde wijzigen Het stelwiel indrukken...
Pagina 120
De lasproceslijn wordt geselecteerd via de lasbrandertoets, de statusregel, de toetsen op de WF Dual of de afstandsbediening. Door een job te selecteren, wordt automatisch de bijbehorende lasproceslijn ge- activeerd. De job kan uit beide lasproceslijnen worden geselecteerd. Voor jobs die zijn gemaakt met een firmwareversie < 4.0.0, wordt de parameter tijdens een firmware-update automatisch op "negeren"...
TIG-lassen Veiligheid GEVAAR! Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden. Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken. ▶ Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven, mogen uitsluitend door technisch geschoold personeel worden uitgevoerd. ▶ U dient dit document volledig te lezen en te begrijpen.
TIG-lassen VOORZICHTIG! Gevaar van letsel en materiële schade door elektrische schok. Zodra de schakelaar in de 'I'-stand staat, staat er spanning op de wolfraamelek- trode van de lastoorts. ▶ Erop letten dat de wolfraamelektrode geen personen of elektrisch geleiden- de dan wel geaarde delen raakt (bijvoorbeeld behuizingen e.d.). Netschakelaar in stand - I - zetten 'Lasprocedure' selecteren 'Procedure' selecteren...
Pagina 123
Voor het wijzigen van de parameter het stelwiel indrukken De waarde van de parameter wordt als horizontale schaal weergegeven: De geselecteerde parameter kan nu worden gewijzigd. Stelwiel draaien en de parameter wijzigen Voor gebruikers- of toepassingsspecifieke instellingen in de lasmachine, in- dien nodig procesparameters instellen Gasblokkeringsventiel op TIG gasschuif-lastoorts openen Op de drukverminderaar de gewenste hoeveelheid beschermgas instellen...
Lichtboog ont- De lichtboog wordt ontstoken door het werkstuk aan te raken met de wolfraame- steken lektrode. Gasbuis op de ontstekingsplek opstellen zodat tussen de punt van de wol- fraamelektrode en het werkstuk 2-3 mm of 0,08 - 0,12 in. afstand bestaat Lastoorts langzaam oprichten tot de wolfraamelektrode het werkstuk aan- raakt Lastoorts optillen en in de normale positie draaien - vlamboog ontstoken...
Elektrode lassen Veiligheid GEVAAR! Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden. Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken. ▶ Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven, mogen uitsluitend door technisch geschoold personeel worden uitgevoerd. ▶...
Elektrodelassen VOORZICHTIG! Gevaar van letsel en materiële schade door elektrische schok. Zodra de schakelaar in de I-stand staat, staat de staafelektrode in de elektrode- houder onder spanning. ▶ Erop letten dat de staafelektrode geen personen of elektrisch geleidende dan wel geaarde delen raakt (bijvoorbeeld behuizingen e.d.). Netschakelaar in stand - I - zetten 'Lasprocedure' selecteren 'Procedure' selecteren...
Pagina 127
Stelwiel draaien en de gewenste lasparameter selecteren Voor het wijzigen van de parameter het stelwiel indrukken De waarde van de parameter wordt als horizontale schaal weergegeven: De geselecteerde parameter kan nu worden gewijzigd. Stelwiel draaien en de parameter wijzigen Voor gebruikers- of toepassingsspecifieke instellingen in de lasmachine, in- dien nodig procesparameters instellen Met lassen beginnen...
Lasparameters Voor elektrodelassen kunnen de volgende lasparameters worden ingesteld en voor het elektro- weergegeven onder "Lassen": delassen Dynamiek voor het beïnvloeden van de kortsluitdynamiek op het moment van een druppel- overgang 0 - 100 Fabrieksinstelling: 20 0 ... zachtere en spatarme lichtboog 100 ...
Gutsen Veiligheid GEVAAR! Gevaar door verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden. Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken. ▶ Alle werkzaamheden en functies die in dit document worden beschreven, mogen uitsluitend door technisch geschoold personeel worden uitgevoerd. ▶ U dient dit document volledig te lezen en te begrijpen.
Gutsen VOORZICHTIG! Gevaar van letsel en materiële schade door elektrische schok. Zodra de schakelaar in de I-stand staat, staat de elektrode in de gutstoorts on- der spanning. ▶ Let erop dat de elektrode geen personen of elektrisch geleidende dan wel geaarde delen raakt (bijvoorbeeld behuizingen e.d.) VOORZICHTIG! Risico op lichamelijk letsel door harde geluiden.
Procesparameter algemeen Procesparame- OPMERKING! ter algemeen De weergave en de volgorde van de procesparameters kan variëren afhankelijk van het type apparaat, de uitrusting en de beschikbare Welding Packages. Procesparame- De volgende procesparameters kunnen worden ingesteld en weergegeven voor de ters voor las- lasstart en het laseinde: start / laseinde Speciaal 2/4-stapsparameter...
Pagina 135
Start lichtbooglengtecorrectie voor het corrigeren van de lichtbooglengte bij lasstart -10 - -0,1 / automatisch / 0,0 - 10,0 Fabrieksinstelling: automatisch - ... kortere lichtbooglengte 0 ... neutrale lichtbooglengte + ... langere lichtbooglengte automatisch: de in de lasparameters ingestelde waarde wordt overgenomen Startstroomtijd voor het instellen van de tijd hoe lang de startstroom actief moet zijn uit / 0,1 - 10,0 s...
Pagina 136
Handmatig-parameter Ontstekingsstroom (handmatig) voor het instellen van de ontstekingsstroom bij MIG/MAG Standard-handmatig lassen 100 - 550 A (TPS 320i) 100 - 600 A (TPS 400i, TPS 400i LASC ADV) 100 - 650 A (TPS 500i, TPS 600i) Fabrieksinstelling: 500 A...
Gasfactor afhankelijk van het gebruikte beschermgas (alleen in combinatie met de optie OPT/i-gasregelaar) automatisch / 0,90 - 20,00 Fabrieksinstelling: automatisch (voor standaardgassen uit de Fronius-lasdatabase wordt de correctiefactor auto- matisch ingesteld) Gasrichtwaarde beschermgasdoorstroming (alleen in combinatie met een optie OPT/i-gasregelaar)
Gasrichtwaarde bij bovengrens stroombereik 0,5 - 30,0 l/min Fabrieksinstelling: 25,0 l/min In het job-bedrijf kunnen de ingestelde waarden van de bovenstaande parame- ters voor elke job afzonderlijk worden opgeslagen. Procesparame- De volgende procesparameters kunnen worden ingesteld en weergegeven voor de ters voor proces- procesregeling: regeling...
Pagina 139
Toepassingsvoorbeelden Inbrandstabilisator = 0 m/min (niet geactiveerd) I [A] [m/min] t [s] < s > x Inbrandstabilisator = 0 m/min (niet geactiveerd) Een verandering in de contactbuisafstand (h) veroorzaakt een verandering in de weerstand in het lascircuit als gevolg van een langere Stickout (s De constante spanningsregeling voor een constante lichtbooglengte veroorzaakt een reductie van de gemiddelde stroomwaarde en dus een kleinere inbranddiepte Inbrandstabilisator = n m/min (geactiveerd)
Pagina 140
I [A] [m/min] 0,5 m/min t [s] < s > x Inbrandstabilisator = 0,5 m/min (geactiveerd) Om de verandering in lasstroom zo laag mogelijk te houden tijdens een stickout- wijziging (s ==> s ),wordt de draadsnelheid verhoogd of verlaagd met 0,5 m/min. In het weergegeven voorbeeld wordt het stabiliserende effect gehandhaafd tot de ingestelde waarde van 0,5 m/min (positie 2) zonder dat de stroom verandert.
Pagina 141
Toepassingsvoorbeelden Lichtbooglengtestabilisator = 0 / 0,5 / 2,0 Lichtbooglengtestabilisator = 0 Lichtbooglengtestabilisator = 0,5 Lichtbooglengtestabilisator = 2 I [A] [m/min] U [V] t [s] > L > L Lichtbooglengtestabilisator = 0 / 0,5 / 2,0 Door de lichtbooglengtestabilisator te activeren, wordt de lichtbooglengte ver- minderd tot er kortsluiting optreedt.
Combinatie van Voorbeeld: Stickout-verandering inbrandstabilisa- tor en lichtboog- Lichtbooglengtestabilisator zonder inbrandstabilisator lengtestabilisa- De voordelen van een korte lichtboog blijven behouden, zelfs bij een Stick- out-verandering, aangezien de kort- sluitkarakteristieken dezelfde blijven. Δs I [A] [m/min] U [V] t [s] Lichtbooglengtestabilisator met inbrandstabilisator In het geval van een Stickout-verande- ring met geactiveerde inbrandstabilisa- tor blijft de inbranding ook hetzelfde.
Procesparame- De volgende procesparameters kunnen worden ingesteld voor Synchropuls-las- ters voor Syn- sen: chropuls (1) Synchropuls voor het activeren/deactiveren van Synchropuls uit / aan Fabrieksinstelling: aan (2) Draadtoevoer voor het instellen van de gemiddelde draadsnelheid en dus het lasvermogen met Synchropuls Bijvoorbeeld: 2 - 25 m/min (ipm) (afhankelijk van de draadtoevoer en de laskarakteristiek)
Pagina 144
(6) Lichtboogcorrectie high voor het corrigeren van de lichtbooglengte bij Synchropuls in het bovenste werk- punt (= middelste draadsnelheid plus draadtoevoersnelheidsvariatie) -10,0 - +10,0 Fabrieksinstelling: 0,0 - ... kortere lichtboog 0 ... niet gecorrigeerde lichtbooglengte + ... langere lichtboog OPMERKING! Als Synchropuls is geactiveerd, heeft de normale lichtbooglengtecorrectie geen effect op het lasproces.
Procesparame- Voor mengprocessen kunnen de volgende procesparameters worden ingesteld ters voor pro- onder Procesmix: cesmix Draadtoevoer v Draadsnelheid 1,0 - 25,0 m/min / 40 - 985 ipm De waarde voor de draadsnelheid wordt overgenomen of kan worden gespecifi- ceerd en gewijzigd in de procesmixparameters. Lichtbooglengtecorrectie -10,0 - +10,0 De waarde voor de lichtbooglengtecorrectie wordt overgenomen of kan worden...
Pagina 146
Onderste vermogensduurcorrectie (1) * voor het instellen van de energieopbrengst in de koude procesfase tijdens een mengproces -10,0 - +10,0 Fabrieksinstelling: 0 Het verhogen van de onderste vermogenscorrectie leidt tot een hogere draad- snelheid en dus tot een hogere energietoevoer in de koude LSC-procesfase of in de koude CMT-procesfase.
Pagina 147
PMC mix I [A] [m/min] t [ms] Mengproces tussen PMC- en LSC-lasproces. Een hete PMC-procesfase wordt cyclisch gevolgd door een koude LSC-procesfase. PMC mix drive I [A] [m/min] t [ms] Mengproces tussen PMC en een omkering van de draadbeweging door middel van PushPull-aandrijf- eenheid.
Procesparame- De procesparameters voor de TWIN-procesregeling zijn alleen beschikbaar in het ters voor TWIN- TWIN-bedrijf. procesregeling Draadtoevoer Draadsnelheid 1,0 - 25,0 m/min / 40 - 985 ipm De waarde voor de draadsnelheid wordt overgenomen of kan worden gespecifi- ceerd en gewijzigd in de TWIN-parameters. Lichtbooglengtecorrectie -10,0 - +10,0 De waarde voor de lichtbooglengtecorrectie wordt overgenomen of kan worden...
Procesparame- CMT Cycle Step ters voor CMT voor het activeren/deactiveren van de functie CMT Cycle Step Cycle Step ein (aan) / aus (uit) Draadtoevoer de draadsnelheid bepaalt het afsmeltvermogen in de lasprocesfase en dus de grootte van het laspunt; Instelbereik: in m/min (ipm), afhankelijk van de laskarakteristiek De waarde voor de draadsnelheid wordt overgenomen of kan ook worden gespe- cificeerd en gewijzigd in de CMT Cycle Step-parameters.
Contactstabilisator uit / aan Fabrieksinstelling: uit Als de lasdraad ongewenst uit het soldeer-/lasbad wordt gelicht, wordt de las- draad versneld om het contact onmiddellijk te herstellen. Hierdoor wordt het soldeerproces gestabiliseerd en worden kortstondige proces- fouten gecompenseerd. Aardverbinding ja / nee Fabrieksinstelling: ja Indien ingesteld op 'ja', wordt de stroomkring gesloten door middel van een aard- verbinding, bijvoorbeeld voor toepassingen met hete draden en om de uitgebrei-...
R/L-synchroni- Weerstand (R) van lascircuit en inductantie (L) van lascircuit aanpassen als een satie van de volgende componenten van het lassysteem wordt gewijzigd: Lastoorts-slangenpakketten Verbindingsslangpakketten Aardekabel, laskabel Draadtoevoeren Lastoorts, elektrodenhouder Push/Pull-eenheden Voorwaarden voor R/L-synchronisatie: Het lassysteem moet volledig gemonteerd zijn: gesloten lascircuit met lastoorts en lastoorts-slangenpakket, draadtoevoeren, aardekabels, verbindingsslangen- pakketten.
Procesparame- De volgende procesparameters kunnen worden ingesteld en weergegeven voor de ters voor TIG / TIG-procedure en de staafelektrode: Elektrode instel- Procesparameter voor elektrodelassen: Startstroomtijd voor het instellen van de tijd hoe lang de startstroom actief moet zijn 0,0 - 2,0 s Fabrieksinstelling: 0,5 s Karakteristiek voor het selecteren van de elektrodekarakteristiek...
Pagina 153
Speciale karakteristiek voor gutsen met een koolelektrode Werklijn voor staafelektrode U (V) Werklijn voor staafelektrode bij verhoogde vlambooglengte Werklijn voor staafelektrode bij verminderde vlambooglengte Karakteristiek bij geselecteerde parameter 'I-constant' (con- stante lasstroom) Karakteristiek bij gekozen para- meter '0,1 - 20' (dalende karak- teristiek met in te stellen hel- I (A) ling)
Pagina 154
dat de staafelektrode van het werkstuk is getild, kan de laswerkzaamheid zonder problemen worden voortgezet. Afbreekspanning voor het instellen van een spanningswaarde waarbij het lasproces kan worden beëindigd door de staafelektrode iets omhoog te brengen. 20 - 90 V Fabrieksinstelling: 90 V De lichtbooglengte is afhankelijk van de lasspanning.
Pagina 155
Bij laseinde de lasbrander kort omhoogbrengen. De lichtboog wordt aanzienlijk verlengd. Lastoorts laten zakken De lichtboog wordt duidelijk korter De functie TIG Comfort Stop is geactiveerd Hoogte van de lastoorts handhaven De lasstroom wordt met een helling verminderd (Down-Slope). De lichtboog gaat uit. BELANGRIJK! De Down-Slope is een vaste waarde en kan niet worden inge- steld.
Procesparameter Componenten en monitoring Procesparame- OPMERKING! ter Componen- ten en monito- De weergave en de volgorde van de procesparameters kan variëren afhankelijk van het type apparaat, de uitrusting en de beschikbare Welding Packages. ring Procesparame- De volgende procesparameters kunnen worden ingesteld en weergegeven voor de ters voor compo- systeemcomponenten van een lasinstallatie: nenten...
Pagina 157
Filtertijd-stromingsmonitor voor het instellen van de tijd tussen de reactie van de stromingsmonitor en het geven van een waarschuwing 5 - 25 s Fabrieksinstelling: 5 s Waarschuwingsgrens doorstroming koeler (alleen als de optie doorstromingstemperatuursensor beschikbaar is op het koel- apparaat) Als de parameter geactiveerd is, wordt een waarschuwing gegenereerd wanneer de waarde onder de ingevoerde waarde komt.
Pagina 158
Sense-kabel voor het activeren/deactiveren van de functie Sense-kabel uit / aan Fabrieksinstelling: aan De Sense-kabel is extra hardware voor directe spanningsmeting op het werkstuk. De functie wordt gebruikt om de juiste werkelijke waarde te bepalen wanneer meerdere lasprocessen tegelijkertijd aan één onderdeel worden uitgevoerd en er een risico bestaat van gekoppelde stoorspanningen als gevolg van een ongunstige plaatsing van het slangenpakket of gemeenschappelijke aardekabels.
bij geautomatiseerde toepassingen als de OPT/i WireSense aanwezig is op de stroombron (software geactiveerd). in combinatie met de CMT-systeemcomponenten WF 60i Robacta Drive CMT, SB 500i R met draadbuffer of SB 60i R en WFi Reel WireSense wordt meestal geactiveerd via een robotregelaar. Zodra een waarde > 0,5 mm wordt opgegeven door de robotregelaar, wordt de waarde die handmatig is ingesteld op de huidige stroombron overschreven.
Het overzicht 'Lichtboogbreukmonitoring' wordt weergegeven. Draai aan het stelwiel en kies de gewenste parameter Stelwiel indrukken (blauwe achtergrond) Stelwiel draaien en de waarde van de parameter wijzigen (blauwe achter- grond) Reactie lichtboogbreukmonitoring = ignorieren (gedeactiveerd): De stroombron blijft in werking en er verschijnt geen foutmelding op het dis- play.
Het overzicht 'Draad zit vast aan werkstuk - Setupmenu' wordt weergegeven. Draai aan het stelwiel en kies de gewenste parameter Stelwiel indrukken (blauwe achtergrond) Stelwiel draaien en de waarde van de parameter wijzigen (blauwe achter- grond) Draad zit vast aan werkstuk = ignorieren: De monitoring van het vastzitten van de draad aan het werkstuk is gedeacti- veerd.
Informatie over de koppeling van het lascircuit vindt u in de gebruiksaanwijzing "Handleiding voor kabelbeheer" - 42,0426,0420,xx. De gebruiksaanwijzing is als HTML beschikbaar onder de volgende koppeling: https://manuals.fronius.com/html/4204260420 Draaduiteinde- Procesparameter / Componenten en monitoring / Draaduiteindemonitoring monitoring selecteren Het overzicht 'Setupmenu draaduiteindemonitoring' wordt weergegeven.
Gasmonitoring De parameters voor de gasmonitoring zijn alleen beschikbaar als de optie OPT/i- gasdoorstromingssensor aanwezig is op de draadtoevoer of SplitBox. Voor gasmonitoring kan een onderste gasstromingsgrens worden gedefinieerd. Als de gasstroming gedurende een bepaalde tijd onder een bepaald niveau daalt, wordt onmiddellijk een foutmelding gegenereerd en wordt de lasprocedure ge- stopt.
Motorkrachtmo- Procesparameter / Componenten en monitoring / Motorkrachtmonitoring se- nitoring lecteren Het overzicht 'Motorkrachtmonitoring' wordt weergegeven. Stelwiel draaien en de gewenste parameter selecteren: Draadtoevoerkrachtmonitoring Instelbereik: Negeren (geen reactie) Waarschuwing (er wordt een waarschuwing weergegeven) Fout (lasproces wordt onderbroken, er wordt een foutmelding weergegeven) Fabrieksinstelling: Negeren Maximale kracht Instelbereik: 0 - 999 N...
Procesparameter job Overzicht - Pro- cesparameter Procesparame- De volgende procesparameters kunnen worden ingesteld voor het optimaliseren ters voor job op- van jobs: timaliseren Lasparameters Draadtoevoer voor het instellen van de draadsnelheid Bijvoorbeeld: 2 - 25 m/min (ipm) (afhankelijk van de draadtoevoer en de laskarakteristiek) Lichtbooglengtecorrectie voor het corrigeren van de lichtbooglengte;...
Pagina 166
-10,0 - +10,0 hardere lichtboog (hogere stroom bij kortsluiting, meer lasspatten) zachtere lichtboog (lagere stroom bij kortsluiting, minder vorming van lasspat- ten) Lasprocedureparameter Karakteristiek wijzigen - actuele ID: xxxx Het ID-nummer van de actueel opgeslagen karakteristiek wordt weergegeven. Na het indrukken van het stelwiel kunnen de procedure en de eigenschap van de karakteristiek worden gewijzigd.
Pagina 167
Synchropuls Draadaanvoersnelheidsvariatie Frequentie Duty Cycle (high) Lichtboogcorrectie high Lichtboogcorrectie low Instellingen procesmix ... zie pagina Bovenste vermogensduurcorrectie Onderste vermogensduurcorrectie Onderste vermogenscorrectie CMT Cycle Step ... zie pagina alleen wanneer de optie OPT/i CMT Cycle Step op de stroombron beschikbaar is. CMT Cycle Step Cycli (laspuntgrootte) Interval-pauzetijd...
Richtwaardespanning onderste spanningsgrens Bovenste spanningsgrens Maximale tijd van de spanningsafwijking Richtwaarde stroom onderste stroomgrens bovenste stroomgrens Maximale tijd voor stroomafwijking Richtwaarde draadtoevoer Onderste draadtoevoergrens Bovenste draadtoevoergrens Maximale tijd van de draadtoevoerafwijking Richtwaarde lasduur onderste lasduurgrens bovenste lasduurgrens Lasduur bewaken Richtwaarde energie onderste energiegrens bovenste energiegrens Energie bewaken...
0,0 - 10,0 Fabrieksinstelling: 0 Onderste lichtbooglengtecorrectie- grens Voor het instellen van de onderste lichtbooglengtecorrectiegrens voor een job -10,0 - 0,0 Fabrieksinstelling: 0 Meer informatie over job-correctiegrenzen vindt u in het hoofdstuk Lasbedrijf, paragraaf Job-bedrijf op pagina 116. Procesparame- Nadat de weergegeven informatie is bevestigd, kunnen in de voorinstellingen voor ters voor voorin- 'als job opslaan' de volgende procesparameters worden ingesteld: stellingen voor...
Pagina 170
0,0 - 10,0 V Fabrieksinstelling: 0 V Maximumtijd van spanningsafwijking om in te stellen hoe lang een spanningsafwijking maximaal mag duren uit / 0,1 - 10,0 s Fabrieksinstelling: uit Onderste stroomgrens voor het instellen van de onderste stroomgrens afhankelijk van de richtwaarde -100,0 - 0,0 A Fabrieksinstelling: 0 Bovenste stroomgrens...
Pagina 171
Onderste energiegrens voor het instellen van de onderste energiegrens 0,0 ... -max. Fabrieksinstelling: -1,0 Bovenste energiegrens voor het instellen van de bovenste energiegrens 0,0 - max Fabrieksinstelling: 1,0 Energie monitoren voor het activeren/deactiveren van de energiemonitoring aan / uit Fabrieksinstelling: aan Reactie bij overschrijding voor het instellen van de reactie, wanneer grenswaarden worden over- of onder- schreden...
Voorinstellingen Algemeen OPMERKING! Als gevolg van firmware-updates kunnen functies op uw apparaat beschikbaar zijn die niet in deze gebruiksaanwijzing staan beschreven, of omgekeerd. Bovendien kunnen enkele afbeeldingen enigszins afwijken van de bedieningsele- menten op uw apparaat. De werking van deze bedieningselementen is echter ge- lijk.
Voorkeuren - Weergave Voorkeuren voor weergave Taal instellen Voorkeuren / Weergave / taal selecteren Stelwiel draaien en de gewenste taal selecteren 'OK' selecteren / stelwiel indrukken Eenheden / nor- Voorkeuren / Weergave / Eenheden / Normen selecteren men instellen De gewenste eenheid selecteren De gewenste norm selecteren: Aanduiding van extra materiaal conform Europese normen (bijv.
Datum en tijd in- De datum en tijd kunnen via NTP (Network Time Protocol) worden toegewezen of stellen handmatig worden ingesteld. Voorkeuren / Weergave / Datum en tijd selecteren Datum en tijd via NTP toewijzen Een DNS-server moet bereikbaar zijn of moet worden geconfigureerd bij het handmatig instellen van de netwerkparameters (zie Netwerkparameters handma- tig instellen, pagina 188).
Systeemgege- Voorkeuren / Weergave / Systeemgegevens selecteren vens oproepen De huidige systeemgegevens worden weergegeven. Lichtboogvermogen van momentele waarden in kW Door de hoge bemonsteringsfrequentie levert IP de juiste gemiddelde waarde van het lichtboogvermogen bij niet-continue lasprocessen. Als de lassnelheid bekend is, kan de elektrische energie per lengte-eenheid wor- den berekend: E = IP / vs Elektrische energie per lengte-eenheid in kJ/cm...
Pagina 179
huidige lasnaad duur van de huidige lasnaad in s huidige motorstroom in A, draadtoevoer 1 (draadtoevoer die het dichtst bij de lichtboog is) huidige motorstroom in A, draadtoevoer 2 (bijv. de achterste draadtoevoer in een Push/Pull-systeem) huidige motorstroom in A, draadtoevoer 3 (bijv.
Pagina 180
foutmelding als de doorstroomhoeveelheid < 0,7 l/min huidige beschermgasdoorstroming (als optie Option OPT/i-gasregelaar beschikbaar is) totaal beschermgasverbruik (als optie Option OPT/i-gasregelaar beschikbaar is) huidige koelmiddeltemperatuur in °C in koelapparaat (bij ingebouwde optie OPT/i CU Flow-Thermo-Sensor) foutmelding als de koelmiddeltemperatuur > 70 °C (gemeten bij koelmiddelterugloop) Brandduur lichtboog in uren Totaal aantal bedrijfsuren van stroombron in uren...
Karakteristiek Voorkeuren / Weergave / Karakteristiek selecteren weergeven De opties voor de weergave van de karakteristieken worden weergegeven. Gewenste weergaveoptie selecteren huidige karakteristiek weergeven: Alleen de huidige karakteristieken worden in de materiaalinstellingen weerge- geven. vervangen karakteristieken weergeven: Naast de huidige karakteristieken worden ook vervangen, oudere karakteris- tieken in de materiaalinstellingen weergegeven.
TWIN-procesregeling Pulssynchronisatieverhouding, faseverschuiving Lead/Trail, ontstekingsvertraging Trail Parameterweergave vergroten: Voorkeuren / Weergave / Setup parameterweergave selecteren Draai aan het stelwiel en kies de gewenste parameter Het stelwiel indrukken OK selecteren om Setup parameterweergave te verlaten De parameter wordt bij de lasparameters weergegeven en kan daar ook worden gewijzigd.
Pagina 183
Parameter voor de JobMaster-lasbrander definiëren: Voorinstellingen / Weergave / JobMaster MIG/MAG-weergave selecteren Draai aan het stelwiel en kies de gewenste parameter Het stelwiel indrukken OK selecteren om de parameterweergave iJob te verlaten De parameter wordt op de JobMaster-lasbrander weergegeven en kan daar ook worden gewijzigd.
Voorkeuren - Systeem Voorkeuren sys- OPMERKING! teem De weergave en de volgorde van de voorinstellingen van het systeem kan va- riëren afhankelijk van het type apparaat, de uitrusting en de beschikbare Wel- ding Packages. Apparaatgege- Voorkeuren / Systeem / Informatie selecteren vens oproepen De apparaatgegevens worden weergegeven.
Fabrieksinstel- Voorkeuren / Systeem / Fabrieksinstellingen terugzetten selecteren lingen terugzet- De veiligheidsvraag voor het terugzetten naar de fabrieksinstellingen wordt weer- gegeven. 'Ja' selecteren om de fabrieksinstellingen terug ze zetten De procesparameter- en de machinevoorkeurswaarden worden teruggezet op de fabrieksinstellingen en het overzicht Voorkeurssysteem wordt weergegeven. Wachtwoord Voorkeuren / Systeem / Wachtwoord websites selecteren websites wijzi-...
Pagina 186
Setup bedrijfs- De volgende speciale functies kunnen worden ingesteld in de voorkeuren onder modus: Speciaal 'Setup bedrijfsmodus': 4-traps 'Guntrig- Speciaal 4-staps 'Guntrigger' voor een Jobmaster-lastoorts * ger', speciale Speciale weergave Jobmaster voor een Jobmaster-lastoorts * weergave Job- 2-traps of 4-traps bedrijf voor puntlassen master, puntlas- Lastoorts-job-selectie voor een lastoorts sen en lastoorts...
Pagina 187
OPMERKING! De parameter "Speciale weergave JobMaster" is vanaf firmwareversie 4.0.0 niet meer beschikbaar. U kunt de betreffende instellingen als volgt configureren: ▶ Voorinstellingen / Weergave / JobMaster MIG/MAG-weergave (zie pagina 182) Puntlassen 2-stapsproces = Puntlassen tijdens 2-stapsproces: Het puntlasproces loopt zolang de lasbrandertoets ingedrukt blijft en eindigt ui- terlijk na afloop van de puntlastijd.
Na eenmalige acceptatie van de gebruiksvoorwaarden direct op het bedienings- paneel van de stroombron kan een technicus van Fronius op afstand toegang krij- gen tot de stroombron. Procedure voor een probleem met de stroombron waarvoor bij Fronius een dia-...
Pagina 189
Het stelwiel indrukken DHCP wordt gedeactiveerd, de netwerkparameters kunnen nu worden ingesteld. Stelwiel draaien en de gewenste netwerkparameter selecteren Het stelwiel indrukken Het numerieke toetsenbord voor de geselecteerde netwerkparameter wordt weergegeven. Een waarde voor den netwerkparameters invoeren 'OK' selecteren en de waarde voor de netwerkparameters bevestigen / stel- wiel indrukken Opslaan selecteren om de wijzigingen onder Netwerk toe te passen.
WLAN Voorinstellingen / Systeem / Netwerkinstelling / WLAN selecteren Het overzicht van Setup WLAN wordt weergegeven. Landcode instellen 'Landcode instellen' selecteren Het stelwiel indrukken Stelwiel draaien en het betreffende land selecteren "OK" selecteren WLAN activeren "WLAN activeren" selecteren Als WLAN is geactiveerd, staat er een vinkje in de button en zijn de buttons "Netwerk toevoegen"...
Bluetooth-in- Algemeen stellingen Iedere bluetooth-deelnemer heeft een eigen MAC-adres. Via het MAC-adres is een gerichte toewijzing aan de stroombron mogelijk, verwisselingen worden voor- komen. De stroombron kan met de volgende bluetooth-apparaten communiceren: Afstandsbediening RC Panel Basic /BT Voet-afstandsbediening RC Pedal TIG /BT Lashelm Vizor Connect /BT Een actieve Bluetooth-verbinding wordt op het display in de statusregel door een blauw oplichtend bluetooth-symbool weergegeven:...
Pagina 192
Setup Bluetooth uitvoeren Voorinstellingen / Systeem / Netwerkinstelling / Bluetooth-instellingen selec- teren Het overzicht met Bluetooth-apparaten wordt weergegeven. Bluetooth-functie van de stroombron activeren of deactiveren Button 'Bluetooth activeren' selecteren Bluetooth-apparaat toevoegen Schakel het bluetooth-apparaat in Button "Apparaat toevoegen" selecteren De lijst met alle gedetecteerde Bluetooth-apparaten wordt weergegeven met naam, MAC-adres en informatie.
WeldCube Air WeldCube Air is een cloudgebaseerde gecentraliseerde verzameling van lasgege- vens, procesgegevens en andere functionaliteiten. WeldCube Air is beschikbaar als een online service. OPMERKING! Kennis van netwerktechnologie is vereist om WeldCube Air in te kunnen stellen. Neem contact op met uw IT-afdeling. Vóór het tot stand brengen van een verbinding met WeldCube Air: ▶...
Apparaat loskoppelen De stroombron is losgekoppeld van de WeldCube Air - geen ge- gevensoverdracht, geen koppeling. Meer informatie over de WeldCube Air vindt u onder: https://www.weldcube.com Client-machti- Verhoogde verbindingsbeveiliging ging Om de verbindingsbeveiliging tussen WeldCube Premium en het lassysteem te verhogen, kan een bestaande verbinding met WeldCube Premium worden beves- tigd onder machtiging van de client.
Setup toevoer In Setup toevoer kunnen potentiometers die op een draadtoevoer aanwezig zijn, worden geactiveerd of gedeactiveerd. Voorkeuren / Systeem / Setup toevoer selecteren De parameter 'Toevoer potentiometer' op 'uit' of 'aan' instellen uit: De potentiometers van de draadtoevoer zijn gedeactiveerd. aan: De potentiometers van de draadtoevoer zijn geactiveerd.
Voorkeuren - Documentatie Voorkeuren do- cumentatie Bemonsterings- Voorkeuren / Documentatie / Basisinstellingen selecteren frequentie in- Het stelwiel indrukken stellen Stelwiel draaien en de waarde voor de bemonsteringsfrequentie wijzigen: Bemonsteringsfrequentie is gedeactiveerd, er worden alleen gemiddelde waarden opgeslagen. 0,1 - 100,0 s Documentatie wordt met ingestelde bemonsteringsfrequentie opgeslagen.
Duur van de lasbewerking in sec Lasstroom in A (gemiddelde waarde) Lasspanning in V (gemiddelde waarde) Draadsnelheid in m/min Lichtboogenergie in kJ (meer informatie, zie pagina 178) Jobnummer Door aan het stelwiel te draaien, kan de lijst worden doorgebladerd. Door het stelwiel in te drukken, worden de details van een logboekvermelding weergegeven.
Voorkeuren - Beheer Voorkeuren be- heer Algemeen Een gebruikersbeheer is zinvol, wanneer meerdere gebruikers met één en dezelf- de stroombron werken. Het gebruikersbeheer vindt plaats met behulp van verschillende rollen en NFC- keys. Afhankelijk van hun opleidingsniveau of kwalificaties krijgen gebruikers verschil- lende rollen toegewezen.
beheer). In de rollen worden toegangsrechten en de door de gebruikers uitvoer- bare laswerkzaamheden vastgelegd. Rollen en gebrui- Onder Voorkeuren / Beheer / Gebruikersbeheer zijn 2 rollen af fabriek voorgede- kers finieerd: Administrator met alle rechten en mogelijkheden De rol 'Administrator' kan niet worden verwijderd, hernoemd of bewerkt. De rol 'Administrator' bevat de voorgedefinieerde gebruiker 'Admin', die niet kan worden verwijderd.
Fronius raadt aan om één of twee beheerder-keys aan te maken. In het ergste ge- val kan zonder beheerdersrechten een stroombron niet meer worden gebruikt. Wijze van handelen OPMERKING! Het verlies van een administrator-NFC-key kan afhankelijk van de instellingen leiden tot onbruikbaarheid van de stroombron! Een van beide administrator- NFC-keys op een veilige plaats bewaren.
Administrator- OPMERKING! sleutel aanleg- Wordt aan de vooraf gedefinieerde gebruikers 'Admin' onder Voorkeuren / Be- heer / Gebruikersbeheer / Administrator een NFC-key toegewezen, dan is het gebruikersbeheer geactiveerd. Voorkeuren / Beheer / Gebruikersbeheer selecteren Het gebruikersbeheer wordt weergegeven, administrator is geselecteerd. Het stelwiel indrukken Stelwiel draaien en administrator selecteren Het stelwiel indrukken...
Symbolen: ... verborgen ... alleen lezen ... lezen en schrijven Functies definiëren die een gebruiker in deze rol kan uitvoeren Functies door draaien aan stelwiel selecteren Het stelwiel indrukken Instellingen uit de lijst selecteren Het stelwiel indrukken OK selecteren Rollen kopiëren Voorkeuren / Beheer / Gebruikersbeheer selecteren Het gebruikersbeheer wordt weergegeven.
Gebruiker aanmaken Gebruiker aan- OPMERKING! maken Om redenen van gegevensbescherming mogen bij het aanmaken van nieuwe ge- bruikers alleen persoonlijke identificatienummers en geen volledige namen wor- den ingevoerd. Voorkeuren / Beheer / Gebruikersbeheer selecteren Het gebruikersbeheer wordt weergegeven. 'Gebruiker aanmaken' selecteren Het toetsenbord wordt weergegeven.
Pagina 204
Opnieuw aanmaken van selectie selecteren Naam van nieuwe gebruiker via toetsenbord invoeren OK selecteren Andere gebruikersgegevens invoeren Nieuwe NFC-key toewijzen OK selecteren...
Rollen / gebruikers bewerken, gebruikersbeheer deactiveren Rollen bewerken Voorkeuren / Beheer / Gebruikersbeheer selecteren Het gebruikersbeheer wordt weergegeven. Stelwiel draaien en de gewenste rol selecteren 'Gebruiker / rol bewerken' selecteren De rol wordt geopend, de functies kunnen worden gewijzigd: Functie door draaien aan stelwiel selecteren Het stelwiel indrukken Rolnaam via toetsenbord wijzigen Instellingen voor de functies uit de lijst selecteren...
Aan het stelwiel draaien en de te wissen opslaglocatie selecteren Gebruiker / rol bewerken' selecteren (of stelwiel indrukken) Door aan het stelwiel te draaien de parameter selecteren Het stelwiel indrukken Naam en internetwachtwoord via toetsenbord wijzigen Andere instellingen uit de lijst selecteren NFC-kaart vervangen: Stelwiel draaien en NFC-kaart selecteren Het stelwiel indrukken...
Sleutelsymbool in de statusregel op het display aanraken De informatie over het verlies van de administrator-kaart wordt weergegeven. IP-adres van de stroombron noteren SmartManager van de stroombron openen (IP-adres van de stroombron in een browser invoeren) De Fronius-serviceafdeling op de hoogte brengen...
CENTRUM - Centraal gebruikersbeheer CENTRUM-ser- CENTRUM is een software voor centraal gebruikersbeheer. Gedetailleerde infor- ver activeren matie vindt u in de CENTRUM-gebruiksaanwijzing (42.0426.0338.xx). De CENTRUM-server kan ook als volgt direct bij de stroombron worden geacti- veerd: Voorkeuren / Beheer / CENTRUM-server selecteren De Central User Management-server wordt weergegeven.
SmartManager - De website van de stroombron Algemeen De stroombronnen beschikken dankzij de SmartManager over een eigen website. Zodra de stroombron door middel van een netwerkkabel met een computer is verbonden of in een netwerk is geïntegreerd, kan de SmartManager van de stroombron via het IP-adres van de stroombron worden opgevraagd.
Stuur dit verificatiebestand via e-mail naar Fronius Technische Ondersteu- ning: welding.techsupport@fronius.com Fronius antwoordt via e-mail met een eenmalig activeringsbestand met de vol- gende bestandsnaam: response_SN[serienummer]_JJJJ_MM_DD_uummss.txt Sla het activeringsbestand op de computer op Klik op 'Activeringsbestand zoeken'...
Instellingen Door op dit symbool te klikken kan voor de SmartManager van de stroombron de weergave van karakteristieken, materiaalgegevens en bepaalde lasparameters worden vergroot. De instellingen zijn afhankelijk van de gebruiker die op dat moment is aangemeld. Taal selecteren Door op de taalafkorting te klikken, worden de voor de SmartManager beschik- bare talen weergegeven.
Als er een fout optreedt, wordt er een rode foutregel met het foutnum- mer boven de regel met het Fronius-logo weergegeven. Na klikken op de foutregel wordt een foutbeschrijving weergegeven. Fronius Door eenmaal op het Fronius-logo te klikken, wordt de homepage van Fronius ge- opend: www.fronius.com...
Actuele systeemgegevens Actuele sys- De actuele gegevens van het lasapparaat worden weergegeven. teemgegevens OPMERKING! Afhankelijk van de lasprocedure, de uitrusting en bestaande Welding Packages variëren de weergegeven systeemgegevens. ▶ Bijv. systeemgegevens voor MIG/MAG: Name (10) (11) (12) (13) (14) (15) (16) (17) (18)
Pagina 216
Apparaattype (18) Richtwaarde draadsnelheid Apparaatnaam (19) Lengtecorrectie lichtboog TWIN-info (20) Puls/dynamiekcorrectie Fabriek (21) Lichtboogvermogen (22) Lengtestabilisator lichtboog (23) Inbrandstabilisator Extra (24) Totaal verbruik van bescherm- Lasprocedure Werkelijke waarden / HOLD- of (25) Totale brandduur van lichtboog Average-waarden (afhankelijk (26) Totale aantal bedrijfsuren van van instelling) de stroombron (10)
Documentatie logboek Logboek In de vermelding Documentatie worden de laatste 100 vermeldingen in het log- boek weergegeven. Deze logboekvermeldingen kunnen lassen, fouten, waarschu- wingen, meldingen en gebeurtenissen zijn. De button "Tijdfilter" kan worden gebruikt om de weergegeven gegevens volgens een specifieke tijdsperiode te filteren. De invoer wordt gedaan voor datum (jjjj MM dd) en tijd (uu mm), telkens van - tot.
Door op de button 'Kolom toevoegen' te klikken, kunnen meer waarden worden weergegeven: I max / I min: maximale / minimale lasstroom in A Vermogen max / vermogen min: maximaal / minimaal vlamboogvermogen in Starttijd (tijd stroombron): datum en tijd U max / U min: maximale / minimale lasspanning in V Vd max / Vd min: maximale / minimale draadsnelheid in m/min Als op de stroombron de optie OPT/i-documentatie beschikbaar is, kunnen ook...
Jobgegevens Jobgegevens Als de optie OPT/i Jobs beschikbaar is op de stroombron, kan het volgende bij de vermelding Jobgegevens worden ingevoerd bestaande jobs van het lassysteem worden bekeken, bestaande jobs van het lassysteem worden geoptimaliseerd, extern opgeslagen jobs aan het lassysteem worden overgedragen, bestaande jobs van het lassysteem als PDF of als CSV-bestand worden geëxporteerd.
Ter bevordering van het bewerken van de job kunnen er eenvoudig andere jobs aan de opsomming van getoonde gegevens worden toegevoegd door op 'Job toe- voegen' te klikken. Nieuwe job maken Klik op "Nieuwe job maken" Voer jobgegevens in Klik op "OK" om de nieuwe job te accepteren Job importeren Met deze functie kunnen extern opgeslagen jobs aan het lassysteem worden overgedragen, op voorwaarde dat de optie OPT/i Jobs op de stroombron beschik-...
Pagina 221
Te exporteren job(s) selecteren: Actuele job / Alle jobs / Jobnummers Klik op "PDF opslaan" of "CSV opslaan" Van de geselecteerde jobs wordt een PDF of een CSV-bestand gemaakt en af- hankelijk van de instellingen van de gebruikte browser opgeslagen.
Stroombronnen instellingen Procesparame- Onder procesparameters kunnen algemene procesparameters en procesparame- ters voor componenten en bewaking van een stroombron worden bekeken en ge- wijzigd. Procesparameter wijzigen Op de parameter(groep) klikken De waarde van de parameter direct in het weergaveveld wijzigen Wijzigingen opslaan Naam en locatie Onder Naam en locatie kan de stroombronconfiguratie worden bekeken en gewij- zigd.
MQTT-instellin- Wordt alleen weergegeven als de optie OPT/i MQTT op de stroombron is gemon- teerd. MQTT - Message Queuing Telemetry Transport (gestandaardiseerd protocol voor gegevensinterface) Ondersteunde functies: Live gegevens verstrekken voor overdracht naar andere systemen Reikwijdte van de gegevens vastleggen Lezen MQTT-instellingen vastleggen MQTT activeren...
Beveiligen en herstellen Algemeen In de record Beveiligen en herstellen kunnen alle gegevens van het lassysteem als back-up worden opgeslagen (bijv. huidi- ge parameterinstellingen, jobs, gebruikerscurves, voorkeuren enz.), beschikbare back-ups weer in het lassysteem worden opgeslagen gegevens voor automatische back-up worden ingesteld. Beveiligen en Beveiligen starten herstellen...
Automatische Intervalinstellingen activeren beveiliging Voer de intervalinstellingen in wanneer de automatische back-up moet plaatsvinden: Interval: dagelijks / wekelijks / maandelijks Tijd (uu.mm) Voer de gegevens voor de back-upbestemming in: Protocol: SFTP (Secure File Transfer Protocol) / SMB (Server Message Block) Server: Voer het IP-adres van de doelserver in Poort:...
Signaalvisualisering Signaalvisualise- Signaalvisualisering is alleen beschikbaar als er een robotinterface aanwezig is. ring Voor een correcte weergave van de signaalvisualisering is minstens IE 10 of een andere moderne browser vereist. De commando's en signalen die via een robotinterface worden doorgegeven, wor- den weergegeven.
Gebruikersbeheer Algemeen In het gedeelte 'Gebruikersbeheer' kunnen gebruikers worden bekeken, gewijzigd en aangemaakt. gebruikersrollen worden bekeken, gewijzigd en aangemaakt. gebruikers en gebruikersrollen worden geëxporteerd of geïmporteerd naar de stroombron. Tijdens het importeren worden de bestaande gebruikersbeheergegevens op de stroombron overschreven. kan een CENTRUM-server worden geactiveerd.
Bevestig de veiligheidsvraag met OK De rollen 'Beheerder’ en 'vergrendeld' kunnen niet worden gewist. Gebruikersrol aanmaken: Klik op de button 'Nieuwe gebruikersrol aanmaken' Voer de naam van de rol in en accepteer de waarde Bevestig met OK Exporteren en Gebruiker en gebruikersrollen van een stroombron exporteren importeren Klik op 'Exporteren' Het gebruikersbeheer van de stroombron wordt opgeslagen in de downloadmap...
Overzicht Overzicht In het gedeelte 'Overzicht' worden componenten en opties van de lasinstallatie met alle daarover beschikbare informatie weergegeven, bijv. firmwareversie, arti- kelnummer, serienummer en productiedatum Alle groepen Door op de button "Alle groepen vergroten" te klikken, wordt over de afzonderlij- vergroten / Alle ke systeemcomponenten meer informatie gegeven.
Update Update In de record Update kan de firmware van de stroombron worden bijgewerkt. De momenteel op de stroombron aanwezige firmwareversie wordt weergegeven. Firmware van de stroombron bijwerken: Het updatebestand kan bijvoorbeeld via de volgende koppeling worden gedown- load: https://tps-i.com/index.php/firmware Organiseer het updatebestand en sla het op Klik op 'Updatebestand zoeken’...
Om de stroombron opnieuw te starten, op "Ja" klikken De stroombron wordt opnieuw gestart, het display wordt korte tijd donker. Tijdens het opnieuw starten wordt het Fronius-logo op het display van de stroombron weergegeven. Na een succesvolle update worden een bevestiging en de huidige firmware- versie weergegeven.
Functiepakketten Functiepakket- De volgende gegevens kunnen worden weergegeven onder Functiepakketten: Op de stroombron aanwezige Welding Packages (bijv. WP STANDARD, WP PULSE, WP LSC, ...) DB /i (databases) Op de stroombron aanwezige opties (OPT/i ...) CFG /i (configuraties robotinterface) Functiepakket Organiseer functiepakket en sla het op toevoegen Klik op "Functiepakketbestand zoeken"...
Karakteristiekenoverzicht Karakteristie- In de vermelding 'Karakteristiekenoverzicht' kunnen kenoverzicht in het lassysteem beschikbare karakteristieken worden weergegeven: Button Beschikbare karakteristieken in het lassysteem mogelijke karakteristieken worden weergegeven: Button Mogelijke karakteristieken karakteristieken voor het lassysteem vooraf worden geselecteerd: Button Karakteristieken vooraf selecteren opgeslagen vooraf geselecteerde karakteristieken worden geëxporteerd en geïmporteerd: Button Exporteren en Importeren De weergegeven karakteristieken kunnen worden doorzocht, gesorteerd en gefil-...
Screenshot Screenshot In de record Screenshot kan te allen tijde een digitale kopie van het stroombron- nendisplay worden gemaakt, ongeacht de navigatie of ingestelde waarden. Klik op "Screenshot maken" om een screenshot van het display te maken Er wordt een screenshot gemaakt met de instellingen die op dat moment op het display worden weergegeven.
Interface Interface Als een robotinterface aanwezig is, wordt de interfaceaanduiding als een vermel- ding op de webpagina van de stroombron weergegeven. De volgende parameters kunnen worden weergegeven, gewijzigd, opgeslagen of gewist: Karakteristiektoewijzing (huidige toewijzing van programmanummers aan ka- rakteristieken) Moduleconfiguratie (netwerkinstellingen) De fabrieksinstellingen kunnen worden hersteld en de module kan opnieuw wor- den gestart.
Storingsdiagnose en storingen opheffen Algemeen De stroombronnen zijn uitgerust met een intelligent veiligheidssysteem, waarbij smeltzekeringen vrijwel geheel achterwege zijn gelaten. Na het verhelpen van een storing kan de stroombron direct weer worden gebruikt. Mogelijke storingen, waarschuwingen of statuscodes worden in de vorm van dia- logen als duidelijke tekstweergaven op het display weergegeven.
Fouten in de Stroombron functioneert niet stroombron De netschakelaar is ingeschakeld, maar de weergaven branden niet vaststellen Oorzaak: De netvoeding is onderbroken, de netstekker is niet in het stopcon- tact gestoken Oplossing: Netvoedingskabel controleren, de stekker van het netsnoer in het stopcontact steken Oorzaak: De netstekkerdoos of de netstekker is defect...
Pagina 241
Geen functioneren na indrukken van de brandertoets Netschakelaar ingeschakeld, schermen lichten op Oorzaak: De stuurstekker is niet aangesloten Oplossing: Steek stuurstekker in contact Oorzaak: Lasbrander of stuurleiding van de lasbrander is defect Oplossing: Vervang de lasbrander Oorzaak: Verbindingsleidingpakket defect of niet juist aangesloten (niet bij stroombronnen met geïntegreerde draadaandrijving) Oplossing: Verbindingsleidingpakket controleren...
Pagina 242
Slechte laseigenschappen Oorzaak: Verkeerde lasparameter, verkeerde correctieparameter Oplossing: Instellingen controleren Oorzaak: Massaverbinding slecht Oplossing: Goed contact met werkstuk maken Oorzaak: Meerdere stroombronnen lassen op een onderdeel Oplossing: Afstand tussen de slangenpakketten en de massakabels vergroten; geen gemeenschappelijke massa gebruiken. Oorzaak: Geen of te weinig beschermgas Oplossing: Drukverminderaar, gasleiding, gas-magneetventiel, lasbrander-gas-...
Pagina 243
Onregelmatige draadsnelheid Oorzaak: rem te sterk afgesteld Oplossing: rem losmaken Oorzaak: boring van de contactbuis te nauw Oplossing: passende contactbuis gebruiken Oorzaak: draadgeleidekern in lasbrander defect Oplossing: draadgeleidekern controleren op knikken, vuil enz. en eventueel ver- vangen Oorzaak: aandrijfrollen niet geschikt voor gebruikte draadelektrode Oplossing: passende aandrijfrollen gebruiken Oorzaak:...
Verzorging, onderhoud en recycling Algemeen De stroombron heeft onder normale bedrijfsomstandigheden slechts minimale verzorging en onderhoud nodig. Enkele punten verdienen echter absoluut aan- dacht, om de lasinstallatie jarenlang gebruiksklaar te houden. Veiligheid GEVAAR! Gevaar door elektrische stroom. Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken. ▶...
BELANGRIJK! Voor het bijwerken van de firmware is een pc of laptop nodig waarop via Ethernet een verbinding met de stroombron tot stand moet worden gebracht. Huidige firmware organiseren (bijv. van Fronius DownloadCenter) Bestandsformaat: official_TPSi_X.X.X-XXXX.ffw Ethernet-verbinding tussen pc/laptop en stroombron tot stand brengen...
Gemiddelde verbruikswaarden bij het lassen Gemiddeld ver- Gemiddeld verbruik van draadelektroden bij een draadtoevoersnelheid van 5 bruik van draad- m/min elektroden bij Draadelek- Draadelek- Draadelek- het MIG/MAG- trode met trode met trode met lassen een diameter een diameter een diameter van 1,0 mm van 1,2 mm van 1,6 mm...
Technische gegevens Verklaring van De inschakelduur (in het Duits: Einschaltdauer, ED) is dat gedeelte van een cyclus het begrip 'in- van 10 minuten waarin het apparaat met het aangegeven vermogen kan worden schakelduur' gebruikt zonder oververhit te raken. OPMERKING! De op het kenplaatje vermelde waarden voor de ED hebben betrekking op een omgevingstemperatuur van 40°C.
Op de volgende internetpagina is een overzicht te vinden van de kritieke grond- stoffen, produc- stoffen die dit apparaat bevat: tiejaar van appa- www.fronius.com/en/about-fronius/sustainability. raat Productiejaar van apparaat berekenen: Elk apparaat is van een serienummer voorzien Het serienummer bestaat uit acht cijfers, bijvoorbeeld 28020099...
TPS 320i Netspanning (U 3 x 400 V Max. effectieve primaire stroom (I 12,3 A 1eff Max. primaire stroom (I 19,4 A 1max Netbeveiliging 35 A traag gezekerd Tolerantie netspanning +/- 15% Lichtnetfrequentie 50 / 60 Hz Cos Phi (1) 0,99 Max.
TPS 320i /nc Netspanning (U 3 x 380 / 400 / 460 V Max. effectieve primaire stroom (I 1eff 3 x 380 V 12,7 A 3 x 400 V 12,3 A 3 x 460 V 11,4 A Max. primaire stroom (I...
Pagina 254
Interface voor openbaar elektriciteitsnet met 230 / 400 V en 50 Hz Een apparaat van emissieklasse A is niet bestemd voor gebruik in woonge- bieden waar de elektrische voeding wordt verzorgd door een openbaar laagspanningsnet. De elektromagnetische compatibiliteit kan worden beïnvloed door geleide of uitgestraalde radiofrequenties.
TPS 320i / 600 Netspanning (U 3 x 575 V V / nc Max. effectieve primaire stroom (I 10,6 A 1eff Max. primaire stroom (I 16,7 A 1max Netbeveiliging 35 A traag gezekerd Tolerantie netspanning +/- 10% Lichtnetfrequentie 50 / 60 Hz...
TPS 320i / MV / Netspanning (U 3 x 200 / 230 / 380 / 400 / 460 V Max. effectieve primaire stroom (I 1eff 3 x 200 V 22,0 A 3 x 230 V 19,0 A 3 x 380 V...
Pagina 257
Beschermingsklasse IP 23 EMV-emissieklasse Afmetingen l x b x h 706 x 300 x 510 mm 27,8 x 11,8 x 20,1 in. Gewicht 42,8 kg / 94,4 lb. Max. geluidsemissie (LWA) < 80 dB (A) Energieverbruik in onbelaste toestand 49,7 W bij 400 V Efficiëntie van de stroombron bij 320 A / 32,8 V...
TPS 400i Netspanning (U 3 x 400 V Max. effectieve primaire stroom (I 15,9 A 1eff Max. primaire stroom (I 25,1 A 1max Netbeveiliging 35 A traag gezekerd Tolerantie netspanning +/- 15% Lichtnetfrequentie 50 / 60 Hz Cos Phi (1) 0,99 Max.
TPS 400i /nc Netspanning (U 3 x 380 / 400 / 460 V Max. effectieve primaire stroom (I 1eff 3 x 380 V 16,5 A 3 x 400 V 15,9 A 3 x 460 V 14,6 A Max. primaire stroom (I 1max 3 x 380 V 26,1 A...
Pagina 260
Interface voor openbaar elektriciteitsnet met 230 / 400 V en 50 Hz Een apparaat van emissieklasse A is niet bestemd voor gebruik in woonge- bieden waar de elektrische voeding wordt verzorgd door een openbaar laagspanningsnet. De elektromagnetische compatibiliteit kan worden beïnvloed door geleide of uitgestraalde radiofrequenties.
TPS 400i / Netspanning (U 3 x 575 V 600V/nc Max. effectieve primaire stroom (I 14,3 A 1eff Max. primaire stroom (I 22,6 A 1max Netbeveiliging 35 A traag gezekerd Tolerantie netspanning +/- 10% Lichtnetfrequentie 50 / 60 Hz Cos Phi (1) 0,99 Aanbevolen lekstroom-beveiligings- Type B...
TPS 400i /MV/nc Netspanning (U 3 x 200 V / 230 V / 380 V / 400 V / 460 V Max. effectieve primaire stroom (I 1eff 3 x 200 V 30,5 A 3 x 230 V 26,4 A 3 x 380 V 16,2 A 3 x 400 V 15,5 A...
Pagina 263
EMV-emissieklasse Afmetingen l x b x h 706 x 300 x 510 mm 27,8 x 11,8 x 20,1 in. Gewicht 47,1 kg / 103,8 lb. Max. geluidsemissie (LWA) < 80 dB (A) Energieverbruik in onbelaste toestand 66,4 W bij 400 V Efficiëntie van de stroombron bij 400 A / 36 V Interface voor openbaar elektriciteitsnet met 230 / 400 V en 50 Hz...
TPS 400i LSC Netspanning (U 3 x 400 V Max. effectieve primaire stroom (I 16,4 A 1eff Max. primaire stroom (I 25,1 A 1max Netbeveiliging 35 A traag gezekerd Tolerantie netspanning +/- 15% Lichtnetfrequentie 50 / 60 Hz Cos Phi (1) 0,99 Max.
TPS 400i LSC Netspanning (U 3 x 380 V / 400 V / 460 V ADV / nc Max. effectieve primaire stroom (I 1eff 3 x 380 V 17,1 A 3 x 400 V 16,4 A 3 x 460 V 14,8 A Max.
Pagina 266
Interface voor openbaar elektriciteitsnet met 230 / 400 V en 50 Hz Een apparaat van emissieklasse A is niet bestemd voor gebruik in woonge- bieden waar de elektrische voeding wordt verzorgd door een openbaar laagspanningsnet. De elektromagnetische compatibiliteit kan worden beïnvloed door geleide of uitgestraalde radiofrequenties.
TPS 400i LSC Netspanning (U 3 x 575 V ADV / 600 V / nc Max. effectieve primaire stroom (I 14,3 A 1eff Max. primaire stroom (I 22,6 A 1max Netbeveiliging 35 A traag gezekerd Tolerantie netspanning +/- 10% Lichtnetfrequentie 50 / 60 Hz Cos Phi (1) 0,99...
TPS 400i LSC Netspanning (U 3 x 200 V / 230 V / 380 V / 400 V / ADV / MV / nc 460 V Max. effectieve primaire stroom (I 1eff 3 x 200 V 30,5 A 3 x 230 V 26,4 A 3 x 380 V 16,2 A...
Pagina 269
EMV-emissieklasse Afmetingen l x b x h 706 x 300 x 740 mm 27,8 x 11,8 x 29,1 in. Gewicht 63,6 kg / 140,2 lb. Max. geluidsemissie (LWA) < 80 dB (A) Energieverbruik in onbelaste toestand 70,9 W bij 400 V Efficiëntie van de stroombron bij 400 A / 36 V Interface voor openbaar elektriciteitsnet met 230 / 400 V en 50 Hz...
TPS 500i Netspanning (U 3 x 400 V Max. effectieve primaire stroom (I 23,7 A 1eff Max. primaire stroom (I 37,5 A 1max Netbeveiliging 35 A traag gezekerd Tolerantie netspanning +/- 15% Lichtnetfrequentie 50 / 60 Hz Cos Phi (1) 0,99 Max.
TPS 500i / nc Netspanning (U 3 x 380 V / 400 V / 460 V Max. effectieve primaire stroom (I 1eff 24,5 A 3 x 380 V 23,7 A 3 x 400 V 21,9 A 3 x 460 V Max.
Pagina 272
Interface voor openbaar elektriciteitsnet met 230 / 400 V en 50 Hz Een apparaat van emissieklasse A is niet bestemd voor gebruik in woonge- bieden waar de elektrische voeding wordt verzorgd door een openbaar laagspanningsnet. De elektromagnetische compatibiliteit kan worden beïnvloed door geleide of uitgestraalde radiofrequenties.
TPS 500i / Netspanning (U 3 x 575 V 600V/nc Max. effectieve primaire stroom (I 19,7 A 1eff Max. primaire stroom (I 31,2 A 1max Netbeveiliging 35 A traag gezekerd Tolerantie netspanning +/- 10% Lichtnetfrequentie 50 / 60 Hz Cos Phi (1) 0,99 Aanbevolen lekstroom-beveiligings- Type B...
TPS 500i /MV/nc Netspanning (U 3 x 200 V / 230 V 3 x 380 V / 400 V / 460 V Max. effectieve primaire stroom (I 1eff 3 x 200 V 43,5 A 3 x 230 V 37,4 A 3 x 380 V 22,7 A 3 x 400 V...
Pagina 275
Nullastspanning 68 V peak / U r.m.s) Beschermingsklasse IP 23 EMV-emissieklasse Afmetingen l x b x h 706 x 300 x 510 mm 27,8 x 11,8 x 20,1 in. Gewicht 47,1 kg / 103,8 lb. Max. geluidsemissie (LWA) < 80 dB (A) Energieverbruik in onbelaste toestand 65,9 W bij 400 V...
27,8 x 11,8 x 20,1 in. Gewicht 50 kg / 100,2 lb. Maximale druk beschermgas 7,0 bar / 101,5 psi Koelmiddel Origineel Fronius Max. geluidsemissie (LWA) 83 dB (A) Energieverbruik in onbelaste toestand 50 W bij 400 V Efficiëntie van de stroombron bij 600...
Pagina 277
De elektromagnetische compatibiliteit kan worden beïnvloed door geleide of uitgestraalde radiofrequenties.
706 x 300 x 510 mm 27,8 x 11,8 x 20,1 in. Gewicht 47,0 kg / 103,6 lb. Maximale druk beschermgas 7,0 bar / 101,49 psi Koelmiddel Origineel Fronius Max. geluidsemissie (LWA) 83 dB (A) Energieverbruik in onbelaste toestand 50 W bij 400 V...
Pagina 279
Efficiëntie van de stroombron bij 600 A / 44 V Interface voor openbaar elektriciteitsnet met 230 / 400 V en 50 Hz Raadpleeg de netwerkbeheerder voordat u het apparaat op het openbare elektriciteitsnet aansluit! Een apparaat van emissieklasse A is niet bestemd voor gebruik in woonge- bieden waar de elektrische voeding wordt verzorgd door een openbaar laagspanningsnet.
Afmetingen l x b x h 706 x 300 x 510 mm 27,8 x 11,8 x 20,1 in. Gewicht 42,0 kg / 92,6 lb. Maximale druk beschermgas 7 bar / 101,49 psi Koelmiddel Origineel Fronius Max. geluidsemissie (LWA) 83 dB (A)
Overeenstemming met Richtlijn 2014/53 / EU - Richtlijn radioapparatuur (ROOD) ters Overeenkomstig artikel 10.8 (a) en 10.8 (b) van de RED bevat de volgende tabel informatie over de gebruikte frequentiebanden en het maximale RF-zendvermo- gen van Fronius-radioproducten die in de EU worden verkocht. Frequentiebereik Gebruikte kanalen Vermogen Modulatie 2.412 - 2.462 MHz...