Naar huis gaan
De eerste keer dat u een route naar huis start, vraagt het toestel u om uw thuislocatie op te geven.
1 Selecteer Waarheen? > Naar huis.
2 Voer zo nodig uw thuislocatie in.
Uw thuislocatie bewerken
1 Selecteer Waarheen? >
2 Voer uw thuislocatie in.
Uw route op de kaart
Het toestel leidt u tijdens uw reis naar uw bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de
kaart. Boven aan de kaart worden instructies weergegeven voor de volgende afslag of afrit of om een andere
handeling uit te voeren.
Afstand tot de volgende actie.
Volgende actie op de route. Geeft de volgende afslag, afrit of andere actie aan en, indien beschikbaar, de
rijbaan waarop u moet rijden.
Naam van de straat of afrit die is verbonden aan de volgende actie.
Op de kaart gemarkeerde route.
Volgende actie op de route. Pijlen op de kaart geven de plaats van volgende acties aan.
Snelkoppelingen voor kaartfuncties.
Kaartfuncties. Selecteer de kaartfuncties om meer informatie over uw route en omgeving te tonen.
Gegevensvelden.
TIP: Raak deze velden aan om de getoonde informatie te wijzigen
pagina 31).
Voertuigsnelheid.
Navigeren naar uw bestemming
> Stel thuislocatie in.
(Het kaartgegevensveld aanpassen,
13