PAS OP: Bij export van data kan dit verwarring geven. Als na een export de instellingen worden veranderd
is de nieuwe export verschillend van de oude voor metingen van hetzelfde tijdstip.
De instelling van de alarmgrenzen gaat als volgt. De ingevulde alarmgrens is de waterstand t.o.v. NAP.
Als de afstand bovenkant peilbuis t.o.v. NAP op 0 wordt ingesteld, is zowel de weergave als de
alarmwaarde uiteraard ook t.o.v. bovenkant peilbuis.
Met de vinkjes kunnen de alarmen aan of uit gezet worden.
Als de waarde die wordt gemeten boven de bovengrens komt, of onder de ondergrens, wordt er een alarm
gegenereerd.
Als er een alarm optreedt maakt het meetpunt contact met het portal om te controleren of er een alarm
verstuurd moet worden en waar het naartoe moet.
Bij de alarmen kan een alarmgevoeligheid worden ingesteld. De alarmgevoeligheid wordt gebruikt om bij
rond de alarmwaarde fluctuerende meetwaarden niet voortdurend alarmen te krijgen.
21
ElliTrack-D grondwaterstand logger