DE BASISPRINCIPES VAN HET NAAIEN —————————————————————————————————————————
Beginnen met naaien
a
Zet de naald omhoog door het handwiel naar
u toe te draaien (tegen de klok in), zodat de
markering op het wiel omhoog staat. (Bij
modellen die zijn uitgerust met een
(naaldstandtoets) zet u de naald omhoog door
een- of tweemaal op
of
a Markering
b
Zet de persvoethendel omhoog.
a Persvoethendel
Plaats de stof onder de persvoet, leid de draad
c
onder de persvoet en trek ongeveer 5 cm (2
inch) draad naar de achterkant van de machine.
a 5 cm (2 inch)
Houd het einde van de draad en de stof in uw
d
linkerhand, draai het handwiel naar u toe
(tegen de klok in) met uw rechterhand om de
naald omlaag te zetten naar het beginpunt van
het naaiwerk.
28
te drukken.)
b Naaldstandtoets
e
Zet de persvoethendel omlaag.
a Persvoethendel
f
Op modellen die zijn uitgerust met een
schuifknop voor snelheidsregeling schuift u
deze knop naar rechts of naar links om de
naaisnelheid te wijzigen. Zie "Schuifknop
voor snelheidsregeling" (pagina 10).
a Schuifknop voor snelheidsregeling
g
Druk het voetpedaal langzaam in. (Bij
modellen die zijn uitgerust met een
stoptoets) drukt u eenmaal op
voetpedaal niet is aangesloten.)
of
De machine begint te naaien.
h
Neem uw voet van het voetpedaal of druk
eenmaal op
(start/stoptoets) (als u de
machine hebt gestart door op
stoptoets) te drukken) (voor modellen die zijn
uitgerust met een start/stoptoets).
De machine stopt met naaien.
i
Zet de naald omhoog door het handwiel naar
u toe te draaien (tegen de klok in), zodat de
markering op het wiel omhoog staat. (Bij
modellen die zijn uitgerust met een
(naaldstandtoets) zet u de naald omhoog door
een- of tweemaal op
j
Zet de persvoethendel omhoog.
(start/
als het
a Start/stoptoets
(start/
te drukken.)