WERKING
3. Sluit het apparaat aan conform de instructies die zijn meegeleverd met de
parallelkabel.
4. Zet het apparaat aan.
Als de generatoren overbelast zijn (zie pagina 49), of als er een kortsluiting is in
een aangesloten apparaat, gaat het waarschuwingslampje overbelasting (rood)
AAN. Het controlelampje overbelasting (rood) blijft branden en na ongeveer
10 seconden bij overbelasting of na ongeveer 5 seconden bij kortsluiting, wordt
de spanning naar een of meer aangesloten apparaten verbroken en gaat het
controlelampje afgifte vermogen (groen) UIT. Schakel de motor van beide
generatoren uit en onderzoek het probleem.
Controleer of het probleem veroorzaakt wordt door kortsluiting in een
aangesloten apparaat of door overbelasting. Verhelp het probleem en start de
generator opnieuw.
Parallelschakeling apparaten
Volg de instructies die zijn meegeleverd met de parallelkabel.
Alvorens een apparaat of voedingskabel op de generator wordt aangesloten:
• Zorg ervoor dat alles goed functioneert. Defecte apparaten of voedingskabels
kunnen een elektrische schok veroorzaken.
• Als een aangesloten apparaat abnormaal gaat functioneren, traag wordt of
plotseling stopt, zet het apparaat dan onmiddellijk uit. Koppel het apparaat
los en onderzoek of het probleem in het apparaat zit of dat de nominale
capaciteit van de generator is overschreden.
• Sluit nooit verschillende modellen of typen parallel aan elkaar aan.
• Gebruik uitsluitend een door Honda goedgekeurde parallelkabel (optionele
apparatuur) wanneer twee EU32i generatoren parallel worden aangesloten.
• Het is niet toegestaan een parallelkabel aan te sluiten of los te koppelen
terwijl de generator draait.
• Voor gebruik met één generator moet de parallelkabel worden verwijderd.
48