• er een systeem- of apparaatfout is opgetreden (op het dis-
play wordt
,
,
• de batterijen bijna leeg zijn
Herhaal in deze gevallen de meting. Let erop dat u tijdens
het meten niet beweegt of praat. Plaats de batterijen indien
nodig opnieuw of vervang ze.
Technisch alarm – beschrijving
Wanneer de gemeten bloeddruk (systolisch of diastolisch)
buiten de in de paragraaf 'Technische gegevens' beschre-
ven grenzen ligt, verschijnt op het display een technisch
alarm in de vorm van de weergave 'Hi' of 'Lo'. In dit geval
moet u een arts raadplegen of controleren of u het apparaat
op de juiste wijze hebt bediend.
De grenswaarden voor het technische alarm zijn in de fa-
briek ingesteld en kunnen niet worden aangepast of uitge-
schakeld. In het kader van de richtlijn IEC 60601-1-8 heb-
ben deze alarmgrenswaarden een lagere prioriteit.
Het technische alarm blijft niet oneindig zichtbaar en hoeft
niet te worden uitgeschakeld. Het op het display weergege-
ven signaal verdwijnt na ongeveer 8 seconden automatisch.
of
weergegeven),
.
9. Apparaat en manchet reinigen en
opbergen
• Reinig het apparaat en de manchet voorzichtig met alleen
een licht bevochtigde doek.
• Gebruik geen reinigings- of oplosmiddelen.
• Dompel het apparaat en de manchet nooit onder in water,
omdat er anders vocht kan binnendringen, waardoor het
apparaat en de manchet beschadigd kunnen raken.
• Zorg ervoor dat er geen zware voorwerpen op het appa-
raat en de manchet worden geplaatst als u deze opbergt.
Verwijder de batterijen. De manchetslang mag niet wor-
den geknikt.
10. Technische gegevens
Modelnr.
Meetmethode
Meetbereik
Nauwkeurigheid van
de weergave
12
BC 44
Oscillometrische non-invasieve
bloeddrukmeting aan de pols
Manchetdruk 0 – 300 mmHg,
systolisch 60 – 260 mmHg,
diastolisch 40 –199 mmHg,
hartslag 40 –180 slagen/minuut
systolisch ± 3 mmHg,
diastolisch ± 3 mmHg,
hartslag ± 5 % van de weergegeven
waarde