Inhoudsopgave
Advertenties
ACTIE CAPACITEITSREGELING
Compressor belasten
Olie wordt afgevoerd uit de cilinder van de capaciteitsregeling. De aanzuig-
/persdifferentieeldruk op het geheel schuif/zuiger is groter dan de kracht van
de ontlastveer en verplaatst de schuifklep naar de stand voor maximale
belasting.
Compressor ontlasten
Olie onder hoge druk komt in de cilinder van de capaciteitsregeling. De
oliedruk vult de kracht van de veer op de ontlastkant van de zuiger aan.
De gecombineerde kracht is groter dan de aanzuig-/persdifferentieeldruk en
verplaatst de schuifklep naar de stand voor minimale belasting.
Stand schuifklep blokkeren
De
schuifklep
wordt
belastingsstand.
1
Opstarten
4
1
Start gevraagd
2
Compressor start (belasting onmogelijk)
3
Compressor toegelaten om te belasten
4
Compressor gestopt
5
60 seconden
6
Magneetklep B bekrachtigd (open)
7
Magneetklep B uitgeschakeld (open)
8
Magneetklep B bekrachtigd (open) tot compressor moet belasten
9
Tijd
Regeling oliesysteem
Elke schroefcompressor is aangesloten op een tank (olieafscheider) die de olie uit het persgas filtert.
Door de druk van het persgas gaat de olie in de compressor, waar zij door een filter met grote capaciteit
stroomt en dan naar de hoofdinjectiepoort gaat voor afdichting van de compressie en smering van alle
bewegende onderdelen.
Tijdens de compressie wordt de olie gemengd met het persgas voordat het weer in de olieafscheider wordt
geleid om de cyclus opnieuw te beginnen.
De olie blijft stromen door het drukverschil tussen de condensor en de verdamper. Dit drukverschil hangt af
van de temperatuur van het koelwater en het verdamperwater. Bij het opstarten moet het vereiste
temperatuurverschil zo snel mogelijk worden behaald door de juiste koelwatertemperatuur te controleren.
Om het vereiste drukverschil te behalen zit op de condensoruitlaat een regelklep. Deze klep wordt
gemonitord door een analoog signaal van de microprocessor in het elektrische paneel en wordt
gemoduleerd op basis van de compressieverhouding van de unit. De druk van de koelwaterpomp bij nul
debiet mag niet groter zijn dan de maximale bedrijfsdruk van de condensor en het watercircuit van de
installatie.
Na het oliefilter is op de compressor een druk-transducer geïnstalleerd voor continu monitoren van de
oliedruk en het doorgeven van de drukwaarden aan de microprocessor. De regeling van de oliedruk
voorkomt storingen van de compressor.
Op de olieleiding is ook een stromingsschakelaar geïnstalleerd om de compressor uit te schakelen ingeval
van een olielek in het systeem.
De units zijn al gevuld met de juiste hoeveelheid olie. Nadat het systeem is gestart, moet u geen olie meer
bijvullen, behalve bij reparaties of wanneer een grote hoeveelheid olie uit het systeem is afgetapt.
D – 803 C – 07/02 D – NL pag. 14/28
hydraulisch
vergrendeld
2
1
5
6
Afbeelding 5 - Traploze capaciteitsregeling
MAGNEETKLEP A
Bekrachtigd (open)
Uitgeschakeld
op
de
gewenste
3
5
7
MAGNEETKLEP B
Uitgeschakeld
(gesloten)
Bekrachtigd (open)
(gesloten)
Uitgeschakeld (gesloten)
8
9
Advertenties
Inhoudsopgave
