2
Resolutie. Het resolutiepictogram (
huidige resolutie aan. Tik om te schakelen tussen de verschillende
resoluties.
3
Opslag. Tik om te schakelen tussen het opslaan van vastgelegde foto's
of videoclips in het toestelgeheugen (
(
) of opslagkaart (
4
Resterende informatie-indicator. In de modi Foto, Afbeelding
contactpersoon, Afbeeldingsthemaa, Sport en Burst geeft dit het
resterend aantal beschikbare foto's aan, gebaseerd op de huidige
instellingen. In de modi Video een MMS Video, geeft dit de resterende
tijdsduur aan die kan worden opgenomen. Tijdens het opnemen van
video geeft dit de opgenomen tijdsduur aan.
5
Zoombesturing. Tik op de pijl omhoog/omlaag (
het
/
op het scherm om in of uit te zoomen.
6
Camera-instellingen. Tik op het pictogram Werktuig (
scherm Camera-instellingen te openen.
7
Viewer. Tik op het Viewerpictogram (
weer te geven in Afbeeldingen en video's.
8
Helderheid. Tik op het minus/plus pictogram (
helderheidsniveau te verhogen of verlagen.
9
Meetmodus. Tik om de meetmodus in te stellen op Middengebied (
of Gemiddeld (
10
Witbalans. Tik om te schakelen tussen de verschillende instellingen
voor witbalans: Automatisch (
Gloeilamp (
11
Zelf-timer. Tik om de Zelf-timer in te stellen op 2 seconden, 10
seconden, of Uit in de modi Foto of Afbeelding contactpersoon.
Wanneer u op de Trackball of CAMERA knop drukt om een foto te
maken, wordt begonnen met terugtellen, en de foto wordt genomen
na de ingestelde tijd (2 seconde of 10 seconde).
12
Opname-indicator. Dit toont een rode, knipperende indicator terwijl
video-opnames worden gemaakt.
).
).
), en Lichtgevend (
Genieten van multimedia 151
/
/
/
), geïntegreerde harde schijf
) om de afbeelding of video
), Daglicht (
), Nacht (
).
/
) geeft de
/
) of tik op
) om het
/
) om het
)
),