Overige Externe Componenten
Overige Externe Componenten
Weergavecamera
OPMERKING
• Zie P.62 voor het verbinden van een camera.
• Voor gebruik van een achteruitkijk-camera is een
REVERSE verbinding vereist. (P.61)
• Als [R-CAM Interruption] is ingeschakeld,
wordt het camerabeeld weergegeven als u de
versnelling in de achteruit-positie (R) zet.
Ñ
Het camera-beeld weergeven
1
Druk op de knop [FNC].
h Pop-upmenu verschijnt.
h
2
Raak [Camera] aan.
h Het scherm van de weergavecamera
h
verschijnt.
3
Pas de verschillende onderwerpen als
volgt aan.
Camera uit
1
Raak aan om het camerascherm te verlaten.
40
1
Ñ
Camera-instellingen
1
Druk op de knop [FNC].
h Pop-upmenu verschijnt.
h
2
Raak [
] aan.
h START-scherm verschijnt.
h
3
Raak [
] aan.
h Het scherm SETUP Menu verschijnt.
h
4
Raak [Camera] aan.
h Het camerascherm verschijnt.
h
5
Stel de verschillende items als volgt in.
R-CAM Interruption
■
ON (Standaard): Toont het beeld van de
achteruitzichtcamera wanneer u de
versnelling in zijn achteruit (R) zet.
OFF: Selecteer dit wanneer geen camera is
aangesloten.
R-CAM for Car interface
■
ON: Selecteer wanneer u een externe
systeemunit hebt aangesloten.
Zowel knoppen als titels worden niet
weergegeven.
OFF (Standaard): Selecteer wanneer u een
achteruitrijcamera hebt aangesloten.
Parking Guidelines
■
U kunt parkeerrichtlijnen weergeven om
gemakkelijker parkeren in te schakelen
wanneer u de versnelling om de achteruit-
positie (R) zet.
De standaardinstelling is „ON" (aan).
Guidelines SETUP
■
Als u [ON] selecteert voor [Parking
Guidelines], pas dan de parkeerrichtlijnen
aan. Zie Aanpassen van de
parkeerrichtlijnen (P.41).