Hulpprogramma's
Hulpprogramma's
De instellingen op het apparaat kunnen via twee opties worden ingesteld: Internet Services of
Hulpprogramma's. In deze handleiding worden de beschikbare opties in Hulpprogramma's uitgelegd.
Voor informatie over de beschikbare instellingen in Internet Services raadpleegt u de
Administrator Guide (Handleiding voor de
Deze opties moeten door de systeembeheerder worden ingesteld en aangepast. Derhalve zijn de opties
van Hulpprogramma's met een toegangscode beveiligd. U kunt het pad Hulpprogramma's bereiken
via de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel.
Toegang tot Hulpprogramma's
Druk op de toets Apparaatstatus.
1.
2.
Selecteer het tabblad Hulpprogramma's.
U moet aangemeld zijn als beheerder om toegang te
krijgen tot alle opties van Hulpprogramma's.
U kunt u aanmelden door de toets Aan-/afmelden op
3.
het bedieningspaneel te selecteren.
Voer uw gebruikersnaam in via het toetsenbord en
4.
selecteer vervolgens de toets Volgende.
Voer uw toegangscode in via het toetsenbord en selecteer vervolgens de toets Enter.
Opmerking:
De standaard gebruikersnaam en toegangscode zijn: admin en 1111.
De opties van Hulpprogramma's worden weergegeven.
Op de meeste schermen van Hulpprogramma's staan de volgende toetsen, waarmee u uw keuzes
kunt bevestigen of annuleren:
Met Ongedaan maken herstelt u de oorspronkelijke waarden van het huidige scherm.
•
•
Met Annuleren herstelt u de oorspronkelijke waarden van het scherm en keert u terug naar
het vorige scherm.
•
Met Opslaan slaat u de gemaakte selecties op en keert u terug naar het vorige scherm.
Met Sluiten sluit u het scherm en keert u terug naar het vorige scherm.
•
260
WorkCentre™ 5735/5740/5745/5755/5765/5775/5790
Beheer en accountadministratie
systeembeheerder).
System