Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

water met veel wier, modder of afval en bij
extreme trimhoeken.
1
1. Waterinlaatzeven
2. Waterpompindicator
Bij een oververhitting worden door de EMM
de volgende veiligheidsacties gestart:
Motortoerental
EMM stelt het stationaire
Stationair
toerental af om de
toerental
koelwaterstroom te
verhogen.
A.M.A. activeren. Als de
Boven
motortemperatuur blijft
stationair
stijgen, wordt S.A.F.E.
toerental
geactiveerd.
ALS de S.A.F.E.-modus wordt geactiveerd en
de waterstraal uit de waterpompcontroleslang
stagneert of niet constant loopt, neem dan zo
snel mogelijk gas terug tot stationair en:
1) Schakel naar VRIJLOOP.
2) ZET de motor AF.
3) Kantel de buitenboordmotor omhoog.
4) Maak de inlaatzeven schoon.
5) Reinig de waterpomp-controleslang.
6) Laat de buitenboordmotor zakken.
7) Start de motor opnieuw en laat hem sta-
tionair draaien.
ALS er na de reiniging van de zeven en
controleslang
nog
ononderbroken
waterpompcontroleslang komt, werkt de
motor verder in de S.A.F.E.-modus. Keer
onmiddellijk terug naar veilige haven.
Laat na een oververhitting zo snel mogelijk
onderhoud aan de motor uitvoeren.
• Inspecteer de waterpomp op ernstige
slijtage of beschadiging.
• Inspecteer de thermostaat.
2
007011M
Veiligheidsactie
steeds
GEEN
waterstraal
uit
MERK OP
motorschade kan helpen voorkomen,
garandeert hij niet dat u de motor
onbeperkt kunt blijven gebruiken zonder
schade.

DIAGNOSE-LED'S

De Engine Management Module (EMM)
beschikt over vier LED's in de bovenhoek van
het schakelpaneel. De LED's geven snel een
overzicht van de status van de verschillende
systemen van de buitenboordmotor.
De LED's kunnen worden gebruikt om
bepaalde waarschuwingsfuncties van de
S.A.F.E.-modus te bekijken.
BELANGRIJK: LED 1 staat het dichtst bij het
midden van de EMM.
Verwijder de motorkap om de LED's te
bekijken.
WAARSCHUWING
De motor- en vliegwielkap dienen om de
machine
te
voorzichtig als de motor draait.
Draag GEEN juwelen of loszittende
kledij. Houd haar, handen en kledij uit de
buurt van draaiende onderdelen.
2
1
1. EMM
de
2. LED's
3. LED 1
De LEDs stellen de systeemfuncties vast in
twee modi: de startmodus en bedrijfsmodus.
Bij het starten van de buitenmotor moeten de
vier LED's één voor één branden en uitgaan.
Als de buitenboordmotor draait, moeten alle
LED's UITstaan.
M
OTORCONTROLE
Hoewel de S.A.F.E.-modus
beschermen.
3
Wees
007056
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave