9.1.2 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading
RXQ-A_ARXQ-A
R32 Split-reeks
4P513661-11K – 2021.07
f
g
h
a DB1 - diodebrug
b Multimeter (wisselstroomspanningsbereik)
c S80 – kabel elektromagnetische omkeerklep
d S71 – kabel van de ventilatormotor
e S30– kabel van de compressormotor
f S40 – kabel thermisch overbelastingsrelais
g S20 – kabel elektronische expansieklep
h S90 – thermistorkabel
Denk aan de volgende punten:
▪
Indien gevlochten geleiders worden gebruikt, plaats een rond oog op het
uiteinde. Schuif het rond oog over de draad tot aan het bekleed gedeelte en
maak het oog vast met een geschikt werktuig.
b
a
a Gevlochten geleider
b Ronde krimpklem
▪
Gebruik de volgende methodes om de draden te verbinden:
Draadtype
Éénaderige draad
Gevlochten geleider met
rond oog
9
|
a
DC-
b
DC+
c
d
e
Methode
c b
A
A´
c
a
a Éénaderige draad met open lus
b Schroef
c Platte sluitring
c b
B
B
a
a Klem
b Schroef
c Platte sluitring
Toegelaten
NIET toegelaten
Elektrische installatie
AA´
a
a
b
c
Uitgebreide handleiding voor de installateur
51