NAAISTEKEN — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
i
Begin met naaien.
Zet de schuifknop voor snelheidsregeling naar
links (zodat de snelheid laag is).
De machine stopt automatisch na het
naaien van verstevigingssteken.
• Wanneer u de knoop extra stevig wilt
bevestigen, voert u dezelfde handeling
nogmaals uit.
j
Knip met een schaartje de bovendraad en de
spoeldraad af aan het begin van het stiksel.
Trek de bovendraad na het naaien naar de
achterkant van de stof en knoop deze vast aan
de spoeldraad.
k
Wanneer u klaar bent met het aannaaien van
de knoop, schuift u de
boventransporteurhendel naar
rechterkant, gezien vanaf de achterkant van
de machine) om de transporteurs omhoog te
brengen.
a
a Transporteurhendel (gezien vanaf de
achterkant van de machine)
Memo
● De transporteurstandschakelaar staat
normaal naar rechts (gezien van de
achterkant van de machine).
● De transporteurs gaan omhoog als u weer
gaat naaien.
64
■ Een knoopvoet bevestigen
Als u een knoop met een knoopvoet wilt
bevestigen, bevestigt u de knoop op enige afstand
van de stof, en draait u daar met de hand draad
omheen. Zo bevestigt u de knoop stevig.
Plaats de knoop in knoopaanzetvoet "M" en
a
trek de knoopvoethendel naar u toe.
a Knoopvoethendel
Wanneer u klaar bent met naaien, knipt u de
b
bovendraad royaal af. Het uiteinde windt u
tussen de knoop en de stof. Vervolgens knoopt
u dit aan de bovendraad aan het begin van het
stiksel.
Knoop de uiteinden van de spoeldraad aan het
begin en het eind van het stiksel aan de
achterkant van de stof aan elkaar.
(aan de
Knip alle overtollige draden af.
c
1