Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Motor Stoppen; Zelfaandrijving; De Maaihoogte Instellen - Toro 20779 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

3. Houd de bedieningsstang van het maaimes tegen het
bovendeel van de handgreep (Afb. 10).
2
3
Afbeelding 10
1. Bedieningsstang maaimes
2. Bovenste deel handgreep
4. Trek de starthandgreep langzaam uit tot dat u weer-
stand voelt, daarna krachtig uittrekken (Afb. 10). Laat
het koord langzaam naar de handgreep terugkeren.
N.B.: Laat de motor ten minste één minuut warmdraaien;
langer bij lagere temperaturen.
N.B.: Wil de motor na drie pogingen niet starten, herhaal
dan de stappen 2 tot en met 4.

De motor stoppen

Laat de bedieningsstang van het maaimes los. Zowel de
motor als het mes moeten nu stoppen. Doen ze dat niet,
neem dan contact op met een geautoriseerde Service
Dealer.

Zelfaandrijving

Om de zelfaandrijving te activeren loopt u eenvoudig
vooruit met uw handen op het bovendeel van de hand-
greep. Door de beweging zal het bovendeel van de hand-
greep naar de maaier toe schuiven, waardoor de zelf-
aandrijving in werking komt. Hoe harder u loopt, hoe
verder de handgreep schuift, en hoe sneller de maaier
draait (Afb. 11).
Afbeelding 11
1
m-4207
3. Handgreep startkoord
m–4206
N.B.: De maaier werkt op de hoogste snelheid als u de
handgreep zo ver mogelijk naar voren drukt.
Voor een lagere draaisnelheid gaat u gewoon langzamer
lopen; als u stopt, stopt ook de aandrijving (Afb. 11).
N.B.: Het kan zijn dat na de zelfaandrijving gebruikt te
hebben de maaier niet meer gemakkelijk achteruit wil
rollen. Om dat te verhelpen, duwt u de maaier een paar
centimeter vooruit zonder de zelfaandrijving te activeren,
en trekt u hem daarna weer achteruit.

De maaihoogte instellen

Het SmartWheel heeft twee schalen: DUN/NORMAAL en
DIK, om de beste maaihoogte-instelling voor elke situatie
te bepalen (Afb. 12). Gebruik normaal gesproken de
schaal DUN/ NORMAAL tijdens de warme zomer-
maanden. De schaal DIK is voor het dikke, malse gras dat
voornamelijk in de lente groeit.
Afbeelding 12
1. Maaischaal voor
dun/normaal gras
Wij raden het volgende aan:
Maai met instelling C, D of E of houd het gras op een
hoogte tussen 5,1 en 7,6 cm (2–3").
Maai niet met een stand lager dan C, tenzij de grasmat
dun is, of laat in het najaar als het gras langzamer
begint te groeien. Maai lang gras eerst met een langere
maaihoogte en loop langzamer; maai daarna nogmaals
met een normale maaihoogte. Door maaien van te
hoog gras kan de maaimachine verstopt raken en de
motor afslaan.
12
2. Maaischaal voor dik gras

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave