7 Installatie
OPMERKING
Een drukveiligheidsklep (ter plaatse te voorzien) met een
openingsdruk van maximum 10 bar (= 1 MPa) moet
worden geïnstalleerd op de inlaataansluiting koud tapwater
conform de geldende wetgeving.
OPMERKING
▪ Monteer
een
drukafvoerapparaat op de aansluiting van de inlaat van
koud water van de warm tapwatertank.
▪ Om te voorkomen dat er water zou terugstromen, is het
raadzaam om conform de geldende wetgeving een
terugslagklep te monteren op de waterinlaat van de
warm tapwatertank.
▪ Er wordt best een drukregelaar geïnstalleerd op de
koud-waterinlaat, conform de geldende wetgeving.
▪ Op
de
koud-waterinlaat
expansievat conform de geldende wetgeving te worden
geïnstalleerd.
▪ Er wordt geadviseerd een overdrukveiligheidsklep te
monteren op een plaats hoger dan de bovenkant van
de tank voor warm tapwater. Door de tank voor warm
tapwater te verwarmen, zet het water uit, waardoor de
waterdruk in de tank tot boven de maximumdruk van de
tank kan stijgen indien geen drukveiligheidsklep werd
gemonteerd. De installatie ter plaatse (leidingen,
aftappunten, enz.) aangesloten op de tank zal deze
hoge druk ook ondervinden. Om dit te voorkomen moet
een
drukveiligheidsklep
beveiliging tegen overdrukken hangt af van de juiste
werking
van
de
drukveiligheidsklep. Indien deze NIET correct werkt, zal
overdruk
de
tank
veroorzaken.
Om
controleren is regelmatig onderhoud vereist.
7.8.4
De hercirculatieleiding aansluiten
Voorwaarde: Alleen nodig als u hercirculatie in uw systeem moet
hebben.
1 Verwijder het bovenpaneel van de unit, zie
openen" op
pagina 26.
2 Snij de rubberen ringsluiting bovenaan de unit uit en verwijder
de stop. De hercirculatieverbinding wordt onder het gat
geplaatst.
3 Leid de hercirculatieleidingen door de ringsluiting en sluit ze
aan op de hercirculatieverbinding.
4 Plaats het bovenpaneel terug.
7.8.5
Het watercircuit vullen
Gebruik een ter plaatse te voorziene vulkit om het watercircuit te
vullen. Controleer of u voldoet aan de geldende wetgeving.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
38
aftapgereedschap
en
een
dient
bovendien
een
geplaatst
worden.
De
ter
plaatse
gemonteerde
vervormen
en
waterlekkages
de
goede
werking
ervan
"7.2.3 De binnenunit
INFORMATIE
Zorg ervoor dat beide ontluchtingsventielen (één op het
magnetische filter en één op de back-upverwarming) open
staan.
7.8.6
De tank voor warm tapwater vullen
1 Open om beurt elke warmwaterkraan om de leidingen van het
systeem te ontluchten.
2 Open de toevoerkraan van het koud water.
3 Sluit alle waterkranen nadat alle lucht uit de leidingen is
verwijderd.
4 Controleer op waterlekkages.
5 Bedien
handmatig
overdrukveiligheidsklep om zeker te zijn dat het water
ongehinderd doorheen de afvoerleiding kan vloeien.
7.8.7
De waterleidingen isoleren
De leidingen van het volledige watercircuit MOETEN worden
geïsoleerd om geen condensatie te hebben tijdens het ontdooien en
om ervoor te zorgen dat de verwarmingscapaciteit niet vermindert.
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de vochtigheid meer
dan 80% bedraagt, moet het isolatiemateriaal minstens 20 mm dik
zijn om condensatie aan de oppervlakte van de isolatie te
voorkomen.
7.9
De elektrische bedrading
aansluiten
7.9.1
Over het aansluiten van de elektrische
bedrading
te
Vooraleer de elektrische bedrading aan te sluiten
Let op de volgende punten:
▪ De koelmiddelleiding is aangesloten en gecontroleerd
▪ De waterleiding is aangesloten
Typische werkstroom
De elektrische bedrading aansluiten bestaat doorgaans uit de
volgende stappen:
1
Controleer of het systeem van elektrische voeding voldoet aan
de elektrische specificaties van de warmtepomp.
2
De elektrische bedrading op de buitenunit aansluiten.
3
De elektrische bedrading op de binnenunit aansluiten.
4
De primaire elektrische voeding aansluiten.
5
De voeding van de back-upverwarming aansluiten.
6
De afsluiters aansluiten.
7
De elektriciteitsmeters aansluiten.
8
De pomp voor warm tapwater aansluiten.
9
De alarmuitgang aansluiten.
10 De AAN/UIT-uitgang van de ruimteverwarming aansluiten.
11 De omschakeling naar een externe warmtebron aansluiten.
12 De digitale ingangen van het energieverbruik aansluiten.
13 De veiligheidsthermostaat aansluiten.
de
ter
plaatse
ERGA04~08DAV3(A) + EHVZ04+08S18+23DA +
EHVZ04+08S18+23DJ
Daikin Altherma 3 R F
4P495249-1B – 2019.06
geplaatste