16.3.2 Desinfectie-instructies
Vereisten
Het reinigingsprotocol is uitgevoerd.
De pomp is uitgeschakeld.
Het netsnoer en alle andere kabels zijn losgekoppeld.
De lucht is op kamertemperatuur (20 tot 25 °C).
De gebruiker draagt geschikte beschermingsmiddelen.
Protocol
1. Plaats de gereinigde pomp op een schoon oppervlak of een
onderlaag voor eenmalig gebruik.
2. Veeg alle blootgestelde oppervlakken van de pomp schoon met een
gebruiksklaar doekje, ook alle openingen, spleten en moeilijk te
bereiken gebieden. Gebruik het zilverkleurige handvat om de pomp
op te tillen en te verplaatsen.
Zorg ervoor dat de aansluitcontacten niet nat worden tijdens het
schoonvegen van de zijkanten.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in de pompbehuizing lopen,
lekken of druppelen.
3. Zet de pomp neer en veeg de zilveren handgreep, de vergrendeling,
de ophangklemschroef en de fixatieknop schoon.
4. Gebruik een schoon, gebruiksklaar doekje om de achterkant van de
spuitklem en alle blootliggende oppervlakken rond de cilinder van
de spuit voorzichtig af te vegen.
5. Herhaal stap 2 tot en met 4 met een schoon gebruiksklaar doekje.
6. Laat het desinfecterende middel ten minste 3 minuten op de pomp
inwerken.
7. Veeg het netsnoer en de pompaccessoires schoon.
8. Laat de pomp volledig drogen bij kamertemperatuur.
83