WAARSCHUWING
Laat de motor NOOIT draaien in een
gesloten ruimte of als er onvoldoende
verluchting is en voorkom accumulatie
van uitlaatgassen in kleine ruimten.
Motoruitlaatgassen
koolmonoxide, dat bij inademing tot
ernstige hersenbeschadiging of de dood
kan leiden.
Bescherm
uw
buitenboordmotor
schadelijke weersinvloeden. Motorproblemen
die hierdoor ontstaan vallen niet onder uw
garantie.
MERK OP
Schommelende temperatu-
ren en vochtigheid tijdens de bewaring
kunnen corrosie van de inwendige motor-
componenten veroorzaken.
De
winterberging
buitenboordmotor
bewaring tijdens het winterseizoen. Tijdens
de
winterberging
doorgesmeerd en worden de inwendige
motorcomponenten bedekt met een extra
laagje olie. Zie Langdurige bewaking
(Winterberging) op pagina 42.
ALLEEN
benzine
brandstofvoorraad. Brandstof die in uw
brandstoftank achterblijft oxideert, waardoor
het octaangetal daalt en er aanslag in het
brandstofsysteem ontstaat.
Gebruik
Evinrude/Johnson
Conditioner om gomvorming en aanslag in de
onderdelen van het brandstofsysteem te
voorkomen. Zie Bediening op pagina 17.
WAARSCHUWING
Raak de bewegende motoronderdelen
niet
aan,
om
voorkomen. Voor u de buitenboordmotor
start:
• Naar VRIJLOOP schakelen.
• Houd uw handen, kleding en haar uit de
buurt van het motorblok.
• Verwijder de schroef.
BEWARING
bevatten
tegen
bereidt
voor
op
langdurige
wordt
de
motor
–
Stabiliseer
2+4
verwondingen
WAARSCHUWING
Als uw motor is uitgerust met een
brandstofslang
MOET u de brandstofslang loskoppelen
van de motor en de brandstoftank om
brandstoflekken te voorkomen:
• Wanneer de motor NIET wordt gebruikt
• Wanneer
getransporteerd
• Wanneer de motor wordt opgeborgen
OPMERKING: Het is mogelijk dat er een
kleine hoeveelheid olie vrijkomt wanneer
de
brandstofaansluiting
losgekoppeld.
Bewaar brandstoftanks op een goed
verluchte plaats en bescherm ze tegen
hittebronnen en open vuur.
Voorkom dat er vloeistof of dampen
vrijkomen
uw
ontbranden.
Sluit (waar aanwezig) de ventilatieschroef
van de brandstoftankdop.
Zorg ervoor dat er geen brandstof lekt uit
losgekoppelde brandstofslangen.
Als de buitenboordmotor liggend wordt
getransporteerd of bewaard, moet de lucht uit
de
het oliesysteem worden verwijderd, voordat
de buitenboordmotor opnieuw in gebruik
wordt genomen. Zie Oliesysteem vullen op
pagina 16.
Fuel
KORTE BEWARING
(TUSSEN ELK GEBRUIK)
Als u de buitenboordmotor moet tilten om
hem uit het water te halen, laat hem dan
zakken en laat het koelsysteem helemaal
leeglopen zodra hij uit het water komt.
Bewaar
de
te
gebruiksperiodes in in een verticale stand.
met
snelkoppeling,
de
motor
die
per
ongeluk
buitenboordmotor
B
EWARING
wordt
wordt
kunnen
tussen
41