Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

F6. (Clp-240) / F5. (Clp-230); Metronoomvolume; F7. (Clp-240) / F6. (Clp-230); Volume Van Geannuleerde Partijen - Yamaha Clavinova CLP-240 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
F6.
(CLP-240)

Metronoomvolume

U kunt het volume van het metronoomgeluid
veranderen.
Gebruik deze functie om het
metronoomvolume aan te passen.
1. Activeer de functiemodus en selecteer
(CLP-240)/
2. Gebruik de knoppen [–/NO] en [+/YES]
om het metronoomvolume naar wens in
te stellen.
Instelbereik:
Normale instelling: 10
SNELLE MANIER:
U kunt direct naar de metronoomfuncties
(CLP-240)/
FUNCTION#] te drukken, terwijl de knop METRONOME
[ON/OFF] ingedrukt wordt gehouden.
Als u de functiemodus wilt verlaten, drukt u op de knop
[TEMPO/FUNCTION#] zodat de indicator TEMPO oplicht.
F7.
(CLP-240)
Volume van geannuleerde

partijen

Met deze functie wordt het volume ingesteld
waarop een 'geannuleerde' partij wordt
gespeeld tijdens het afspelen van de song.
Pas het partij volume aan tot een aangenaam
niveau om zo de 'geannuleerde' partij te
kunnen gebruiken als leidraad om mee
te spelen.
1. Activeer de functiemodus en selecteer
(CLP-240)/
2. Gebruik de knoppen [–/NO] en [+/YES] om
het volume naar wens in te stellen.
Instelbereik:
Normale instelling: 5
Deze functie kan niet worden gebruikt voor demosongs.
52
CLP-240/230 Gebruikershandleiding
/ F5.
(CLP-230)
(CLP-230).
1 – 20
OPMERKING
springen
(CLP-230) door op de knop [TEMPO/
/ F6.
(CLP-230)
(CLP-230).
0 – 20
OPMERKING
F8.
/ F7.
(CLP-240)
(CLP-230)

MIDI-functies

U kunt nauwkeurige aanpassingen maken in
de MIDI-instellingen.
Zie voor meer informatie over MIDI het
gedeelte 'Informatie over MIDI' (pagina 57).
Alle MIDI-instellingen die hieronder worden beschreven, zijn
van invloed op de MIDI-in- en uitgangssignalen van de
aansluiting USB [TO HOST].
1. Activeer de functiemodus en selecteer
(CLP-240)/
2. Druk op de knop [+/YES] om de submodus
van de MIDI-functie te activeren en gebruik
vervolgens de knoppen [TEMPO/FUNCTION#
M, L] om de gewenste submodus
te selecteren.
Druk op de knop [–/NO] of [+/YES] om een
geselecteerde parameter in te stellen.
Submodus
F8.1:
/F7.1:
(CLP-240)
(CLP-230)
Selectie van MIDI-zendkanaal
In elke MIDI-opstelling, moeten de MIDI-kanalen van
de zendende en ontvangende apparatuur overeenkomen
voor een juiste gegevensoverdracht.
Met deze parameter kunt u opgeven via welk kanaal de
Clavinova MIDI-gegevens verzendt.
Instelbereik:
1 – 16, OFF (niet verzenden)
Normale instelling: 1
OPMERKING
In de duale modus worden de gegevens van voice 1 verzonden
via het aangegeven kanaal. In de splitmodus (CLP-240) worden
de gegevens van de rechtervoice verzonden via het
aangegeven kanaal. In de duale modus worden de gegevens
van voice 2 verzonden op het eerstvolgende hogere
kanaalnummer dan het aangegeven kanaal. In de splitmodus
(CLP-240) worden de gegevens van de linkervoice verzonden
op het eerstvolgende hogere kanaalnummer dan het
aangegeven kanaal. In beide modi worden er geen gegevens
verzonden als het zendkanaal is ingesteld op 'OFF'.
OPMERKING
Song-gegevens worden niet verzonden via de MIDI-
aansluitingen. De kanalen 3-16 van DOC-songs, Disklavier
Piano Soft-songs en niet-beveiligde externe songs worden
echter wel verzonden via de MIDI-aansluitingen, afhankelijk van
de instelling Songkanaalselectie (pagina 51).
(CLP-230).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Clavinova clp-230

Inhoudsopgave