3
Selecteer de lengte van het zwembad of voer
een aangepaste lengte in.
4
Selecteer zo nodig MODE > Instellingen >
Instellingenvoorbadzwemmen >
Gegevensvelden om de trainingspagina's
voor zwemmen aan te passen.
Kijk voor de volledige lijst met beschikbare
gegevensvelden op
5
Druk op sTArT.
6
Als u wilt stoppen of rusten, druk dan op
LAP. Druk opnieuw op LAP als u weer gaat
zwemmen.
Er wordt dan een rustinterval ingelast, dat is
gescheiden van uw zweminterval.
7
Selecteer sTOP nadat u uw zwemsessie hebt
voltooid.
8
Houd rEsET ingedrukt om uw gegevens op te
slaan en de timer opnieuw in te stellen.
slagtypen
Identificatie van het type slag is alleen in de modus
Zwemmen in zwembad beschikbaar. Het type slag
wordt aan het eind van een baan weergegeven.
Vrij
Vrije slag
rug
Rugslag
Borst
Borstslag
20
pagina
36.
Vlinder
Vlinderslag
Gemengd
Meerdere slagtypen in een interval
Zwemtermen
•
Een baan is één keer de lengte van het
zwembad.
•
Een interval bij zwemmen is als een ronde
bij hardlopen. U kunt een zwemsessie
onderverdelen in zwemintervallen en
rustintervallen.
•
Elke keer dat uw arm waaraan de Forerunner
is bevestigd een volledige cyclus voltooid,
wordt er een slag geteld.
•
De swolf-score is de som van de tijd voor
één baan en het aantal slagen voor die baan.
Bijvoorbeeld: 30 seconden plus 15 slagen is
gelijk aan een swolf-score van 45. Swolf is een
meeteenheid voor zwemefficiency en, net als
bij golf, is een lage score beter.
•
De zwemefficiencyindex is de som van de
tijd en het aantal slagen dat nodig is om
25 meter te zwemmen. Hiermee kunt u uw
zwemefficiency vergelijken met een ander
zwembad of een zwemsessie in open water.
Een lagere zwemefficiencyindex is beter.
Trainen met de Forerunner