Het opnameprogramma selecteren
* Alleen
Selecteer met de programmakeuzeschakelaar een opnamecategorie.
Automatische stand
Selecteer [ PROGRAM AE], [
AE]
Selecteer [
[
SUNSET], [
U selecteert als volgt een opnameprogramma nadat u
gekozen:
Pictogram opnameprogramma
FUNC.
Gewenste optie
FUNC.
Wijzig het opnameprogramma niet als u opnamen maakt. De helderheid van
het beeld kan anders abrupt veranderen.
[
PORTRAIT]
- Het wazige effect van de achtergrond neemt toe als u meer inzoomt (T).
- Het beeld is tijdens het afspelen mogelijk niet helemaal vloeiend.
[
SPORTS]
- Het beeld is tijdens het afspelen mogelijk niet helemaal vloeiend.
[
SNOW]/[
- Het onderwerp kan overbelicht raken op bewolkte dagen of op beschaduwde
plaatsen. Controleer het beeld op het scherm.
- Het beeld is tijdens het afspelen mogelijk niet helemaal vloeiend.
[
FIREWORKS]
- Wij raden u aan gebruik te maken van een statief om camcordertrillingen te
voorkomen.
omdat de sluitertijd langer wordt.
Gebruik van het AE-programma
De camcorder stemt in dit programma automatisch het diafragma en de sluitertijd zodanig
op het onderwerp af dat de beste belichtingsomstandigheden tot stand worden gebracht.
Met [ PROGRAM AE] kunt u richten en opnemen zoals in de stand
instellingen kunt u zelf verrichten.
* Alleen
Programmakeuzeschakelaar:
Selecteer het opnameprogramma [
zoals beschreven in Het opnameprogramma selecteren
(
38).
38
. Raadpleeg Bedieningsstanden (
PORTRAIT], [
SPOTLIGHT], [
BEACH]
Gebruik vooral in de stand
. Raadpleeg Bedieningsstanden (
9) als u de bedieningsstand wilt wijzigen
SHUTTER-PRIO. AE], [
SPORTS], [
NIGHT], [
FIREWORKS]
9) als u de bedieningsstand wilt wijzigen
PROGRAM AE]
APERTURE-PRIO.
SNOW], [
BEACH],
hebt
een statief,
, maar sommige
.
.