Het audio dubben zal stoppen wanneer de cassette een leeg gedeelte heeft of
een gedeelte dat opgenomen is in de LP-modus of 16-bits modus.
Sluit op de MIC-aansluiting geen apparaten aan als u de ingebouwde microfoon
gebruikt.
De DV-aansluiting kunt u niet gebruiken voor audio dubben.
Als u geluid toevoegt aan een band die niet met deze camcorder opgenomen
is, kan de geluidskwaliteit afnemen.
De geluidskwaliteit kan verslechteren wanneer u meer dan drie keer geluid
toevoegt aan dezelfde scène.
U kunt het beeld controleren op het LCD-scherm.
Als u de camcorder aansluit op een audioapparaat, controleer dan het geluid
via de ingebouwde luidspreker.
Als u een microfoon gebruikt, kunt u het geluid controleren via een op de
camcorder aangesloten hoofdtelefoon.
Stel het nulstelgeheugen in aan het einde van de scène waar u audio wilt
dubben. De camcorder zal op dat punt automatisch met dubben stoppen.
Toegevoegd geluid afspelen
U kunt kiezen voor afspelen via Stereo 1 (origineel geluid), Stereo 2 (toegevoegd geluid),
of beide geluiden mengen.
MENU
AUDIO SETUP
(
63)
1. Zet de camcorder in de stand PLAY(VCR)•
2. Druk op de MENU-toets en selecteer [AUDIO SETUP]. Selecteer [12bit
AUDIO], selecteer een instellingsoptie en druk op de MENU-toets.
• STEREO1: Speelt het originele geluid af.
• STEREO2: Speelt het toegevoegde geluid af.
• MIX/FIXED: Speelt Stereo 1 en Stereo 2 af op hetzelfde niveau.
• MIX/VARI.: Speelt Stereo 1 en Stereo 2 af. De mengbalans kunt u afstellen.
3. Als u [MIX/VARI.] heeft geselecteerd, stel dan het mengniveau af: Druk
op de MENU-toets en selecteer [AUDIO SETUP]. Selecteer [MIX
BALANCE], stel de balans in met de keuzeschijf en druk op de MENU-
toets.
Draai de keuzeschijf naar beneden om het volume van Stereo 1 te verhogen en naar
boven om het volume van Stereo 2 te verhogen.
De camcorder wordt teruggezet naar [STEREO1] wanneer u de camcorder uitzet.
De mengbalans wordt door de camcorder echter onthouden.
12bit AUDIO
.
Ne
105