Het opnameprogramma selecteren
1. Zet de camcorder in de stand CAMERA•
2. Draai het programmakeuzewiel naar het gewenste
opnameprogramma.
Het symbool van het geselecteerde opnameprogramma
verschijnt.
Wijzig het programma niet als u aan het opnemen bent, omdat de helderheid
van het beeld dan abrupt kan veranderen.
Portret:
Het wazige effect van de achtergrond neemt toe naarmate u meer naar telefoto
zoomt.
Het beeld is tijdens het afspelen mogelijk niet helemaal vloeiend.
Landschap:
Door uit te zoomen (W) kunt u een effectievere opname maken.
Sport:
Het beeld is tijdens het afspelen mogelijk niet helemaal vloeiend.
Lange sluitertijd:
- Als u films opneemt op een cassette, is de beeldkwaliteit mogelijk niet zo
goed als in de andere standen.
- Automatische scherpstelling verloopt mogelijk niet geheel zonder problemen.
40
Programmakeuzewiel
of CAMERA•
.