Aanbevolen leidingen
Leiding van de geluidsbronnen naar de
voorversterker achtvoudig
Cinchkabel (stereo), lengte max. 3 m
De linker en rechter uitgang van de geluids-
bron worden verbonden met de linker en rech-
ter ingang van een kanaal van de voorverster-
ker achtvoudig. Beide ingangen worden in de
voorversterker achtvoudig samengevoegd tot
een monosignaal en vervolgens op de betref-
fende uitgang van het kanaal gezet.
Bij stereogebruik moet de linker uitgang van
de geluidsbron worden verbonden met kanaal
1 van de voorversterker achtvoudig en de rech-
ter uitgang met kanaal 2. Zo staat op uitgang 1
en 2 een stereosignaal ter beschikking.
Leiding van de voorversterker achtvoudig
naar de audioactor viervoudig
2 x CAT 7 (AWG 22) kabel, lengte max. 100 m
Om overspraak te voorkomen kan behalve een
CAT 7- ook elke andere paarsgewijs afge-
schermde kabel worden gebruikt.
Leiding van de audioactor viervoudig naar
de eindversterker 10/4 DC:
1 x CAT 7 (AWG 22) kabel, lengte max. 60 m
Bij grotere kabellengten adviseren wij de
bedrijfsspanning van de versterker niet via de
CAT 7- maar via een kabel met een grotere
doorsnede (max. 1,5 mm²) te laten lopen. De
kabellengte is afhankelijk van het gewenste
maximale uitgangsvermogen van de versterker
(normaal 10 Watt / 4 Ω), wanneer de stroom-
voorziening van de versterker via de CAT 7-
kabel loopt.
Bij een stervormige bekabeling geldt
(telkens 2 aders parallel):
bij 35 m een verlies van ca. 15%
en bij 70 m ca. 35%.
Wanneer de versterkers worden doorgelust,
wordt het verlies met elke volgende versterker
groter. In dat geval wordt aanbevolen voor de
voeding een extra kabel met een grotere door-
snede te gebruiken.
Bij gebruik van meerdere eindversterkers
10/4 DC op één hoofdleiding wordt aanbevo-
len aftakklemmen te gebruiken, omdat de
eindversterker 10/4 DC niet is voorzien van
doorlusklemmen.
8
Leiding van de eindversterker 10/4 DC naar
de luidspreker
Luidsprekerkabel met dubbele mantel
2 x 0,75 mm², lengte max. 40 m bij een
luidsprekerimpedantie van 4 Ω.
Vanwege eventuele mechanische belasting
kan beter geen tweelingsnoer worden
gebruikt.
Parallelaansluiting van luidsprekers is vanwege
de benodigde ruimte in de doos en de klem-
men slechts beperkt mogelijk.
Per klem is max. 2 x 0,8 mm² mogelijk
(massief).
Cascadeschakeling audioactor viervoudig
Wanneer meer dan 4 mono- resp. 2 stereozo-
nes nodig zijn, kunnen meerdere audioactoren
in een cascadeschakeling worden opgeno-
men.
Voor het doorlussen van de ingangen heeft de
audioactor viervoudig sub-D connectoren
waarmee andere audioactoren met een verbin-
dingskabel kunnen worden aangesloten. Zo
hoeft niet elke ingang handmatig naar de
andere audioactoren te worden bedraad.
Een bijpassende sub-D-kabel van 0,5 m lengte
is optioneel verkrijgbaar.
i
Installatie-advies
Installeer de componenten audioactor vier-
voudig en eindversterker 10/4 DC in een ver-
deelkast (inbouw of opbouw).
Dat heeft als voordeel dat alle apparaten bin-
nen de verdeelkast kunnen worden bedraad
en dat in- en uitgangen op de betreffende
klemmen kunne worden aangesloten.