3.
Reinig de glasstrook en de witte plaat met een zachte doek of een spons die is bevochtigd met
een niet-schurende glasreiniger.
VOORZICHTIG:
tetrachloorkoolstof op het product; deze stoffen kunnen het product beschadigen. Laat de glasplaat
of de plaat niet rechtstreeks met vloeistoffen in aanraking komen. Deze kunnen onder de glasplaat
terechtkomen en het product beschadigen.
4.
Droog de glasplaat en de plaat met een zeem of spons om vlekken te voorkomen.
5.
Sluit het product weer aan het schakel het met de aan-uitschakelaar weer in.
76
Hoofdstuk 9 Scannen
Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, wasbenzine, ammoniak, ethanol of
NLWW