Inhoudsopgave
Advertenties
Uw nieuwe oven
Wij presenteren u uw nieuwe oven. In dit hoofdstuk worden de
functies van het bedieningspaneel en van de afzonderlijke
onderdelen uitgelegd. Bovendien wordt informatie gegeven
over de accessoires en de onderdelen binnenin de oven.
Bedieningspaneel
Hieronder vindt u een algemeen overzicht van het
bedieningspaneel. Op het indicatiepaneel kunnen niet alle
symbolen tegelijk worden getoond. De elementen kunnen
variëren afhankelijk van het model van het apparaat.
Intrekbare draaiknoppen
In sommige ovens zijn de draaiknoppen intrekbaar. Druk op de
draaiknop als hij op de nulstand staat, om hem vast te zetten of
uit te trekken.
Toetsen
Onder iedere toets bevinden zich sensoren. Druk niet hard op
de toetsen. Druk alleen op het overeenkomstige symbool.
Functieknop
De functieknop dient ertoe om het verhittingstype te kiezen.
Stand
Gebruik
Nulstand
De oven is uitgeschakeld.
Û
Hete lucht*
Voor taarten en banket. Het is mogelijk om
N
op twee niveaus te bakken. Een turbine, die
zich in de achterwand van de oven bevindt,
verdeelt de warmte gelijkmatig over de
oven.
Boven- en
Voor taarten, gegratineerde gerechten en
%
onderwarmte*
mager braadvlees, bv. kalfsvlees of wild, op
een niveau. De warmte is afkomstig van de
bovenste en onderste weerstand.
Heteluchtgrill
Braden van stukken vlees, gevogelte en vis.
7
De grillweerstand en de ventilator worden
afwisselend aan- en uitgeschakeld. De tur-
bine zorgt ervoor dat de door de grill afge-
geven warmte rond het voedsel circuleert.
Grill, groot
Op de grill braden van biefstukken, worst-
(
oppervlak
jes, toast en vis. Het hele oppervlak onder
de grillweerstand wordt verwarmd.
Grill, klein
Op de grill braden van kleine biefstukken,
*
oppervlak
worstjes, toast en vis. Het middengedeelte
van de grillweerstand wordt verwarmd.
Onderwarmte Konfijten, bakken en gratineren. De warmte
$
is afkomstig van de onderste weerstand.
* Verhittingstype waarmee de energie-efficiëntieklasse wordt
bepaald volgens EN60350.
Stand
Gebruik
Ontdooien
Ontdooien, bv. vlees, gevogelte, brood en
B
taarten. De turbine laat de hete lucht rond
het voedsel circuleren.
Lampje
Het ovenlampje aandoen.
^
* Verhittingstype waarmee de energie-efficiëntieklasse wordt
bepaald volgens EN60350.
Als er een verhittingstype wordt geselecteerd gaat het
ovenlampje aan.
Bedieningstoetsen en indicatiepaneel
Met de toetsen kunnen verschillende extra functies worden
ingesteld. Op het indicatiepaneel verschijnen de ingestelde
waarden.
Toets
Snel verwarmen
c
Tijdfuncties
0
Kinderslot
D
Lager
A
Hoger
@
Op het indicatiepaneel geven de haakjes [ ] het symbool aan
dat overeenkomt met de tijdfunctie die geactiveerd is.
Gebruik
Zeer snel verwarmen van de oven.
Selecteren van de kookwekker
en de bereidingstijd
.
r
Blokkeren en deblokkeren van het
bedieningspaneel.
Verlagen van de geprogram-
meerde waarden.
Verhogen van de geprogram-
meerde waarden.
U
5
Advertenties
Inhoudsopgave
