De opnamestand selecteren
Enkelvoudig
Continu-opnamen
Continu-opnamen met
hoge snelheid
Reeksopnamen (AEB)
Opnamestandtoets (DRIVE MODE)
1. Zet de camcorder in de stand CAMERA•
2. Stel het programmakeuzewiel in op een andere stand dan
3. Druk op de DRIVE MODE-toets om te wisselen tussen de
opnamestanden.
De instelling verandert telkens wanneer u de toets indrukt.
4. Druk de PHOTO-toets half in.
5. Continu-opnamen/continu-opnamen met hoge snelheid: Druk de
PHOTO-toets volledig in en houd deze ingedrukt.
Zolang u de PHOTO-toets ingedrukt houdt, wordt een serie foto's gemaakt.
Reeksopnamen: Druk de PHOTO-toets volledig in.
Er worden op de geheugenkaart drie foto's met een verschillende belichting gemaakt.
Maakt een foto wanneer u de PHOTO-toets indrukt.
Maakt snel een reeks foto's terwijl u de PHOTO-toets
indrukt. Wilt u het aantal beeldjes per seconde weten,
raadpleeg dan de tabel op de volgende pagina.
De camcorder maakt een foto met drie verschillende
belichtingen (donker, normaal, licht in stappen van 1/2
EV), waarna u de opname met de beste belichting kunt
kiezen.
Fototoets (PHOTO)
Programmakeuzewiel
.
Ne
.
87