Raadpleeg de documentatie van de fabrikant
voor instructies over het kalibreren van uw
vermogensmeter.
1
Selecteer MODE > Instellingen >
Fietsinstellingen > fietsnaam > ANT+power.
2
Selecteer Ja in het veld Vermogensmeter
aanwezig.
3
Selecteer Kalibreer.
4
Zorg dat de vermogensmeter actief blijft
door te blijven trappen tot het bericht wordt
weergegeven.
Uwvermogenszonesinstellen
U kunt de vermogenszones pas configureren als de
fietsmodus actief is.
U kunt zeven aangepaste vermogenszones
invoeren, waarbij 1 de laagste zone is en 7
de hoogste. Als u weet wat uw FTP-waarde
(Functional Threshold Power) is, kunt u deze
opgeven zodat de Forerunner automatisch uw
vermogenszones kan berekenen.
1
Selecteer MODE > Instellingen >
Fietsinstellingen > fietsnaam >
Vermogenszones.
2
Selecteer een optie:
•
Select %FTP om de zones als een
percentage van uw FTP-waarde weer te
geven en te wijzigen.
ANT+-sensors
Selecteer watt om de zones in watt weer
•
te geven en te wijzigen.
Gemiddeldendienietgelijkzijnaannul
voorvermogensgegevens
De instelling voor gegevensgemiddelden die niet
gelijk zijn aan nul is beschikbaar als u tijdens het
trainen een optionele vermogensmeter gebruikt.
Standaard worden lege waarden die optreden als u
niet trapt in de gegevens opgenomen.
Als u gemiddelden die niet gelijk zijn aan nul
wilt in- of uitschakelen, selecteer dan MODE >
Instellingen > Fietsinstellingen > Gegevens
middelen > Vermogen.
Gegevensopslag
Als er een vermogensmeter van een andere
leverancier
(pagina
26) aan het toestel is
gekoppeld, neemt de Forerunner iedere seconde
punten op. Dit vergt meer van het beschikbare
geheugen van de Forerunner, maar er ontstaat ook
een bijzonder nauwkeurige opname van uw koers.
weegschalen
Deweegschaalgebruiken
Als u een ANT+-compatibele weegschaal hebt, kan
de Forerunner de gegevens van de weegschaal
aflezen.
1
Selecteer MODE > Instellingen > systeem >
weegschaalAnt+.
27