Er zijn gevallen waarin een substraat niet kan worden gekalibreerd. In deze gevallen zijn de opties Calibrate
(Kalibreren) en Reset (Herstellen) niet beschikbaar:
Het geladen substraat heeft een generieke voorinstelling.
●
Het geladen substraat heeft een voorstelling die niet bewerkbaar is.
●
Het geladen substraat is niet geschikt voor kleurkalibratie.
●
Kleurkalibratie kan worden uitgevoerd vanaf het voorpaneel nadat u op Modify preset (Voorinstelling wijzigen)
hebt gedrukt of wanneer u een nieuw substraat toevoegt.
In grote lijnen bestaat het proces uit de volgende stappen.
1.
Er wordt een kalibratiemodel afgedrukt.
2.
De kleuren op het kalibratiemodel worden automatisch gemeten.
3.
De metingen van het kalibratiemodel worden vergeleken met een interne referentie om de benodigde
kalibratietabellen te berekenen voor consistente kleurafdrukken op het substraat in gebruik.
De standaard kalibratietabellen worden gebruikt wanneer kleurkalibratie nog nooit is uitgevoerd. De eerste keer
dat kleurkalibratie wordt uitgevoerd, wordt de huidige afdrukkleur als referentie genomen en de standaard
kalibratietabellen kunnen gebruikt blijven worden. Dit betekent dat na de eerste kleurkalibratie de afgedrukte
kleuren niet veranderen, maar geregistreerd worden als referentie voor toekomstige kalibraties. Latere
kleurkalibraties vergelijken kalibratiemodelkleuren met de geregistreerde referentie om nieuwe
kalibratietabellen te berekenen voor consistente kleurafdrukken van dit bepaald substraattype.
Vanaf het voorpaneel kunt u de huidige kalibratietabel verwijderen terwijl u de standaard kalibratietabel actief
laat alsof dit bepaald substraat nooit was gekalibreerd. Druk op
(Onderhoud beeldkwaliteit) > Color calibration (Kleurkalibratie) > Reset to factory (Naar fabrieksinstellingen
terugzetten).
Kleurkalibratie zoals hierboven beschreven wordt niet aanbevolen voor de volgende substraattypen. Sommige
van deze substraten kunnen waarschijnlijk worden gekalibreerd met behulp van een extern
kleurmetingsapparaat dat bestuurd wordt door een externe RIP.
Niet-dekkende substraten, zoals heldere film en substraat voor achtergrondverlichting.
●
Substraten met een oneffen oppervlak zoals geperforeerd vinyl en geponste venstersubstraten.
●
Tot substraten die geschikt zijn voor kleurkalibratie behoren vinyls met een effen, hechtend oppervlak (niet
geponst of geperforeerd), PVC-banners en papier.
Voor sommige substraten is de opwikkelspoel nodig voor geslaagde afdrukken. Maar de opwikkelspoel kan wel
problemen hebben met de terugwaartse beweging van het substraat tussen de afdruk- en scanfasen van de
kleurkalibratie. Om kleurkalibratie uitvoeren wanneer de opwikkelspoel in gebruik is, gaat u als volgt te werk:
1.
Zorg ervoor dat de opwikkelspoel is ingeschakeld. Op het voorpaneel drukt u op
take-up reel (Opwikkelspoel activeren).
2.
Zet de wikkelrichting van de opwikkelspoel op uit. Zie
3.
Wikkel de opwikkelspoel handmatig terug met de knoppen op de opwikkelspoelmotor om het substraat op
te halen en om het draagijzer op te tillen totdat deze bijna de opwikkelspoel raakt.
4.
Start de kleurkalibratie vanuit het voorpaneel.
5.
Wanneer de kleur kalibratie is voltooid, kunt u de wikkelrichting van de opwikkelspoel opnieuw instellen.
84
Hoofdstuk 4 Substraatinstellingen
, daarna op Image quality maintenance
De opwikkelspoel verwijderen op pagina
, daarna op Enable
63.
NLWW