Digitaal discussiesysteem
Audio
Klik op de knop Audio om de pagina Audio-instellingen te openen:
–
–
–
–
–
–
–
Bosch Security B.V.
–
Vergadering beheren: dit recht geeft toegang tot de pagina's Vergadering beheren
en Recorder beheren, en tot de volumeregeling. Raadpleeg Vergadering beheren,
pagina 45 of Recorder beheren, pagina 47 .
–
Vergadering voorbereiden: dit recht geeft toegang tot de pagina's Discussie
voorbereiden. Raadpleeg Vergadering voorbereiden, pagina 46 .
–
Gebruikers wijzigen: dit recht geeft toegang tot de pagina Gebruikers.
–
Configureren: dit recht geeft toegang tot de pagina Systeeminstellingen
(uitgezonderd de pagina Gebruikers, tenzij de gebruiker het recht 'Gebruikers
wijzigen' heeft), de pagina's voor systeeminfo en logboekregistratie, en
volumeregeling.
–
Systeem voorbereiden: dit recht geeft toegang tot de pagina Voeding.
Systeem:
–
Master: mastervolume voor het bedienen van de luidsprekers van de vergaderposten
en de PA (audio-uitgang 1).
–
LSP: afzonderlijke volumeregeling voor de luidsprekers van de vergaderposten.
–
PA: afzonderlijke volumeregeling voor de PA (audio-uitgang 1).
Lijningang/-uitgang: hiermee stelt u de gevoeligheid in van de analoge audio-ingangs- en
audio-uitgangsniveaus 1 en 2 van de besturingseenheid.
XLR-microfoon: hiermee definieert u de modus van audio-ingang 1 van de
besturingseenheid:
–
Indien geselecteerd, wordt ingang 1 (XLR) gebruikt voor het microfoonsignaalniveau.
–
Indien niet geselecteerd, wordt ingang 1 (RCA-aansluiting) gebruikt voor het niveau
van de audiolijningang.
Routeringsopties I/O 2: hiermee definieert u de audiorouteringsmodus van ingang 2 en
uitgang 2 van de Besturingseenheid:
–
Recorder: gebruik de Recorder-modus om een externe recorder aan te sluiten via
audio-ingang 2 en -uitgang 2.
–
Vloer: in de Vloer-modus worden audio-ingang 2 en -uitgang 2 gebruikt en wordt het
niveau onafhankelijk van elkaar geregeld.
–
Gemengd min.: in de Mix minus-modus kunt u twee systemen aansluiten via audio-
ingang 2 en audio-uitgang 2.
–
Invoegen: in de invoegmodus worden audio-uitgang 2 en audio-ingang 2 beide
gebruikt om signalen van externe audioapparaten toe te voegen. Bijvoorbeeld, om
een externe audiomixer aan te sluiten tussen audio-uitgang 2 en audio-ingang 2.
Lijnuitgang: hiermee stelt u de gevoeligheid in van de analoge audio-ingangs- en audio-
uitgangsniveaus 3, 4, 5 of 6 van de besturingseenheid.
Individuele microfoonuitgang (alleen CCSD‑CURD): selecteer de routering van de
analoge audio-uitgangen 3, 4, 5 of 6 van de besturingseenheid:
–
Selecteer 3, 4, 5 of 6 om de mogelijkheid voor het selecteren van microfoons voor
afzonderlijke opname in te schakelen.
Digitale onderdrukking van akoestische terugkoppeling (DAFS): instellingen voor de
DAFS-functie:
–
Uit: de DAFS-functie uitschakelen.
–
Natuurlijk: de DAFS-functie inschakelen.
–
Maximum: het systeemvolume instellen op het maximum waarbij het risico van
akoestische terugkoppeling (rondzingen) minimaal is.
Opmerking: bij hogere volumeniveaus kunnen audio-artefacten optreden.
Instructiehandleiding
Configuratie | nl
49
2020.05 | V2.2 |