c
Trek de klospen zo ver mogelijk omhoog en
plaats een klos garen op deze pen.
VOORZICHTIG
● Als de klos garen niet op de juiste plaats zit, of
niet op de juiste manier is geïnstalleerd, kan
de naald verward raken op de klospen,
waardoor de naald kan breken.
d
Voer de bovendraad in zoals aangegeven in de
figuur op de vorige pagina.
Let op dat u de draad van rechts naar links
e
door de draadophaalhendel haalt.
a Draadophaalhendel
Leid de draad achter de draadgeleider aan de
f
naaldstang boven de naald.
Houd hiertoe de draad in uw linkerhand en
voer de draad door met uw rechterhand.
a Draadgeleider aan naaldstang
g
Rijg de naald van voren naar achteren in en
trek ongeveer 5 cm (2 inch) draad uit.
a 5 cm (2 inch)
Opmerking
● Als de draadophaalhendel omlaag staat,
kunt u de bovendraad niet om de
draadophaalhendel wikkelen. Zet de
persvoethendel en de draadophaalhendel
omhoog voordat u de bovendraad invoert.
● Als u de draad niet goed invoert, kan dit
leiden tot problemen bij het naaien.
■ Werken met de naaldinrijger (voor
modellen die zijn uitgerust met een
naaldinrijger)
VOORZICHTIG
● U kunt de naaldinrijger alleen gebruiken met
naalden formaat 75/11-100/16 voor
huishoudnaaimachines. In de tabel op
pagina 20 vindt u de juiste combinaties van
naald en draad. Wanneer u een doorzichtige
enkelvezelige nylondraad gebruikt, kunt u
alleen naalden tussen 90/14-100/16 gebruiken.
● U kunt de naaldinrijger niet gebruiken
wanneer u decoratieve draden of speciale
naalden gebruikt, zoals de tweelingnaald en
de platte naald.
Als u zulke draden of naalden gebruikt, moet
u de draad handmatig inrijgen. Let op dat de
hoofdschakelaar uit staat wanneer u de draad
met de hand in de naald rijgt.
Volg 1 t/m 6 van de procedure in
a
"Bovendraad inrijgen" om de machine in te
rijgen naar de draadgeleider aan de
naaldstang.
b
Zet de persvoethendel omlaag.
c
Terwijl u de naaldinrijghendel omlaag zet,
haakt u de draad op de geleider.
a Naaldhouder
b Naaldinrijghendel
c Geleider
1
17