Montage-, gebruikers- en onderhoudshandleiding
3 Instellingen en indicatoren
1.
Aansluitklemmen van de 4 puls uitgangen OUT 1 t/m OUT 4
2.
Led indicatoren voor de functie van de 4 puls uitgangen OUT 1 t/m OUT 4
3.
Jumperveld voor het koppelen van een puls uitgang aan een intern of extern puls signaal
4.
Led indicatoren voor de functie van een intern of extern puls signaal
Instellen van de jumpers
De puls uitgangen op de Pulse-out module worden met behulp van jumpers gekoppeld met een intern of
extern puls signaal:
-
Bij toepassing in een ISC230B:
o De twee externe puls signalen die zijn aangesloten op de puls ingangen IN1 en IN2 van de ISC230B
(schroef aansluiting 3 t/m 6). Daarbij zal een puls signaal op ingang IN1 een EXT1 puls signaal geven
en een puls signaal op ingang IN2 een EXT2 puls signaal. Dit is eenvoudig na te gaan door
bijvoorbeeld met een draadje even een doorverbinding te maken op de IN1 schroef aansluiting van de
ISC230B, de led indicator EXT1 zal oplichten. Hetzelfde geldt voor de IN2 ingang en de EXT2 led
indicator.
-
Bij toepassing in een UNILOG 300:
o De twee externe puls signalen die zijn aangesloten op de puls ingangen IN1 en IN2 van de UNILOG
300 (schroef aansluiting 3 t/m 6). Daarbij zal een puls signaal op ingang IN1 een EXT1 puls signaal
geven en een puls signaal op ingang IN2 een EXT2 puls signaal. Dit is eenvoudig na te gaan door
bijvoorbeeld met een draadje even een doorverbinding te maken op de IN1 schroef aansluiting van de
UNILOG 300, de led indicator EXT1 zal oplichten. Hetzelfde geldt voor de IN2 ingang en de EXT2 led
indicator.
o De twee interne puls uitgangen van UNILOG 300. Daarbij zal een puls signaal uit de puls uitgang 1
van UNILOG 300 een INT1 puls signaal geven en een puls signaal uit puls uitgang 2 van UNILOG 300
een INT2 puls signaal geven. Dit is zichtbaar aan de hand van de led indicatoren INT1 en INT2.
Figuur 2. Jumpers en led indicatoren
DDNN102GHNL /03-2023/Rev. 5
Pulse-out module
4