GEBRUIK VAN DE HOOGWERKER
A
1
B
A
2
V
ERPLAATSING IN DE TRANSPORT MODUS
- Voordat men de machine gaat verplaatsen en gebruiken, moet de
bovenwagenblokkering 1 verwijderd worden (zie afb. A).
- De contactsluiter 2 (Afb. B) moet zich in positie A bevinden (overdracht van
commando's op bedieningspaneel mand).
- De hoogwerker kan op twee verschillende manieren verplaatst worden: de
transportmodus (afb. D) en de werkmodus (afb. E) (voorwaartse richting (afb. C)).
- Transportstand: de armen van de hoogwerker zijn in de lage positie. Deze stand staat
verplaatsingen aan een hoge snelheid en de overschrijding van de hellingshoek toe
(Zie hoofdstuk: KARAKTERISTIEKEN) van de machine (Afb. D).
- Werkmodus: een of meerdere armen van de hoogwerker staan omhoog en / of de
telescoopmast is uitgeschoven. In deze modus komen de overbrengingen tot stand
in lage snelheid, de veiligheidsinrichtingen voor de hellingshoek en de overbelasting
zijn actief (afb. E).
Geen verplaatsingen op de terreinen met grotere hellingen dan de
toegestane helling (Zie het hoofdstuk KARAKTERISTIEKEN, waarbij de
vervormingen zichtbaar zijn om de hoogwerker te doen kantelen,
of waarbij de arm lager komt te liggen dan horizontaal wanneer de
machine op een onstabiel oppervlak staat.
/
WERK MODUS
2-35
2-35
C
TRANSPORTSTAND
OVERBRENGING
ACHTERUIT
OVERBRENGING
VOORUIT
D
TRANSPORTSTAND
E
WERKSTAND