3.3.5 Voorbeelden van werkgebieden
D
B
•
Als het laadstation in een klein gebied (A)
wordt geplaatst, zorgt u ervoor dat de
afstand tot de begrenzingsdraad minimaal 3
m/10 ft is.
•
Als het werkgebied een doorgang (B) heeft,
zorgt u ervoor dat de afstand tot de
begrenzingsdraad minimaal 2 m/6.5 ft is. Als
de doorgang kleiner is dan 2 m/6.5 ft, plaatst
u een geleidingsdraad door de doorgang.
De minimale doorgang tussen de
begrenzingsdraad is 60 cm/24 inch.
•
Als het werkgebied gebieden heeft die met
een smalle doorgang (B) met elkaar zijn
verbonden, kunt u het product zo instellen
dat het de geleidingsdraad na een bepaalde
afstand (C) verlaat. De instellingen kunnen
worden gewijzigd in
Functie Tuindekking
instellen op pagina 28 .
•
Gebruik de GPS-ondersteunde navigatie.
De GPS-ondersteunde navigatie
Zie
inschakelen op pagina 28 .
•
Indien het werkgebied een bijgebied (D)
omvat, raadpleegt u
22 - Installatie
A
C
Een bijgebied maken
op pagina 20 . Zet het product in het
bijgebied en selecteer
Bijgebied op pagina 37 .
Zie
3.4 Montage van het product
3.4.1 Laadstation monteren
WAARSCHUWING: Volg de nationale
voorschriften voor elektrische
veiligheid.
1.
Lees en begrijp de instructies over het
Onderzoeken waar het
laadstation. Zie
laadstation moet worden geplaatst op
pagina 17 .
2.
Plaats het laadstation in het geselecteerde
gebied.
3.
Sluit de laagspanningskabel aan op het
laadstation.
4.
Zet de voeding op een minimale hoogte van
30 cm/12 inch.
min 30 cm / 12"
OPGELET: Het product mag
alleen worden gebruikt met de
voedingseenheid die is geleverd
door Husqvarna.
WAARSCHUWING: Zet de
voeding niet op een hoogte waar
er een risico bestaat dat deze in
het water komt te staan. Zet de
voeding niet op de grond.
WAARSCHUWING: Kapsel de
voeding niet in. Condenswater
kan de voeding beschadigen en
het risico op elektrische schokken
vergroten.
de modus Bijgebied .
1220 - 001 - 08.07.2019